Rijbewijs van een in Congo gedode Rwandese soldaat, uit: VN-Rapport S/2012/843
Nieuws, Afrika, Politiek, Congo, Noord-Kivu, Rwanda, Oeganda, Paul Kagame, Joseph Kabila, Oorlogsmisdaden, VN-sancties, Goma, VN-Veiligheidsraad, VN-blauwhelmen, Plunderingen, Yoweri Museveni, Smokkel, Analyse, Rebellie, Illegale exploitatie van Congolese grondstoffen, Congolese leger (FARDC), Bosco Ntaganda, VN-wapenembargo, Laurent Nkunda, CNDP, James Kabarebe, Agressie-oorlog, M23, Sultani Makenga, FDLR, VN-Groep van Experts, FDLR (Forces démocratiques de libération du Rwanda), Criminele netwerken, Resolutie 2067, Generaal Gabriel Amisi -

Goma in Congo valt in handen van door Rwanda geleide rebellen

Goma in Oost-Congo is ingenomen door rebellen van de M23-militie. De VN-Veiligheidsraad eist dat elke buitenlandse steun aan M23 onmiddellijk stopt. De Groep van Experts van de VN is woensdag met bewijzen gekomen dat Rwanda en Oeganda directe steun geven aan M23. Deze landen schenden dus het wapenembargo tegen rebellen in Congo. De Europese Unie steekt de kop in 't zand. Groot-Brittannië acht de bewijzen sterk. Tegen Rwanda moeten nu sancties volgen.

donderdag 22 november 2012 18:35
Spread the love

M23 stak eind april de kop op. Maar de militie heeft een lange voorgeschiedenis, die aan het eind van dit artikel staat uitgelegd. Vanaf juli versterkte M23 zich uitgerekend met ‘buitenlandse steun’. Eenheden van de Rwandese en Oegandese legers hielpen M23 om de streek van Rutshuru (Noord-Kivu), aan de grens met Rwanda, te bezetten.

Er kwam een feitelijk bestand, zonder dat er ooit een formele wapenstilstand werd getekend. De rebellen gebruikten de rustpauze om allianties te sluiten met andere gewapende groepen en om zelf nieuwe opstanden op te poken.

Op 15 november braken de rebellen van M23 plotseling uit hun basis in Rutshuru en rukten op richting Goma, de hoofdstad van de provincie Noord-Kivu. Vorig weekend namen ze Kibamba in, op 25 kilometer van Goma. Maandag stootten ze door naar Goma, dinsdag 20 november namen ze de stad in.

Ze verklaarden vervolgens dat ze zouden oprukken naar Bukavu, de provinciehoofdstad van Zuid-Kivu, maar ook dat ze heel Congo wilden ‘bevrijden’.

Op woensdag 21 november veroordeelde de VN-Veiligheidsraad unaniem de M23-militie, omdat zij de gevechten heeft hervat, Goma bezet, de VN-blauwhelmen van MONUSCO heeft aangevallen en zich schuldig maakt aan schendingen van de mensenrechten, met willekeurige executies, verkrachtingen en de grootschalige rekrutering van kindsoldaten.

De V-Raad eist in resolutie 2067 dat alle externe steun aan M23 onmiddellijk zou stoppen. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon zou snel alle klachten over externe steun aan M23 moeten onderzoeken. Congo van zijn kant wil dat de VN-Veiligheidsraad klare taal spreekt en Rwanda zou veroordelen omdat het achter de opstand en de bezetting van Goma zit.

Rwanda houdt vol dat het niets met de M23-rebellie te maken heeft. Volgens Rwanda moeten de Congolese regering en M23 onderhandelen. Formeel is de bezetting van Goma dus nog altijd een interne Congolese aangelegenheid. Zo liggen nu de kaarten.

Rwandese minister Kabarebe beveelt

Maar: ook op 21 november is het nieuwe rapport van de VN-Groep van Experts vrijgegeven. De publicatie was pas voor volgende week voorzien. De Groep van Experts onderzoekt schendingen van het embargo op wapenleveringen aan rebellengroepen in Congo.

Zij had in juni al bewijzen voorgelegd dat Rwanda nauw verbonden is met de rebellen van M23. Het nieuwe rapport maakt die bewijzen alleen maar harder. Het rapport mocht pas gepubliceerd worden nadat de VN-Veiligheidsraad het had goedgekeurd. Dat de publicatie met meer dan een week is vervroegd, toont aan dat de V-Raad in nauwe schoentjes zit.

In dit nieuwe rapport windt de Groep van Experts er geen doekjes om. De voornaamste beschuldigingen zijn:

  • Rwanda schendt het wapenembargo, geeft directe militaire steun, vergemakkelijkt de rekrutering, moedigt desertie uit het Congolese leger aan, en geeft wapens, munitie, intelligence en politiek advies.
  • Aan de top van de commandoketen staat James Kabarebe, de Rwandese minister van Defensie. Hij geeft instructies aan de bevelvoerders van M23, Bosco Ntaganda en Sultani Makenga.
  • Ntaganda’s ‘palmares’ van gruwelijkheden is volgens het rapport appalling. Hij en de andere topofficieren van M23 begonnen allen hun militaire loopbaan in het rebellenleger dat onder aanvoering van Paul Kagame in Rwanda de macht overnam na de genocide van 1994. In 1996 stapten ze in de beweging die onder aanvoering van Laurent-Désiré Kabila in Congo de Mobutu-dictatuur verjoeg. Maar in 1998-99 kwamen ze met Rwanda of Oeganda in opstand tégen Kabila en belandden in de collaboratie.
  • Oegandese topfiguren helpen M23 met troepen, wapens en technisch advies. Oeganda zorgt er ook voor dat M23 zijn propaganda kan verspreiden.
  • Tijdens de relatief kalme periode vanaf augustus 2012 ging M23 bondgenoten zoeken in de Oost-Congolese provincies. Kolonel Sultani Makenga van M23 stookte de militie Raia Mutomboki op. Deze militie slachtte daarop in de streek van Masisi honderden Congolese Hutu-mensen af en brandde 800 huizen plat. Een apart rapport over Masisi (van het VN-Mensenrechtenbureau), dat op 14 november is gepubliceerd, geeft details over die slachtingen.

Jarenlang zijn in het oosten van Congo inspanningen geleverd om af te rekenen met ongeregelde milities en de regio te stabiliseren. Maar deze oorlog doet dat werk teniet. Oost-Congo is opnieuw een kruitvat waar meerdere milities opereren en waar criminele bendes zaken doen. Ook daarover staan er veel details in het rapport van de Groep van Experts.

  • Door de operaties en de agitatie van M23 wordt ook de FDLR-militie opnieuw radicaler. De FDLR (Forces démocratiques de libération du Rwanda) is een extremistische militie van naar Congo gevluchte Rwandese Hutu. Het zijn de historische vijanden van de Tutsi in Rwanda en Oost-Congo. Deze groep werd opgejaagd door het Congolese leger. Begin 2012 was zij sterk verzwakt. Maar door de oorlog tussen het Congolese leger en M23 voert FDLR weer bloedige raids uit.
  • In de marge van de oorlog floreren criminele netwerken. Ze smokkelen ertsen. Maar ook de handel in ivoor is in opmars. Elk jaar zou via deze netwerken minstens een ton ivoor worden gesmokkeld. Hoeveel olifanten daarvoor worden gestroopt, is niet bekend.
  • Het Congolese leger wordt door criminele netwerken ondermijnd. Ze willen de controle behouden over de rijke mijnen. Ze hebben ook nauwe contacten met milities, smokkelaars en stropers en leveren hen onder meer munitie en wapens. Het rapport noemt generaal Gabriel Amisi bij naam. Amisi komt zelf uit een rebellengroep, maar is nu de chef van het Congolese landleger. Het is bekend dat hij een web van bedrijven heeft, onder meer in de stad Kindu (provincie Maniema) waar hij vandaan komt. Volgens het rapport heeft Amisi munitie geleverd aan de Hutu-milities in de streek van Masisi die daar tegen M23 hebben gevochten. Maar viavia voorziet Amisi ook stropers van wapens die met Raia Mutomboki samenwerken, en die militie is een bondgenoot van de rebellen van M23.

Sancties tegen Rwanda nodig

Je kan er niet naast lezen. De regeringen van Rwanda en Oeganda voeren oorlog tegen Congo, direct en indirect via M23. De VN-Veiligheidsraad zou bijgevolg snel de juiste conclusies moeten trekken en tegen Rwanda en Oeganda gerichte sancties moeten instellen. Die zijn het voornaamste instrument om deze oorlog te doen stoppen.

Zover zijn we nog lang niet. Op woensdag 21 november hielden de landen van de Regio van de Grote Meren topoverleg in Kampala. Voor hij naar Kampala afreisde, riep de Congolese president Joseph Kabila de Congolese bevolking op om gezamenlijk het hoofd te bieden aan de aanval tegen Oost-Congo.

Maar in Kampala deden de presidenten Paul Kagame van Rwanda en Yoweri Museveni van Oeganda alsof ze niets met de oorlog te maken hebben. In een gemeenschappelijke verklaring eisten ze zelfs, zonder een krimp te geven, dat M23 zich terugtrekt uit Goma en dat Congo maar met de rebellen onderhandelt. Vanwege Rwanda is dat je reinste huichelarij.

Groot-Brittannië zegt intussen dat de bewijzen tegen Rwanda “sterk en geloofwaardig zijn” en dat Rwanda dus resolutie 2067 van de VN-Veiligheidsraad overtreedt, die vraagt om alle externe steun aan M23 te staken.

Ook de Verenigde Staten vinden kennelijk dat Rwanda een grote verantwoordelijkheid draagt voor de oorlog. De Amerikaanse ambassadeur in Congo vroeg alvast aan Rwanda om aan M23 te vragen dat ze uit Goma vertrekt. De VS hebben eerder sancties tegen M23-topman Sultani Makenga ingesteld.

De Europese Unie steekt de kop in het zand. De EU-Raad van ministers van Buitenlandse Zaken kwam op 19 november niet verder dan een veroordeling van de opmars van M23 en de mededeling dat ze ten zeerste bezorgd is over rapporten over buitenlandse steun aan rebellenorganisaties in Oost-Congo.

M23 is de opvolger van de milities van Laurent Nkunda

Voor de volledigheid: M23 komt niet uit het niets. Het is gewoon de opvolger van de milities van Laurent Nkunda die Oost-Congo sinds meer dan tien jaar teisteren.

Zoals gezegd, is de M23-militie in april 2012 opgericht door deserteurs van het Congolese regeringsleger. De militie haalt haar naam van de datum 23 maart 2009. De Congolese regering en de pro-Rwandese rebellen sloten toen een akkoord dat een einde zou maken aan jaren van vijandelijkheden tussen beide partijen.

Deze oorlog begon in 1998, met een blitzaanval van het Rwandese leger. Oeganda en later ook Burundi steunden deze agressie. De volgende jaren bezetten de legers van deze buurlanden nagenoeg de helft van Congo’s grondgebied, achter een frontlijn die van het Tanganyika-meer tot diep in de Evenaarsprovincie liep.

Diverse rebellenbewegingen collaboreerden met de bezettingstroepen. In de bezette gebieden zaaiden ze terreur. De voorloper van M23, geleid door onder meer Laurent Nkunda, maakte zich doorlopend schuldig aan oorlgsmisdaden.

In 2003 kwam er formeel een einde aan de oorlog. Het vredesakkoord bepaalde onder meer dat de rebellengroepen in het Congolese leger zouden integreren. Maar de kopstukken van de milities bleven in het leger agiteren. Geregeld deden ze in Oost-Congo de oorlog opnieuw oplaaien. Nkunda, zelf een notoire oorlogsmisdadiger, bleef één van de meest geduchte rebellenleiders.

Hij gaf zijn militie een politiek verlengstuk, het Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP), waarmee hij ook in Congo’s politieke veld wilde meespelen. Eind 2008 – begin 2009 leek Nkunda’s rol echter uitgespeeld. Aanleiding was een rapport van de Groep van Experts van de Verenigde Naties. Het toonde aan dat de opstand van generaal Nkunda logistiek, financieel en militair werd gesteund vanuit Rwanda. Toch zette Rwanda generaal Nkunda onder huisarrest. Het is één van de vele paradoxale episodes in Congo’s recente geschiedenis.

Nkunda’s rechterhand, Bosco Ntaganda integreerde met zijn militieleden in het Congolese leger. Ook dat was zo’n paradox. Tegen Ntaganda liep immers een arrestatiebevel vanwege al zijn oorlogsmisdaden. Maar ook Ntaganda was nauw met Rwanda gelieerd.

En omdat Rwanda vanaf 2009, samen met Congo, optrad in Oost-Congo tegen de extremistische Hutu van de FDLR, was Ntaganda nagenoeg onaantastbaar. In het Congolese leger behielden de CNDP-officieren onder leiding van Bosco Ntaganda hun eigen commandostructuur.

Ze namen ook de controle over rijke mijnsites over. Begin 2012 gaf Congo echter te kennen dat Ntaganda gearresteerd zou worden. Dat was voor de CNDP-eenheden in Congo een stap te veel. Ze kwamen opnieuw in opstand. M23 was geboren. Het blijkt opnieuw een instrument van Rwanda tegen zijn buurland Congo te zijn.

take down
the paywall
steun ons nu!