Geen hoofddoekjes achter de kassa, maar voor de kassa zijn ze meer dan welkom
Opinie, Nieuws, Hoofddoekenverbod - Yasmina Akhandaf

Geen hoofddoekjes achter de kassa, maar voor de kassa zijn ze meer dan welkom

Wouter Torfs, manager van de winkelketen Schoenen Torfs, zei in het Radio1-programma Peeters&Pichal dat vrouwen met een hoofddoek "niet moeten komen solliciteren voor een job waarbij ze met klanten in contact komen". Yasmina Akhandaf van BOEH (Baas over Eigen Hoofd) reageert.

zondag 12 februari 2012 21:23
Spread the love

Beste Wouter Torfs,

Wellicht verwacht u dat ik met dit schrijven toelicht waarom het dragen van religieuze ‘symbolen’ in verkoopsfuncties wél moet kunnen. De gekende argumenten komen dan aan bod. Een bedrijf hoeft helemaal niet ‘neutraal’ te zijn en al zou een bedrijf dat eventueel willen, dan zal dit principe zeker niet verwezenlijkt worden door middel van een verbod (ook al doen sommige overheidsdiensten ons dat geloven). Het neutraliteitsprincipe is van uiterst belang omdat het juist als doel heeft minderheden te beschermen. De voorbije jaren hebben we echter gemerkt dat steeds meer bedrijven beroep doen op dit principe om net het omgekeerde te bewerkstelligen. Inderdaad, door deze enge en strikte interpretatie van neutraliteit verkrijgen we een perverse uitwerking waarbij minderheden net worden uitgesloten. Door er heel snel aan toe te voegen dat u streeft naar een bedrijf dat de diversiteit van onze maatschappij moet uitstralen, zet u niet recht wat u zonet heeft scheef getrokken. ‘Diversiteit’ is tegenwoordig een containerbegrip, en een doel dat u inderdaad kan bereiken met een verbod. Want onder de diversiteit vallen een heleboel uiteenlopende subgroepen… . Maar goed, zoals reeds vermeld, schrijf ik u hiervoor vandaag niet aan.

Waarom richt ik me dan wel tot u? Eerst en vooral, werd ik vorige week opgebeld door een medewerker van een consultancybureau dat voor Torfs een actieplan ontwikkelt om meer ‘diversiteit’ aan te trekken. Met name meer vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst, omdat zij blijkbaar een belangrijke doelgroep vormen voor uw bedrijf. Zoals ik de medewerker  ook heb meegedeeld, moet u weten dat de meerderheid van deze vrouwen moslim is. Een hoofddoekenverbod is dan zeker geen goed idee. U begrijpt toch dat een bevolking niet enkel kan worden ingedeeld in hokjes van kleur (of etniciteit), maar dat er meerdere hokjes zijn. Daarenboven is ieder van ons ook nog een combinatie van verschillende hokjes. Net zoals ikzelf in het hokje ‘gekleurd’ pas maar ook in het hokje ‘vrouw’ én – je kan er niet omheen –  in het hokje ‘moslim’. Dus beste Wouter Torfs, in plaats van duizenden euro’s te spenderen aan consultancy, raad ik je aan deze grote bedragen te schenken aan een goed doel, want het overgrote deel van de Turkse en Marokkaanse vrouwen zal je alvast niet bereiken. 

Ten tweede: kocht eergisteren toch wel een paar schoenen gekocht bij Torfs, zeker! Had ik het dan maar geweten… .Want laten we eerlijk zijn, met een personeelsbeleid als het uwe wenst u geen hoofddoekjes achter de kassa, maar voor de kassa zijn ze meer dan welkom. Ik stel voor om er meteen een waterdicht beleid van te maken, door een welbepaalde groep ook niet meer te aanvaarden als klant. Op deze manier hoeft u dan ook niet meer op zoek te gaan naar een weerspiegeling van deze groep binnen uw personeelsbestand. Met die mooie sixties-schoenen in het achterhoofd, die ik eergisteren in één van uw filialen heb gekocht, laten we ons allemaal maar volledig teleporteren naar de jaren zestig en een bordje voor de deur te hangen met een lijst van klanten die u liever kwijt bent dan rijk.

Misschien zullen sommige lezers van deze brief vinden dat ik net iets te hard ben voor u. De hoofddoekenfobie (net als de islamofobie) is nu eenmaal een maatschappelijk fenomeen en u bent niet de enige die mag veroordeeld worden, u bent slechts medeplichtig. Laat ik er meteen aan toevoegen dat deze redenering opgaat voor alle bedrijven die uw filosofie hanteren. Zoals de Hema die enkele maanden geleden ook bezweken is onder de ‘sociale druk’ (ironie alom) van de maatschappij die er ‘nog’ niet klaar voor is. Maar vooral de overheidsdiensten spannen de kroon. Het beleid van Stad Antwerpen was niet enkel een bittere pil in 2007, maar laat ook vandaag nog een vreselijke nasmaak na.

Met vriendelijke groeten,

Yasmina Akhandaf
Een ex-klant

Namens BOEH!

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!