De tramlijn die West-Jeruzalem verbindt met Oost-Jeruzalem loopt door nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Hier de omstreden tram in Jaffa Road in Jeruzalem op 26 oktober 2011 (foto: Natan Miller)
Opinie, Nieuws, Economie, Politiek, Israël, Jeruzalem, Oost-Jeruzalem, Westelijke Jordaanoever, Internationaal recht, Bezetting Palestina, War Resisters' International, Stortplaatsen, Investeringsboycot, Veolia, Illegale nederzettingen, Tramlijn, War Profiteers, Veolia Environnement SA, Compagnie Générale des Eaux, Transportbedrijf, CityPass-consortium, BDS (Boycott, Divestment and Sanctions), Veolia Transdev -

Oorlogsuitbuiter Veolia steunt illegale nederzettingen in Israël

Veolia Environnement SA is een van oorsprong Frans multinationaal bedrijf dat gespecialiseerd is in vier soorten dienstverlening en nutsvoorziening die gewoonlijk door de overheid worden beheerd: watervoorziening en -beheer, afvalverwerking, energie en transport. In 2011 had Veolia 331.226 werknemers in dienst in 77 landen. Veolia's inkomsten bedroegen dat jaar 29,647 miljard euro.

dinsdag 17 juli 2012 15:40
Spread the love

Veolia is ook oorlogsprofiteur … Geschiedenis

In 2005 werd Veolia opgericht als een overkoepelende naam voor alle afdelingen van de groep (water, milieudiensten, energievoorziening en transport). Er werd eveneens een nieuw logo gecreëerd. Veolia stond voorheen bekend als Vivendi Environnement en nog eerder als Compagnie Générale des Eaux, een Frans waterbedrijf dat in 1853 werd opgericht per keizerlijk decreet van Napoleon III.  

De afdeling Veolia Water blijft het grootste privébedrijf dat wereldwijd waterdiensten aanbiedt

In maart 2011 werd de geboorte van Veolia Transdev bekendgemaakt, het resultaat van de fusie van Veolia Transport en Transdev, een dochteronderneming van Caisse des Dépôts. Veolia Transdev is wereldleider in de privésector op het gebied van duurzame mobiliteit met meer dan 110.000 werknemers in 28 landen.

In juli 2011 kondigde het bedrijf, tegen de achtergrond van tegenvallende financiële resultaten, nieuwe herstructureringsplannen aan en een herschikking van de middelen en activiteiten. In december 2011 werd een desinvesteringsprogramma bekendgemaakt van 5 miljard euro over de periode 2012-2013.

Er zouden binnen Veolia nog slechts drie afdelingen overblijven (water, milieudiensten en energievoorziening). De transportvertakking Veolia Transdev zou worden afgestoten.

De steun van Veolia aan de illegale nederzettingen in Israël

Veolia Transport, een dochterbedrijf van Veolia Environnement, was het leidende partnerbedrijf in het CityPass-consortium dat de lightrailtramlijn heeft gebouwd tussen West-Jeruzalem en illegale Joodse nederzettingen in bezet Oost-Jeruzalem. Door deze tramlijn wordt Israëls controle over bezet Oost-Jeruzalem bevestigd en worden de nederzettingen nog beter met de staat Israël verbonden.

Het gaat echter niet enkel om nederzettingen in Oost-Jeruzalem. Via het station Ammunition Hill wordt Israël verbonden met Ma’aleh Adumim, een grote Israëlische nederzetting op de Westelijke Jordaanoever, en verder met nederzettingen in de Jordaanvallei.

De tramlijn werd op 19 augustus 2011 geopend – na diverse keren te zijn uitgesteld wegens technische problemen en de succesvolle internationale boycotcampagnes – en op 1 december vorig jaar in commerciële exploitatie genomen. Oorspronkelijk zou Veolia niet alleen de infrastructuur aanleggen, maar ook de verantwoordelijkheid dragen voor de exploitatie ervan.

Internationale boycotcampagnes: Derail Veolia Campaign

De controversiële rol van Veolia was de voorbije jaren ook het onderwerp van diverse internationale boycotcampagnes, verenigd in de Derail Veolia Campaign, in het kader van de BDS (Boycott, Divestment and Sanctions). In september 2009 besloot Veolia onder druk van de campagnes om een deel van haar aandeel in het CityPass-consortium te verkopen aan de Dan Bus Company.

De verkoop mislukte echter en in oktober 2010 werd een nieuwe poging ondernomen om aan Egged te verkopen. Maar de Israëlische overheid heeft de verkoop tegengehouden en wil dat Veolia nog ten minste vijf jaar met expertise betrokken blijft bij de exploitatie van de tramlijn.

Via dit project is Veolia niet alleen rechtstreeks betrokken bij de handhaving van illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied, maar ook bij Israëls poging om de inlijving van Palestijns Oost-Jeruzalem onomkeerbaar te maken. Bovendien ondermijnt Veolia als gewillige uitvoerder van dit beleid de kansen op een rechtvaardige vrede voor het Palestijnse volk.

Illegaal volgens internationaal recht

Israëlische nederzettingen in de Bezette Palestijnse Gebieden en de inlijving van Oost-Jeruzalem zijn volgens het internationaal recht illegaal. Dit wordt bevestigd door verschillende VN-resoluties en het advies van het Internationaal Gerechtshof van 2004 over de muur.

De nederzettingen zijn in strijd met artikel 49 van de vierde Conventie van Genève: “De bezettende macht zal geen delen van zijn eigen bevolking deporteren of overbrengen naar gebieden die zij bezet” en met artikel 53 waarin het verbod staat om onroerende goederen te vernielen.

Deze schendingen leiden in sommige gevallen in Oost-Jeruzalem tot oorlogsmisdaden. Het gaat namelijk om ‘ernstige inbreuken’ van de Conventie (zie artikelen 146 en 147) vanwege de grootschalige onteigening van Palestijnse onroerende goederen die niet wordt gerechtvaardigd door een militaire noodzaak.

Deze ernstige inbreuken worden bevorderd door Veolia’s aandeel in de bouw en toekomstige exploitatie van geplande verlengingen van de tramlijn tussen de nederzettingen. De tramlijn zorgt ook voor een belangrijke infrastructuursverandering in de Bezette Palestijnse Gebieden, wat in strijd is met het internationaal recht, namelijk sectie 3 van de Conventie van Den Haag uit 1907.

Veolia verzorgt ook minstens vier buslijnen die dezelfde functie hebben als de tramlijn: de illegale nederzettingen ondersteunen en versterken en hen beter met Israël verbinden. De nederzettingen Mevo Horon, Giv’at Ze’ev en Har Shmuel worden met Israël verbonden door buslijnen 109 en 110 die worden gerund door Connex Israel, de lokale vertakking van Veolia.

Deze buslijnen doorkruisen Palestijnse dorpen. Toch kunnen Palestijnen die op de Westelijke Jordaanoever wonen deze busdiensten niet gebruiken (met de mogelijke maar onwaarschijnlijke uitzondering van een strook van 5 km). Buslijnen 7 en 19 verbinden het Israëlische dorp Modin met de nederzettingen Mevo Horon, Hashmonaim en Kfar Ha’oranim. Deze laatste twee illegale nederzettingen werden gebouwd op het grondgebied van de Palestijnse dorpen Bilin en Nilin waar regelmatig betogingen worden gehouden tegen de onteigening van hun land.

Bezetter dumpt afval in bezet gebied in Tovlan

Veolia’s steun aan de nederzettingen eindigt hier echter niet. Gedurende verschillende jaren heeft Veolia Transport Israel via de dochteronderneming TMM de stortplaats Tovlan in de bezette Jordaanvallei gerund. Tovlan heeft al die tijd Israëls illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever gesteund door hun afval te verwerken.

Tovlan verwerkt ook afval van Israël zelf en van het Israëlische leger; de bezetter dumpt zijn afval dus in het bezet gebied. Dochterbedrijven van Veolia Environmental Services behoren tot de bedrijven die afval naar Tovlan vervoeren. In resolutie 63/201 van 28 januari 2009 van de Algemene Vergadering van de VN wordt Israël opgeroepen om geen afval meer te dumpen in de Bezette Palestijnse Gebieden. Toch staakt Veolia deze activiteiten niet.

Volgens Veolia wordt Tovlan aan een lokale koper verkocht. Ook al is deze verkoop misschien al afgehandeld, Veolia’s medeplichtigheid wordt erdoor niet tenietgedaan, maar net vergroot. De geïnteresseerde koper is namelijk de nabijgelegen Israëlische nederzetting Massu’a.

Bovendien zal Veolia’s betrokkenheid voortduren via adviesverlening over Tovlan aan de nederzetting. Veolia’s betrokkenheid bij Tovlan wordt niet beïnvloed door de versmelting van Veolia Transport en Transdev aangezien de betrokken dochteronderneming deel uitmaakt van de afdeling Milieudiensten van Veolia Environnement.

Belangrijke successen van de BDS-campagne tegen Veolia in andere projecten waarbij het bedrijf in de running was voor contracten

– Sandwell Metropolitan, Edinburgh, Richmond, Portsmouth, Winchester & East Hants, South London Waste Partnership, Ealing, West London Waste Authority en East Sussex: sinds eind 2010 heeft Veolia afvalverwerkingscontracten met al deze instanties verloren na daadkrachtige lokale campagnes.

– Swansea: in juni 2010 heeft de gemeenteraad een voorstel goedgekeurd om geen contracten meer te sluiten met Veolia: “De gemeenteraad vraagt de burgemeester en het hoofd van de uitvoerende macht geen nieuwe contracten te ondertekenen of te laten ondertekenen of bestaande contracten te vernieuwen met Veolia of andere bedrijven die het internationaal recht overtreden, zolang hiermee geen relevante wetgeving wordt overschreden.”

– Caerphilly: In november 2010 heeft de gemeenteraad van Caerphilly een gelijkaardig voorstel goedgekeurd.

– Tower Hamlets (Londen): In februari 2011 heeft de gemeenteraad een voorstel goedgekeurd waarin de burgemeester gevraagd wordt alle contracten met Veolia te herzien, geen nieuwe contracten met het bedrijf te ondertekenen en alle banden met Veolia te verbreken.

– Stockholm Metro (Zweden): Jarenlang heeft Veolia Transport de metro van Stockholm geëxploiteerd. In 2009 heeft het bedrijf het vervangingscontract verloren na een belangrijke publieke campagne. Dit was een zware aderlating voor Veolia aangezien het contract miljarden euro’s waard was. De financiële directeur voor Zweden werd ontslagen. Het stadsbestuur van Stockholm heeft nooit toegegeven dat de campagne hieraan ten grondslag lag, maar het is algemeen geweten dat dit het geval was.

– Melbourne Metro (Australië): Na een doeltreffende campagne heeft Veolia Transport het contract voor de lightrailverbinding in Melbourne verloren. Zo heeft Veolia wederom een groot contract misgelopen. Dit betekende opnieuw een algemeen erkende overwinning voor de campagne hoewel het stadsbestuur dit ontkende. Lokale overheden vermijden controversen liever en beweren gemakshalve dat normale handelsbelangen hun beslissing hebben beïnvloed.

– Bordeaux (Frankrijk): In 2009 verloor Veolia Transport een contract ter waarde van 750 miljoen euro voor het grootste stedelijk tramnetwerk in Frankrijk.

– Dublin (Ierland): In 2010 vroeg het stadsbestuur van Dublin de burgemeester geen contracten met Veolia te ondertekenen of te vernieuwen.

Javier Garate

Javier Garate is als stafmedewerker bij het secretariaat van de War Resisters’ International (WRI) in Londen onder meer verantwoordelijk voor de campagne ‘War Profiteers’. Hij schreef deze bijdrage voor het juninummer van War Profiteers’ News (nummer 34, Londen, juni 2012).

(vertaling uit het Engels door Lene Cools)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!