Nieuws, Recensie, Cd-recensie, Sigur rós -

LuisterPost: Sigur Rós: Valtari

Kan een magische groep na een burn-out nog even sterk terugkeren? Zeker en vast. Sigur Rós bouwt op het nieuwe ‘Valtari’ deels uit de brokstukken van vroeger een nieuwe begeesterende plaat.

zaterdag 26 mei 2012 09:48
Spread the love

De IJslandse band Sigur Rós staat synoniem voor pure muzikale schoonheid. Muziek die zo mooi is dat een kennis van mij weigert om naar de platen van de groep te luisteren “omdat ze me zo verscheuren”.
Het was dan ook jarenlang zo dat we direct wisten wat onze plaat van het jaar was, als Sigur Rós er een klaar had. Maar ergens stokte het verhaal. Na het briljante Með suð í eyrum við spilum endalaust (2008) volgde een reeks van extreem goede, betoverende concerten. Maar tijdens de tournee die daarop volgde ging het verkeerd met verre van denderende optredens. Ook in de studio kwam het niet echt goed en Sigur Rós leek dan ook opgebrand. Er werd gekozen voor een break waarin zanger Jón ‘Jónsi’ Þór Birgisson zich ten volle uitleefde op onder meer de Riceboy Sleeps-cd (met Alex Somers, de medeproducer van Valtari) en zijn soloplaat Go.

De groep leek even voorgoed gezonken, maar met Valtari komt er een nieuw hoofdstuk bij en dat maakt ons blijer dan een drenkeling die een reddingboei toegeworpen krijgt.
Een eerste vaststelling is dat de band geen al te felle verandering heeft ondergaan sinds Með suð í eyrum við spilum endalaust. Het is wel zo dat de groep hier minder uitbundig is en een zeer sfeervolle plaat (niet echt ver weg van de schitterende Jónsi en Alex-cd) heeft afgeleverd.

Het is ook zo dat de IJslanders deze keer minder naar de gitaren grijpen en geen pogingen in de richting van pop of dance doen. Toch is de sound duidelijk meer elektrisch dan voorheen en moeten we ook in een aantal songs de stem van Jonsi missen. Dat levert een paar mooie instrumentals op, terwijl ook het koor The Sixteen te horen valt in ‘Varðeldur’, een herwerking van ‘Lúppulagið’ (dat we al kenden van de live-CD Inni). De kiem van dat nummer moeten we dan weer situeren in de Takk… -sessies (2005), net als ‘Dauðalogn’. ‘Rembihnútur’, ‘Fjögur piano’ en ‘Valtari’ komen dan weer voort uit bevlogen restjes van de laatste albumsessies uit 2008. Dit lijkt wel op het onderste uit de kan halen, maar toch geeft de plaat een samenhangende indruk waarbij het sleutelwoord nog steeds ‘onaardse schoonheid’ is. Het voornaamste is dat de groep terug is en – gek genoeg – iets meer IJslands klinkt dan voorheen. We moesten bij voorbeeld denken aan Jóhann Jóhannsson en de vroege Múm.
Valtari staat echter boordevol muziek die de moderne jachtige mens de kracht van rust en stilte inpepert. Schitterend dus en in zijn geheel de ideale soundtrack voor onderwaterschepen die traag door de zee gestreeld worden in hun eeuwige rust op de bodem. De adem inhouden lijkt gepast.

Beoordeling: ++++
(EMI)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!