Syrië (foto: DoumaRevolution flickr)
Nieuws, Politiek, Turkije, Syrië, Vluchtelingenkampen -

Syriërs in Turkije willen niets liever dan naar huis

Vluchtelingen uit Syrië hebben steeds meer moeite met het leven in Turkse vluchtelingenkampen. Intussen woedt in hun thuisland nog steeds een bloedige oorlog.

woensdag 24 oktober 2012 16:54
Spread the love

Ahmed al-Arash staat met een machteloze blik bij het bed van zijn zoon Mohammed van 1 jaar oud, in het hospitaal van het vluchtelingenkamp Islahiyeh. Het gezicht van de jongen verraadt pijn. Al-Arash, die een week geleden aankwam in het kamp met zijn zwangere vrouw, zegt dat Mohammed al vijf dagen niet gegeten heeft en dat de artsen niet weten wat eraan schort.

Terwijl hij spreekt, komt een zuster voorbij die in het Turks iets mompelt wat al-Arash niet verstaat. “Ik zweer bij God dat het beter was in Syrië”, zegt hij.

Bewaking

Bijna 350.000 Syriërs zijn inmiddels naar buurlanden gevlucht. Veel van hen willen niets liever dan naar huis, zeker nu de frustraties in de kampen oplopen. Turkije heeft, sinds het begin van de crisis in 2011, al meer dan 102.000 vluchtelingen opgevangen in 14 kampen.

Van buitenaf lijkt Islahiyeh meer op een detentiecentrum dan op een opvangkamp voor ontheemden. De omheining is versterkt met prikkeldraad en ondoorzichtig blauw zeil. Op verschillende plaatsen langs de omheining zitten Turkse militairen op de uitkijk en de ingang wordt bewaakt.

De 7.825 vluchtelingen in het kamp, die vaak zonder paspoort of ander identiteitsbewijs het land uitvluchtten, hebben allemaal een ID-kaart gekregen met een foto. Die moeten ze tonen aan de bewaking als ze het kamp in en uit willen.

Halik Geylan, een vertegenwoordiger van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken die in Islahiyeh verblijft, legt uit dat de maatregelen nodig zijn voor de veiligheid van de vluchtelingen. Een paar kilometer verderop is immers een oorlog gaande. Hij beschrijft tot in detail hoe de Turkse regering de gigantische operatie om de vluchtelingen op te vangen, heeft aangepakt. Behalve een kliniek en medisch personeel, zijn er in de kampen scholen, sociale centra, vertalers, markten en andere voorzieningen te vinden die enigszins het gevoel moeten creëren dat het normale leven doorgaat.

“We beschouwen de Syriërs niet zozeer als vluchtelingen, eerder als gasten”, zegt Geylan. Onder die gasten bevinden zich niet alleen burgers, maar ook hoge militaire leiders van het Vrije Syrische Leger, de belangrijkste oppositiebeweging in Syrië. Zij zijn gehuisvest in het kamp Apaydin.

De Syrische Om Jamal zegt zijn blij dat niet alleen de vluchtelingen Turkse hulp krijgen, maar ook de gewapende oppositie. “De Turken zijn beter dan de Arabieren”, zegt ze, terwijl ze een portemonnee in elkaar stikt tijdens een naaiworkshop in het sociale centrum van Islahiyeh.

Haar jongere broer kwam eerder dit jaar om bij gevechten tegen de Syrische regering in Aleppo. Samen met haar moeder, zuster en zoontje vluchtte ze naar Turkije. Ze zegt weinig te klagen te hebben over haar verblijf in het kamp. “Maar thuis is het natuurlijk altijd beter. Als God het wil, gaan we weer terug”.

Winterweer

Inmiddels hebben verschillende vluchtelingen marktkraampjes ingericht waar ze eten, sigaretten, groenten, snoep en benodigdheden voor mobiele telefoons verkopen. “De strijd gaat door tot president Bashar al-Assad overwonnen is”, zegt Abu Taha, terwijl hij een falafel-sandwich klaarmaakt voor een jonge klant. “En ondertussen moeten de mensen toch eten”.

Hij kwam op het idee een falafelkraam te openen omdat de kampbewoners steeds minder enthousiast werden over het eten dat een plaatselijk cateringbedrijf levert in opdracht van de Turkse overheid. Als later op de dag het eten van het cateringbedrijf arriveert, wordt er alom geklaagd over de maaltijd, die vleesstoof, rijst en appels bevat. Een man steekt zijn twee vuisten in de lucht, met daarin geplet brood. “Dat kun je toch niet eten?”, zegt hij.

Nu de winter snel nadert, is de kwaliteit van het eten echter een minder grote zorg. De bewoners maken zich meer zorgen over de vraag of hun tent bestand is tegen de koude winterwind en regen. Veel bewoners zijn al bezig hun tenten te isoleren met plastic.

Geylan zegt dat sommige kampen, zoals Kilis, vrachtcontainers inzetten tegen de winterkou. “Ik hoop dat alle kampen containers krijgen”, zegt hij. Volgens hem is de regering bezig de huidige tenten te vervangen voor warmere exemplaren. Ook zouden bewoners elektrische verwarmingsapparaten krijgen.

Het moet echter wel duidelijk blijven dat het om tijdelijk opvang gaat, zegt Geylan, en daarom kan de regering de vluchtelingenopvang niet te luxe maken. “Anders gaan ze niet meer terug naar huis”.

Terugkeer

Niet iedereen ziet het kampleven als een beter alternatief dan terugkeer naar huis. Abu Omar, een vluchteling uit een dorp vlakbij Aleppo, zegt dat veel mensen in het begin dachten dat het Westen zou ingrijpen om Assad te stoppen. Vier van zijn zonen, zegt hij, vechten in het Vrije Syrische Leger. Abu Omar vindt dat het buitenland de Syrische oppositie te weinig steunt en zegt een militaire interventie te willen.

“Er zijn twee opties: teruggaan naar Syrië en sterven of hier op de grond slapen”. Zelf kiest hij voor het eerste. Hij wil binnen een paar dagen met zijn familie terug naar zijn dorp, ondanks het feit dat er vlakbij een oorlog gaande is. “De Turkse regering helpt waar mogelijk, maar ik wil zo niet leven”.

Als de arts eindelijk arriveert bij de jonge Mohammed, de zoon van al-Arash, mondt hun gesprek al snel uit in geschreeuw. Beide partijen – die worden bijgestaan door een geïrriteerde tolk – lijken elkaar niet goed te begrijpen. Al-Arash tilt woedend zijn zoon op en marcheert naar buiten, waar hij wordt tegengehouden door andere Syriërs die proberen hem te kalmeren en hem uiteindelijk terug doen keren naar de kliniek.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!