Nieuws, Afrika, Politiek, Marokko, Berbers, Politierepressie, Volksopstand, Democratiseringsprocessen, Koning Mohamed VI, Internationale vrouwendag, Arabische lente, 20 februari-beweging, Analyse, Bni Bouayach, Rif, Al-Hoceima, Rif-republiek, Imzouren, Mohamed bin Abdelkrim al-Khattabi, Monarchie, Bachir Benchouab, L'Association marocaine des droits humains, Taza -

Bni Bouayach, de vlam van de Marokkaanse lente

In november 2011 schreef ik een verslag over Bni Bouayach met als titel: 'Bni Bouayach, onderweg naar een Marokkaans Sidi Bouzid?' Een vraagteken dat langzaam maar zeker verandert in een uitroepteken. De kiemen van een opstand waren toen al waarneembaar omdat de inwoners van dat stadje een campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid voerden die uniek was in Marokko.

maandag 12 maart 2012 17:05
Spread the love

Een escalatie leek toen al onvermijdelijk en nu lijkt de climax te zijn bereikt. Het noorden van Marokko staat aan de dageraad van wat misschien een volksopstand wordt.

De lange aanloop

Als reactie op het spontane uitbreken van de revoluties in de Arabische wereld stelde de toenmalige woordvoerder van het Marokkaanse regime, Khalid al-Nasiri, dat Marokko een uitzondering vormde in de regio. Op 20 februari 2011 kwamen honderdduizenden Marokkanen op straat in tientallen steden en dorpen om het tegendeel te bewijzen. De Marokkaanse lente was aangebroken.

Het noorden van Marokko zorgde voor het mooiste plaatje op die historische dag. De inwoners van de stadjes Bni Bouayach en Imzouren organiseerden een mars van 20 km door bergachtig gebied om deel te kunnen nemen aan de betoging in de dichtsbijzijnde grootstad al-Hoceima. Daar werden op die dag de verkoolde lichamen van vijf jongeren teruggevonden. De autoriteiten beweerden dat de vijf jongeren een bank hadden overvallen, terwijl de inwoners van al-Hoceima zweren dat ze door het regime werden vermoord. De toon was gezet voor een lange en intense periode van strijd in een regio die bekend staat als licht ontvlambaar.

Bni Bouayach, chronologie van een Marokkaanse opstand

De lokale afdeling van de 20 februari-beweging in Bni Bouayach had meteen een eisenpakket klaar dat onder meer inhield dat er een onafhankelijk onderzoek moest worden gevoerd naar de excessen van Jamal Nehhas, het hoofd van de lokale gemeenteraad. Wijdverspreide corruptie en nepotisme zijn slechts twee van de vele beschuldigingen die hem naar het hoofd werden geslingerd. Omdat er niet werd geluisterd naar de jongeren besloten zij om hun protest uit te breiden. Ze zetten een tentenkamp op voor het gemeentehuis en bleven er kamperen tot hun eisen zouden worden ingewilligd.

In oktober 2011 escaleerde de situatie opnieuw toen agenten in burger een bus tegenhielden die Abdelhalim al-Baqqali vervoerde. Al-Baqqali is een prominente lokale activist, die werd gearresteerd op een manier die meer doet denken aan ontvoeringen uit het gangstermilieu.

Toen het nieuws van zijn arrestatie Bni Bouayach bereikte, werden alle toegangswegen tot die stad geblokkeerd en hielden de inwoners massale betogingen. Het openbare leven werd lam gelegd door een algemene staking. Die acties waren succesvol en al-Baqqali kwam vrij en werd als een held ontvangen.

Vlag van de Rif-republiek

Op de eerste wekelijkse zondagbetoging van de 20 februari-beweging na de mislukte arrestatie van al-Baqqali haalde Bni Bouayach de voorpagina’s van vele Marokkaanse kranten. Enkele demonstranten paradeerden met de vlag van de Rif-republiek in een duidelijk antimonarchistisch statement – door sommigen ook verstaan als een separatistisch statement. De Rif-republiek staat in het collectieve geheugen van de Riffijnen gegrift als een bijzonder trotse passage in hun geschiedenis.

Zoals de naam al duidelijk maakt, was de Rif-republiek een fase waarin het noorden van Marokko zich onttrok aan zowel het Europese kolonialisme als het despotisme van het Alawitische sultanaat – intussen getransformeerd tot monarchie. De Riffijnse verzetsheld, en ook de emir van de Rif-republiek, is Mohamed bin Abdelkrim al-Khattabi. Hij leidde in de jaren twintig van de vorige eeuw de strijd tegen de Franse en Spaanse bezetters in het noorden van Marokko.

Het oproepen van die antikoloniale herinnering bezorgt de huidige monarchie nachtmerries, omdat de propaganda van het regime gestoeld is op de veronderstelling dat eenheid en stabiliteit in Marokko enkel gegarandeerd kan worden door een koning. Het paraderen met de vlag van de Rif-republiek komt overeen met het opsteken van een middelvinger naar de Marokkaanse monarchie.

Kamal al-Hassani

Nadat het regime faalde in het ontmijnen van de tijdbom in Bni Bouayach zocht het zijn toevlucht tot een nieuwe tactiek. De lokale autoriteiten manipuleerden een lokale man die Kamal al-Hassani vermoordde, een andere prominente lokale activist. Die moord betekende het keerpunt voor de lokale protestbeweging en luidde een nieuwe fase in in de strijd tussen het regime en plaatselijke bevolking.

Na de moord op al-Hassani trokken duizenden mensen de straat op en escaleerde de situatie. De bewoners bezetten de kantoren van de elektriciteitsmaatschappij en maandenlang weigerden ze de facturen te betalen. Ook veranderde het tentenkamp voor het gemeentehuis in een regelrechte bezetting van het plein. Zo werd de toegang tot het gemeentehuis volledig versperd.

De moord op al-Hassani viel enkele weken voor de verkiezingen van 25 november en de lokale activisten zorgden ervoor dat er een totale boycot kwam van die verkiezingen. Geen enkele partij mocht campagne voeren in Bni Bouayach en van een stem uitbrengen was ook geen sprake.

Sinds die moord kunnen we niet meer spreken van een ‘functionerende staat’ in Bni Bouayach omdat de bewoners alle instellingen van de staat: gemeentehuis, politie, etc. boycotten. Meer en meer nemen mensen de term ‘bezettingsmacht’ in de mond om de ordetroepen aan te duiden.

Één jaar 20 februari-beweging

Zondag 19 februari 2012 markeerde de eerste verjaardag van de 20 februari-beweging. In Bni Bouayach scandeerde al-Baqqali (de activist die uit de bus werd geplukt) de volgende slogan: “Moge Hoebal 6 vallen!” Duizenden anderen herhaalden die slogan zonder enige aarzeling. Met Hoebal wordt koning Mohamed VI bedoeld. Hoebal, is de pre-islamitische godheid die in Arabië werd vereerd voor de komst van de islam. De profeet Mohamed vernietigde deze godheid toen hij vlak voor zijn dood Mekka veroverde.

Het is een dubbele belediging voor Mohamed VI om Hoebal te worden genoemd, omdat hij beweert afstammeling te zijn van de profeet en pretendeert de numero uno-moslim te zijn in Marokko in zijn hoedanigheid als prins der gelovingen. Dat de bewoners van Bni Bouayach zo openlijk voor de val van de monarchie scandeerden, zal niet onopgemerkt zijn voorbijgegaan in de hoogste politieke kringen in Marokko.

In een laatste poging om een openlijke confrontatie te vermijden met de bewonders van Bni Bouayach probeerden de autoriteiten de lokale (economische) elite zover te krijgen dat ze hun invloed zouden gebruiken om de protestbeweging in een slecht daglicht te stellen. Ook dat faalde.

Arrestatie van Benchouab

Op vrijdag 2 maart 2012 arresteerden de ordediensten Bachir Benchouab wegens een misdaad die hij had gepleegd begin jaren 2000. Een inwoner uit Bni Bouayach bevestigt dat Benchouaeb een crimineel verleden had, maar dat hij jaren geleden zijn leven had verbeterd. Een andere inwoner beweert dat de werkelijke reden voor zijn plotse arrestatie zijn activisme binnen de 20 februari-beweging is.

Hoedanook, zijn arrestatie lijkt meer op een bewuste provocatie dan het resultaat van een authentieke bekommernis om het handhaven van de openbare orde. Zijn crimineel verleden wordt aangehaald om de protestbeweging zwart te maken op lokaal en nationaal vlak.

Los van het motief betekende de arrestatie van Benchouaeb een zoveelste escalatie en leidde tot een algemene staking in de stad. Alle wegen werden geblokkeerd en activisten begonnen op maandag 5 maart aan een 23 km-lange mars naar al-Hoceima, de belangrijkste stad in de regio, om zijn vrijlating te eisen. In Isli, net voor al-Hoceima, was de oproerpolitie massaal uitgerukt en de demonstranten slaagden er niet in de stad te bereiken.

De hel barst los

Voor donderdag 8 maart kon men de patstelling in Bni Bouayach beschrijven als het resultaat van een psychologische uitputtingsslag tussen het Marokkaanse regime en de lokale protestbeweging. In de nacht van 8 op 9 maart 2012 veranderde het karakter van die strijd totaal. 

Die nacht trokken de ordetroepen – of onderdrukkingstroepen zoals de lokale mensen zeggen – met veel machtsvertoon Bni Bouayach binnen in een poging om de symbolische hoofdstad van de 20 februari-beweging in de Rif-regio op de knieën te dwingen. Maar de demonstranten verlieten het strijdveld niet zonder slag of stoot.

Die nacht zijn er 22 arrestaties verricht en zijn er tientallen gewonden gevallen. Onder anderen Mohamed Jalloul, een bekende lokale leraar en activist van de 20 februari-beweging, en Said al-Wazghari van de Nationale Beweging voor Hoogopgeleide Werklozen, behoorde tot de gearresteerden. 

Huizen werden willekeurig doorzocht, winkels werden geplunderd en auto’s werden in brand gestoken. Volgens een verpleger in het lokale ziekenhuis probeerden de ordetroepen ambulances in brand te steken zodat de gewonden niet meer verzorgd konden worden. Ook werd het ziekenhuispersoneel geïntimideerd. En op zondag 11 maart arresteerde de politie zelfs gewonden in het ziekenhuis.

De AMDH (L’Association marocaine des droits humains) veroordeelde in een persverklaring het brutale gedrag van de ordediensten en stelde vast dat er verschillende mensenrechtenschendingen plaatsvonden. Ook hekelde de AMDH het tijdstip van de brutale aanval omdat die gebeurde op de Internationale Vrouwendag van 8 maart. 

De mensenrechtenorganisatie maakte bovendien gewag van racistische opmerkingen jegens de inwoners van Bni Bouayach, waar vooral Imazighen (Berbers) wonen. De ordediensten zouden zelfs hebben gedreigd met een herhaling van het scenario van 1958-1959 (toen werd een opstand in de Rif-regio bloedig onderdrukt door de dictator Hassan II, toen nog kroonprins, met duidenden doden tot gevolg).

Geen wonder dat hele families de bergen rondom Bni Bouayach invluchtten toen de ordetroepen probeerden de stad af te sluiten van de buitenwereld. Volgens sommige bronnen dreigden ze er zelfs mee vrouwen te verkrachten (een beschuldiging die ook werd geuit toen het Marokkaanse regime in januari 2012 een soortgelijke opstand in Taza onderdrukte). 

In de steden rond Bni Bouayach werd op 8 maart een uitgaansverbod ingesteld. Maar de schermutselingen tussen lokale activisten en de ordetroepen gaan vandaag hun vijfde dag in. De sfeer is bijzonder gespannen in de regio en nieuws sijpelt langzaam, maar zeker door.

De autoriteiten laten geen onafhankelijke journalisten toe in de regio en een Nederlandse verslaggever, Faouzi Zalen van Amazightimes.nl, is zelfs gearresteerd in Imzouren en moet op maandag 13 maart voor de rechter verschijnen. De Marokkaanse staatsmedia zijn muisstil over de broedende opstand. Zelfs de pan-Arabische nieuwszender al-Jazeera, die nauwelijks over de 20 februari-beweging heeft bericht, bracht een kort verslag uit van de opstand in Bni Bouayach. 

Ondertussen neemt de opstand steeds grotere proporties aan. Meer en meer activisten worden gearresteerd en de ordetroepen riepen versterking op vanuit Taza. Politieagenten die met stenen gooien, oproerpolitie die charges uitvoeren, helikopters die circelen boven de bergen rond Bni Bouayach waar mensen zich verschansen, dat is Bni Bouayach vandaag.

Lokale activisten hebben intussen communiqués uitgevaardigd die doen denken aan de Syrische volksopstand. Activisten hebben boven het gemeentehuis al de Marokkaanse vlag neergehaald en de vlag van de Rif-republiek gehesen. Demonstranten lopen openlijk over straat met die vlag en trotseren alzo de suprematie van de monarchie. In de naburige stadjes Boukidaren, Imzouren en al-Hoceima zijn er ondertussen soortgelijke confrontaties ontstaan. Op zondag 11 maart probeerde de 20 februari-beweging twee marsen te houden richting Bni Bouayach die ontaarden in rellen met de ordediensten.

Hoe zal het evolueren?

Een revolte in Bni Bouayach was slechts een kwestie van tijd. De afloop ervan zal cruciaal zijn voor de nieuwe regering. Als de opstand blijft aanhouden – en zich zelfs uitbreidt – zullen de gevolgen van groot belang zijn voor de toekomst van Marokko.

Doorheen de geschiedenis hebben de Riffijnen getoond dat ze zich kunnen verenigen tegen een buitenlandse bezetter. Als de monarchie de opstand bloedig zal onderdrukken – zoals ze heeft gedaan in 1926, 1958 en 1984 – en de Riffijnen het koningshuis zullen zien als een buitenlandse bezettingsmacht (een term die al in de mond wordt genomen in Marokko) dan zal de Marokkaanse lente een bloedige episode worden.

De laatste opstanden in de regio werden relatief makkelijk onderdrukt omdat die opstanden veleer lokaal dan nationaal waren. De 20 februari-beweging is er echter in geslaagd om een nationale beweging te creëren die overal voet aan de grond heeft gekregen. De opstand in Taza in januari bewijst dat ontevredenheid niet enkel een Riffijnse aangelegenheid is.

Aan de andere kant is de monarchie er goed in geslaagd om het dodental te beperken. Raakt het geduld op in Rabat? De 20 februari-beweging zit in een dipje en krijgt de grote massa’s niet meer op straat. Is het regime hierdoor overmoedig en hoopt het door bruut geweld de opstand te onderdrukken? Er broeit iets in Marokko. Wordt Bni Bouayach het Marokkaanse Sidi Bouzid?

(*) Dit artikel is er gekomen met de hulp van twee activisten uit Bni Bouayach die liever anoniem willen blijven. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!