Nieuws, Cultuur, Boek, Recensie, New york, Boekrecensie, Amerikaanse fotografie, Biografie, Just Kids, Patti Smith, Robert Mapplethorpe, Rockmuziek, Punkbeweging -

Patti Smith en Robert Mapplethorpe: de tederheid van fragiele iconen

Zelden liepen leven en werk zo door elkaar als bij cultfotograaf Robert Mapplethorpe en rockfenomeen Patti Smith. Ze waren elkaars geliefde, vriend en muze. Twee Amerikaanse bohémiens die zo intens samenleefden dat het hun werk beïnvloedde. In haar memoires 'Just Kids' schrijft Smith over hun bijzondere relatie. Zo lost ze de belofte in die ze deed vlak voor haar 'soul mate' aan aids stierf.

dinsdag 10 juli 2012 13:15
Spread the love

“Schrijf je ons verhaal?” smeekte een doodzieke Robert Mapplethorpe toen Patti Smith hem anno 1989 een laatste keer in het hospitaal bezocht. “We waren als Hans en Grietje en we waagden ons het donkere woud van de wereld in”, noteert de ‘Godmother of punk’ in ‘Just Kids‘, “er waren verlokkingen, heksen en demonen waarvan we nooit hadden kunnen dromen en er was pracht waarvan we maar ten dele een voorstelling hadden.”

Dichteres en zangeres Smith schreef een ‘memorial poem‘ voor haar vriend (“there is a steady hand, adept in heavens skin, spending into black, where pure hearts are kin”) en schoorvoetend ook deze memoires want “niemand kan spreken voor deze twee jonge mensen of met iets van waarheid over hun dagen en nachten samen vertellen. Alleen Robert en ik kunnen dat. Ons verhaal, zoals hij het noemde. En omdat hij er niet meer is, heeft hij de taak om het te vertellen aan mij overgelaten.”

Ode aan een vriend (en aan de vriendschap)

Na ettelijke jaren schrijven en herschrijven is dat verhaal, gebaseerd op de dagboeken die Smith bijhield toen ze samenleefden, eindelijk op papier gezet. Ruim 300 pagina’s lang en gelardeerd met foto’s uit het privéarchief van Smith. Het werd een ode aan een vriend (en aan de vriendschap), maar tegelijk ook een portret van een artistieke pleisterplaats (het New Yorkse Chelsea Hotel) en een beschrijving van het culturele klimaat in de jaren zeventig en tachtig.

Just Kids‘ is een werk dat in het teken staat van liefde en dood. Weinig verwonderlijk voor een zangeres die uitblonk in onheilszwangere rocksongs en die reeds op jonge leeftijd gedichten voordroeg die geïnspireerd waren door de Franse gedoemde dichter Arthur Rimbaud.

Haar autobiografie is op nadrukkelijke wijze een eerbetoon aan gestorven dierbaren (echtgenoot Fred Smith, dichter Jim Carroll, folkarchivaris Harry Smith). Maar het is vooral ook een soort Bildungsroman over de relatie en de gedrevenheid van twee jongeren die het, ondanks gevoelens van onzekerheid en melancholie, absoluut als kunstenaar wilden maken. Terwijl de dood als een zwaard van Damocles over hun hoofden hing.

Patti en Robert zijn maandagskinderen, beiden geboren in 1946 en al heel jong gebeten door de kunstmicrobe. “Heimelijk wist ik dat ik veranderd was”, besefte Patti na een museumbezoek als 12-jarige, “gegrepen door de onthulling dat mensen kunst scheppen, dat kunstenaar-zijn betekende dat je zag wat anderen niet konden zien”. Later kwam ze na een ongewenste zwangerschap tot een besluit: “Ik zou kunstenaar worden. Ik zou laten zien wat ik waard was.”

In datzelfde jaar, 1967, creëerde Robert enkele apocalyptische tekeningen die hem wakker schudden: “Van één ding was hij wel zeker. Hij was kunstenaar. En daarvoor zou hij zich nooit verontschuldigen.” Even later gaf Patti haar kind ter adoptie en trok ze naar New York City. Ze ontmoette Robert in de boekenwinkel waar ze werkte. De twee bohémien zielen voelden meteen een magnetische aantrekkingskracht. Ze werden onafscheidelijk: “We hadden ons werk en elkaar”.

Robert en Patti waren onbekend maar ambitieus. Smith vertelt daaromtrent een leuke anekdote in ‘Just Kids‘. Ze beschrijft hoe Robert en zij op Washington Square, pleisterplaats voor artiesten en blowers, richting fontein liepen toen een ouder echtpaar bleef staan en hen openlijk bekeek: “’O, maak eens een foto van ze’, zei de vrouw tegen haar bevreemde echtgenoot. ‘Volgens mij zijn ‘t kunstenaars.’ ‘Ach, ga weg’, zei hij schouderophalend. ‘They’re just kids’.”

Een plek om te leven, te leren en te schuilen

De vriendschap van Patti en Robert stond niet enkel in het teken van een gedeelde artistieke droom, maar was ook verbonden met New York. Een stad die ze nooit samen verlieten en waar hun leven in een stroomversnelling belandde vanaf het ogenblik dat ze in het beruchte Chelsea Hotel (waar je een kamer kreeg in ruil voor kunst) gingen wonen. Een plek om te leven, te leren en te schuilen. Een ontmoetingsplaats waar artistieke ontwikkelingen en morele omwenteling elkaar kruisten. Waar kunst en leven samenvielen. Waar kunst verankerd was in hun leven.

Het werd voor Patti en Robert een startpunt voor hun individuele trajecten. Waarbij elk zijn eigen spoor volgde, maar ze elkaar toch beïnvloedden. Hun liefdesrelatie loopt spaak op de ontluikende homoseksualiteit van Robert, maar ze bleven tot zijn dood vrienden. Omdat ze zich verwant voelden. “‘Patti, niemand ziet zoals wij’ vertelde hij me”, aldus Smith, “telkens wanneer hij zulke dingen zei, was het gedurende een magische spanne tijds of wij de enige twee mensen op de wereld waren”.

Patti en Robert waren ‘room mates‘ en werden ‘soul mates’. “Ik voelde me aangetrokken tot Roberts werk omdat zijn visuele vocabulaire verwant was aan mijn poëtische, ook al leken we ons naar verschillende bestemmingen te begeven”, schrijft Smith. En: “We hadden ons als kinderen van Maeterlinck (‘L’oiseau bleu’) naar buiten gewaagd om de blauwe vogel te zoeken en bleven haken aan de kronkelige doornstruiken van onze nieuwe ervaringen”.

‘Just Kids’ is geen succesverhaal vol hoerakreten; het boek vertelt onverbloemd en onsentimenteel over de twijfels, de frustraties, de ergernissen, de beperkingen en het verlangen naar erkenning van de jonge artiesten. “Een uitzonderlijke en bevoorrechte uitnodiging om een nog nooit eerder geopende schatkist te ontgrendelen”, stelt Johnny Depp. “We baden beiden voor Roberts ziel”, zegt Smith, “hij opdat hij hem zou verliezen, ik opdat hij hem zou bewaren”.

Patti Smith wist wat haar aansprak: de gedichten van Blake, Baudelaire, Rimbaud, Genet en de Beats. Ze wist ook wat ze niet wou, met name kunst zoals (de door Robert verafgoode) Andy Warhol die ontwikkelde: “Zijn werk reflecteerde een kunst die ik wilde vermijden. Ik had een hekel aan de soep en moest weinig van het blik hebben. Ik gaf de voorkeur aan een kunstenaar die zijn tijd veranderde in plaats van die te weerspiegelen”.

Icoon voor de punkbeweging

Schrijven, leven en tekenen. Dat waren de passies van Smith. Uiteindelijk zou ze een icoon worden voor de punkbeweging, naam maken als rockzangeres (haar versie van ‘Because the Night’ werd onsterfelijk) en componiste. Voor Robert werd fotografie (door Patti: “’Je zou zelf foto’s moeten nemen’, zei ik weer. Dat zei ik steeds opnieuw”) de roeping.

Met een polaroidcamera begon hij met het medium fotografie te experimenteren. Patti werd zijn eerste model, Robert maakte foto’s van hun leven. Leven en kunst waren onafscheidelijk. Op beide vlakken zochten de jonge dromers naar de essentie, naar de puurheid, de zuiverheid. “Robert streefde ernaar aspecten van de mannelijke ervaring te verheffen en homoseksualiteit te bezielen met mysticisme. Zoals Cocteau zei over een gedicht van Genet: ‘Zijn obsceniteit is nooit obsceen’”.

Mapplethorpe zou instaan voor de iconische hoesfoto van Smiths debuutalbum ‘Horses‘,  waarop ze in wit overhemd en nonchalant over haar schouder geworpen jasje staat afgebeeld. “Wanneer ik er nu naar kijk, zie ik niet mezelf. Ik zie ons”, schrijft Smith. De afzonderlijke carrière was ook verbonden met dat ‘ons’: “Robert en ik hadden de grenzen van ons werk verkend en ruimte voor elkaar gecreëerd”.

Vriendschap zorgde daarbij ook voor fierheid. Toen Smith met dank aan Bruce Springsteen wereldberoemd werd door ‘Because the Night‘ was Robert ‘ongegeneerd trots op mijn succes. Wat hij voor zichzelf wilde, wilde hij voor ons allebei. Hij blies een perfecte rookwolk uit en zei op een toon die hij alleen tegen mij bezigde – zogenaamd berispend – bewondering zonder afgunst, onze broer-zustaal. ‘Patti,’ zei hij lijzig, ‘je bent nog eerder dan ik beroemd geworden’.”

Zoals de titel ‘Just Kids‘ aangeeft heeft het verhaal van Patti & Robert iets kinderlijks, sprookjesachtig, onwerkelijk. Maar tegelijk schetst het ook een perfect beeld van een tijdperk en een tijdsgeest. Een tijd die Smith toeliet om zich samen met haar bandleden te zien “als de vroege Amerikaanse vrijheidsstrijders met een missie om de revolutionaire geest van rock-‘n-roll te bewaren, te behoeden en over te brengen”.

Kroniek van een aangekondigde dood

Na het opnemen van ‘Dream of Life‘ vroeg een zwangere Smith aan Robert om opnieuw de hoesfoto te maken, ook al was Robert toen al erg ziek (“hij droeg de dood in zich, ik het leven”). Toen Robert tijdens de shoot zijn lichtmeter liet vallen raakte hij gefrustreerd omdat hij wist dat hij zonder die meter geen perfect beeld kon maken. Een foto waarin Patti haar handen voor haar gezicht houdt.

Robert merkte dat er op een van haar handen een vlekje zat en beloofde meteen dat te retoucheren. Ook al vond Patti dat overbodig. Toen ze uiteindelijk het door hem gekozen beeld ontving, bleek dat niet echt scherp en was het vlekje op haar hand toch duidelijk zichtbaar. Robert was Patti gevolgd, de vriendschap die aan de basis lag van zijn kunst was belangrijker dan zijn esthetische principes.

‘Just Kids’ eindigt dan ook gepast op een zeer persoonlijke wijze met de kroniek van een aangekondigde dood. Alle emoties komen aan de oppervlakte. Spijt: “We hebben nooit (samen) kinderen gekregen. Ons werk was onze kinderen”. Lijden: “’Patti,’ zei hij, ‘ik ga dood. Het is zo pijnlijk”. Machteloosheid: “Mijn liefde voor hem kon hem niet redden. Zijn liefde voor het leven kon hem niet redden”. Fierheid: “Jouw werk, afkomstig uit een veranderlijke bron, kan worden herleid tot het naakte lied van onze jeugd”.

Patti Smith en Robert Mapplethorpe waren elkaars muze en elkaars vrienden. In woelige tijden. Voor- en tegenspoed. Een mooie relatie leidde tot een dito boek. Een melancholische ode aan het leven en de kunst. En aan radicale, creatieve geesten. Because the night belongs to lovers!

Dit boek is verkrijgbaar in onze shop.

take down
the paywall
steun ons nu!