Hoe Win je Verkiezingen in Liberia: Een Verslag van Binnenuit

Hoe Win je Verkiezingen in Liberia: Een Verslag van Binnenuit

zondag 29 januari 2012 13:06
Spread the love

Het gaat goed met Liberia, zo lijkt het wel. Sinds het einde van de burgeroorlog in 2003 die het land, en bij uitbreiding de regio, voor 15 jaar gegijzeld hield is bijzonder veel gebeurd. De, voornamelijk jonge, strijders zijn ontwapend en gedemobiliseerd. Ondanks gemengde interpretaties van dit proces blijft de overheid vasthouden dat de operatie geslaagd mag worden genoemd. Onder leiding van de VN missie in Liberia (UNMIL) zijn in 2005 democratische verkiezingen georganiseerd die een einde gemaakt hebben aan de corrupte overgangsregering onder leiding van Gyude Bryant. Er is de voorbije vijf jaar een klimaat van stabiliteit gecreëerd onder leiding van President Ellen Johnson-Sirleaf. Door haar internationale reputatie (mede opgebouwd door haar opleiding in Harvard en haar ervaring bij het IMF en de Wereldbank) heeft zij succesvol de wereld afgereisd op zoek naar geld voor de wederopbouw van “haar” land. Er is in de eerste plaats geïnvesteerd in de veiligheidssector en in grote infrastructuurwerken zoals de heraanleg van wegen, bruggen, een nieuwe universiteitscampus en een voetbalstadion. Het grootste deel van die investeringen is vooral zichtbaar in Monrovia, sinds de oorspong van het land in 1847 zowel de hoofdstad als het absolute centrum van de macht.
Naast NGOs, die nog steeds teren op het feit dat Liberia een kwetsbaar post-conflict gebied is, zijn ook steeds meer bedrijven overtuigd van de stabiliteit die heerst in het land en die daardoor langtermijncontracten durven afsluiten. Hun hoofdkantoor vestigen ze vaak in Monrovia, maar dat neemt niet weg dat ze ook vaak actief zijn in het binnenland. Zo is de ijzerertsmijn die voor de oorlog in handen was van LAMCO (een Zweeds-Amerikaans-Liberiaans consortium) overgenomen en opnieuw opgebouwd door Arcelor Mittal. Zij hebben de spoorlijn van Yekepa, helemaal in het noorden van het land, tot de kust opnieuw aangelegd en pompen jaarlijks 3,5 miljoen USD in de drie counties (provincies) waar ze actief zijn. Dit bedrag is te besteden aan ontwikkelingsprojecten. Deze positieve tendensen culmineerden recent in de toekenning  van de Nobelprijs voor de vrede aan President Ellen Johnson-Sirleaf en Leymah Gboweeh, een prominente vredesactiviste.
En: eind vorig jaar zijn, volgens lokale en (inter)nationale waarnemers,  “democratische, vredevolle en transparante” verkiezingen georganiseerd. De voorbereiding en de organisatie ervan waren in handen van de Liberiaanse overheid. Voor velen gold dit als een belangrijke test voor de prille democratie.
Ondanks al dit onmiskenbaar goede nieuws blijft een groot deel van de bevolking nog steeds met frustraties achter. Zo wordt veel geklaagd over de onevenredige verdeling van de nieuwe rijkdommen die het land genereert of over de wijdverspreide corruptie. Ook wachten nog heel veel jongeren ongeduldig op de vele jobs die hen beloofd zijn.
Met een analyse van de verkiezingen, vertrekkend bij de periode van campagnevoering en eindigend bij de onderhandelingen erna, hoop ik inzicht te verschaffen in een aantal krachtlijnen die mee de politieke cultuur in Liberia karakteriseren. Als een land, gekenmerkt door jarenlange strijd en crisis, zien we immers dat, zoals in andere postkoloniale en postconflict gebieden, een staat regeert die onvermijdelijk meervoudig en diffuus is. In plaats van daarbij de discussie te voeren over de vraag of de staat nu sterk, zwak of afwezig is, stel ik voor om in detail te kijken naar hoe politieke praktijken en politiek discours beleefd worden tijdens het “politieke seizoen”. Een moment waarop dit discours dominant en openbaar wordt.
Als onderzoeker in Liberia sinds augustus 2011 heb ik dit proces voornamelijk gevolgd vanuit Nimba County, een provincie die grenst aan Ivoorkust en Guinee, relatief ver verwijderd van de centrale overheid in Monrovia (het heeft weinig zin om in kilometers te spreken aangezien de staat van de wegen vaak te wensen overlaat, maar gemiddeld is het ongeveer 7 a 8 uur rijden met de wagen). Vanuit dat gezichtspunt kan het relaas van de verkiezingen en hun nasleep de complexiteit van politieke en sociale processen in Liberia en de regio blootleggen en duiden. Door aandacht te schenken aan de perceptie die de bevolking heeft van de kandidaten en de campagnestrategiëen, kan inzicht ontstaan in de alledaagse beleving en verwerking van politieke processen in dit land.
In wat volgt ga ik daar drieledig op in. In het eerste deel schenk ik aandacht aan de verkiezingen van de vertegenwoordigers en meer bepaald het discours dat daarbij hoort. Daarin worden drie kenmerkende tendensen besproken die steeds terugkeerden tijdens de campagne: de mobilisatie van stemmers door de verschillende kandidaten, het kopen en verkopen van stemmen en het belang van geruchten.In het tweede deel focus ik meer op het nationale niveau en heb ik meer aandacht voor de campagne tijdens zowel de eerste als de tweede ronde van de Presidentsverkiezingen. Met oog voor het onderscheid tussen stads- en junglemensen analyseer ik hun reacties op verschillende kandidaten en bijhorende sociale hierarchieën. In deel drie breng ik beide bij elkaar en probeer ik een aantal algemene dynamieken  te benoemen die het proces zoals het zich in Liberia heeft afgespeeld verder kenmerken.

1. De Strijd van de Vertegenwoordigers: Alles is te Koop

Vijf jaar na de eerste verkiezingen sinds het einde van de oorlog werden op 11 oktober vorig jaar samen met een nieuwe president ook de nieuwe vertegenwoordigers en junior senators gekozen. Die laatsten zetelen respectievelijk in het parlement en in de senaat. De senatoren worden verkozen per provincie en elke provincie in Liberia is verder onderverdeeld in kiesdistricten van maximaal 20,000 geregistreerde kiezers die een vertegenwoordiger kiezen. Voorafgaand aan de stembusslag vond een registratiecampagne plaats en stemmen kan enkel in het district waar men geregistreerd is. Het verkiezingsveld dat daaruit ontstond was breed: meer dan 700 kandidaten voor 70 zetels in het parlement, 99 kandidaten voor 15 zetels in de senaat en 16 kandidaten voor 1 presidentiële troon.
Net als in elke verkiezing hadden de belangrijkste partijen, de Unity Party (UP) en de Congress for Democratic Change (CDC), hun kandidaten met elk een partijbudget om hun campagne klank bij te zetten. Concreet betekent dat in Liberia: rijst brengen naar potentiële kiezers, koeien slachten, zink weggeven waarmee ze mensen letterlijk een dak boven het hoofd verschaffen of T-shirts printen. Hoewel de steun van een partij een belangrijke duw in de rug kan betekenen, zijn de vertegenwoordigersverkiezingen in de eerste plaats een lokaal gebeuren. Kandidaten met een sterke reputatie maar zonder partijsteun halen het vaak van gevestigde partijen. Nimba is hierop geen uitzondering. Integendeel, naast de twee belangrijkste partijen op nationaal vlak is dit de provincie van voormalige rebellenleider Prince Johnson, die met zijn partij National Union for Democratic Progress (NUDP) een gooi doet naar het presidentschap. Over zijn campagne volgt meer in deel 2 van dit artikel maar voor nu is het belangrijk te weten dat hij in Nimba nog steeds door velen gezien wordt als een held die zijn volk bevrijd heeft en dus een belangrijke rol speelt bij de verkiezingen.
Net als overal zijn verkiezingen in Liberia een spel van aantallen. De kandidaat die de meeste geregistreerde stemmers weet te overtuigen wint een zetel in het parlement. Dat het gaat om geregistreerde stemmers is geen onbelangrijk detail. In sommige gebieden konden bepaalde kandidaten met enige zekerheid voorspellen of ze het zouden halen of niet. Omwille van de vele vluchtelingen tijdens de oorlog en door andere vormen van migratie bevinden zich vandaag de dag immers grote groepen mensen buiten hun “thuis”. Zowel tijdens de registratie als tijdens de eerste ronde van de verkiezingen zijn mensen massaal “naar huis gebracht” door de kandidaten. Omdat velen onder hen vaak niet over de middelen beschikken om dat te doen, geven ze graag hun stem in ruil voor de gratis rit. Eender welke weg je volgde in Liberia de week voorafgaande aan de verkiezingen, er kwam altijd wel een auto, pick-up of vrachtwagen voorbij, volgeladen met mensen die partijliederen of de lofzang van een kandidaat zongen. Kandidaten met voldoende middelen konden zo in principe hun eigen meerderheid verwerven. Het zijn vaak onafhankelijke kandidaten die geen financiële steun van buitenaf genieten die verplicht zijn dit te regelen op krediet. En zoals Nukkie Thomson (vertolkt door Steve Buscemi), penningmeester van Atlantic City in de serie Boardwalk Empire (HBO) antwoordt op de vraag of verkiezingen kostelijk zijn met ‘het is duurder als je verliest dan als je wint’, is het voor verliezende kandidaten vaak duur om hun schuld terug te betalen. Zo kwam net na de eerste ronde een verliezende kandidaat op bezoek bij mijn gastheer om even uit te rusten, en ook om samen op collecte te gaan bij vrienden en familie om zo iedereen die “gebracht” werd ook te kunnen terugvoeren en om zijn schuld af te betalen. Tegen de avond moest hij nog zes adressen bezoeken in de hoop 500 USD bij elkaar te krijgen. De volgende ochtend ben ik hem gevolgd naar de immigratiepost aan de grens van de stad waar een laatste achterblijver de nacht had doorgebracht en nu zijn geld kreeg om naar Monrovia terug te keren. Een andere kandidaat bezat redelijk wat onroerende goederen maar zag zich genoodzaakt om alles te verkopen om zo zijn campagne te kunnen financieren.
Een tweede manier om veel stemmen te winnen is door ze simpelweg te (laten) kopen. Dit kan  zowel direct als indirect. Het begint tijdens de campagne, waarbij de kandidaten heel genereus dorpen en steden aandoen, gewapend met geld en geschenken. Dit tot blijdschap van de bevolking die met veel plezier alles aanneemt, maar toch hun stem voor zich houdt. Hoewel het als bijzonder negatief ervaren wordt als kandidaten met lege handen toekomen, worden op deze manier weinig stemmers definitief overtuigd. Ik illustreer dat concreet: ik werd uitgenodigd door de jongerenvoorzitter van de NUDP voor de ceremonie waarbij een koe geslacht werd door de kandidaat van Ellen Johnson-Sirleaf’s Unity Party. Toen ik hem vroeg waarom hij mij uitnodigde en daar zelf aanwezig was, vertelde hij vrolijk dat hij alle recht had om het vlees te eten maar dat hij daarvoor zijn stem nog niet weg hoefde te geven…
Ondanks grote spandoeken in Monrovia waarbij aandacht gevestigd wordt op het belang van iedere stem en een doordacht kiesgedrag, worden veel stemmen ook direct gekocht en verkocht. Na de eerste ronde van de presidentsverkiezingen was er grote discussie in Nimba over wie de steun zou krijgen van Prince Johnson nadat die een grote meerderheid had gehaald binnen de provincie, maar nationaal op de derde plaats was gestrand. Toen het gerucht de ronde deed dat zijn steun mogelijk naar de Unity Party zou gaan, laaiden de discussies in Nimba hoog op. Zo hoorde ik mijn buurvrouw voor de hele straat schreeuwen dat als “Ellen” haar stem wou, ze dan maar persoonlijk moest langskomen om die te kopen. Maar dat ze er niet goedkoop vanaf zou komen. Nog directer ging het op 8 november, de dag van de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Ik stond ’s ochtends in de winkel toen een klant binnenkwam. Om een conversatie aan te knopen vroeg ik of hij al gestemd had. Hij antwoordde dat hij tijdens de eerste ronde zijn stem (voor NUDP) al had gegeven en “zijn” kandidaat dus niet meer mee deed. Daarop vroeg de winkeluitbater prompt hoeveel hij voor zijn stem vroeg. Met 20 Liberiaanse Dollar  en een glas Pastis  was de deal geklonken en was de man onderweg naar het stemlokaal om, zoals gevraagd, UP te stemmen.
Een derde belangrijke bepalende factor, naast het werven en kopen van stemmen, is ervoor te zorgen dat geruchten ofwel onder controle blijven ofwel gericht gelanceerd worden. Nog voor de campagne goed en wel begonnen was, lag de Superintendent  van de provincie onder vuur omwille van mogelijk mismanagement van ontwikkelingsfondsen die Arcelor Mittal ter beschikking had gesteld. Op elke straathoek klonken verschillende bedragen en projecten waaraan het besteed zou zijn, de ene al indrukwekkender dan de andere. Zo zou ze voor 15000 USD zes buitentoiletten gebouwd hebben. Er werd ook gezegd dat ze eigenlijk niet kon kandideren omdat ze al een overheidsfunctie bekleedt. Wat van deze verhalen waar is, doet er in een land als Liberia uiteindelijk niet veel toe.Het geruchtencircuit is hier immers vaak sterker dan de waarheid. In dit deel van het land is alfabetisering nog altijd een grote uitdaging en zijn geschreven media niet aanwezig. ‘Nieuws’ wordt voornamelijk verspreid door gemeenschapsradio’s die vaak boodschappen uit Monrovia recycleren. Binnen deze context verspreiden geruchten zich veel sneller en leggen ze veel grotere afstanden af dan de ‘officiële’ versie van het nieuws met als gevolg dat ze ook grote delen van de kiezers kunnen beïnvloeden. Tot de dag van de verkiezingen zijn de verhalen de kandidate blijven achtervolgen. Na de bekendmaking van de resultaten bleek ook dat ze het niet gehaald hand maar, zo gaat het nieuwe gerucht, haar nauwe band met de President zal ervoor zorgen dat ze binnen de nieuwe regering wel een positie zal krijgen. Eenzelfde verhaal circuleerde rond een burgemeester van een kleinere stad in de regio die zijn burgemeesterschap moest laten varen nadat hij zich kandidaat had gesteld voor een zetel als vertegenwoordiger. Meer specifiek vertelde men dat die afzetting op een nare manier is verlopen. Een UP kandidaat zou ervoor gezorgd hebben dat hij ontslagen werd om zo zijn eigen kansen gaaf te houden. Het pakte echter anders uit. Na zijn ontslag, uit medeleven met de manier waarop het hem was vergaan, steeg zijn populariteit in de regio enorm. In tegenstelling tot andere kandidaten had hij weinig middelen om campagne te voeren maar overal waar hij ging, zo gaat het gerucht, boden de mensen hem geld aan, in plaats van andersom. Hij werd gerustgesteld met de boodschap, “we weten dat je nu niets hebt maar we weten ook dat je, nadat je verkozen bent, alles zal terug betalen”. De steun die hij uiteindelijk gekregen heeft van Prince Johnson, heeft hem nog dat laatste duwtje in de richting van de overwinning gegeven.
Alles samen genomen zijn de lokale verkiezingen veel persoonlijker en zijn er verschillende manieren voor de kandidaten om hun overwinning veilig te stellen. Partijallianties en – ideologieen doen weinig terzake als mensen stemmen op basis van wie ze kennen of bij wie ze (denken) het grootste persoonlijke voordeel te halen. Kandidaten kunnen ‘hun’ mensen daarvoor zelf samenbrengen, partisanen en kandidaten kunnen stemmen kopen of geruchten kunnen de wereld ingestuurd worden om een carrière te maken of te kraken. Met andere woorden, alles is te koop: mensen, stemmen, en een  verhaal moet goed verkocht worden.
In de eerste ronde zijn zowel de Junior Senator als zeven van de negen vertegenwoordigers voor Nimba naar de NUDP van Prince Johnson gegaan terwijl hij nationaal, zoals vermeld, op de derde plaats geeindigd is, na UP en CDC. Daarmee viel hij buiten de run-off campagne die zou beslissen over de nieuwe president. Op die campagne ga ik hierna in.

2. De Nationale Verkiezingen tussen Junglemensen en Ontwikkelde Mensen

Bij verkiezingen op grotere schaal hoort een groter verhaal. Ook in dit verhaal speelt Nimba een belangrijke rol. Na Montserrado (Monrovia), wat een bonte verzameling aan etnieën omvat, is Nimba de tweede provincie naar bevolkingsaantallen. Er zijn dus heel wat stemmen te winnen of te verliezen. Na een hele nipte overwinning in 2005 namen Ellen Johnson-Sirleaf en Joseph Boakai, respectievelijk presidents- en vice-presidentskandidaat voor de Unity Party, het deze keer opnieuw op tegen de Congress for Democratic Change (CDC) van voormalig voetbalster George Weah. Omdat hij vorige keer het verwijt gekregen had dat hij niet klaar zou zijn voor het presidentschap omdat hij geen hoger onderwijs had genoten, heeft hij de voorbije jaren een opleiding politieke wetenschappen gevolgd in de Verenigde Staten. Hij schoof binnen zijn partij ook  Winston Tubman naar voor, de neef van voormalig President Tubman die bijna 40 jaar geregeerd heeft. Net als Johnson-Sirleaf heeft Tubman zijn opleiding genoten aan Harvard en heeft hij redelijk wat ervaring binnen de internationale gemeenschap, onder meer als speciaal gezant voor Somalië binnen het kader van een VN-missie aldaar. Het naar voor schuiven van Tubman hield een bepaald risico in omdat Weah in 2005 voornamelijk stemmen won omwille van zijn “grassroots-imago” dat vooral aansloeg bij een grote groep jongeren. Een presidentskandidaat met duidelijke links naar de nationale en internationale elite, zou ertoe kunnen leiden dat velen van deze nog steeds subalterne en kwetsbare groep zou overlopen naar nadere partijen.
In Nimba was een groot deel van de bevolking heilig overtuigd van de overwinningskansen van hun eigen Prince Johnson (NUDP), die teerde op een 9-jarige termijn als Senior Senator, maar voornamelijk bekendheid verworven heeft als rebellenleider en verantwoordelijk wordt geacht voor de moord op toenmalig President Samuel K. Doe. Buiten Nimba wordt hij voornamelijk gezien als een “barbaar” die de oorlog in Liberia heeft geïntroduceerd. Binnen Nimba, daarentegen, zien velen hem als een bevrijder en verdediger van het (of “zijn”) volk. Zo wordt hier nog vaak verteld hoe hij vrij snel is afgesplitst van Charles Taylor toen diens troepen burgers begonnen vermoorden en huizen begonnen leeg te plunderen. In de beleving van veel Nimbadeanen zijn noch hij, noch zijn troepen ooit tot zo’n daden overgegaan.
In totaal waren er nog een hele reeks andere kandidaten voor de presidentsverkiezingen maar met de UP, CDC en de NUDP zijn de drie belangrijkste hier kort geintroduceerd. Omdat de aanhang van de CDC zich voornamelijk in en rond Monrovia ophoudt, beperk ik deze bespreking voornamelijk tot de strijd tussen NUDP en UP in Nimba waar ik het beste zicht op heb. Enkel naar het einde van dit tweede deel verleg ik de focus naar Monrovia.
Doorheen het straatbeeld is het zowel in Monrovia, langs de hoofdwegen als in de verschillende provincies merkbaar dat de uittredende president behoort tot de Unity Party. Als huidig president geniet ze nog steeds veel voordelen zoals, bij verplaatsingen, een heus konvooi waarvoor alle andere wagens langs de kant moeten. We zagen ook grote spandoeken met foto’s en boodschappen die de aandacht vestigen op alle verwezenlijkingen die onder haar administratie gerealiseerd zijn. Kleinere partijen zoald de NUDP moeten zich beperken tot A4-tjes met de foto van de presidents- en vice-presidentskandidaat. Op de radio weerklinken campagneliederen van de verschillende kandidaten. Maar het belangrijkste element tijdens de campagne was ongetwijfeld de interpretatie van de verkiezingsslogans van beide partijen. Voor de NUDP was het simpelweg “it will hold, it will surely hold”. Bij partisanen was die zodanig ingebakken dat het deel begon uit te maken van de standaard begroeting. Op de vraag ‘hoe gaat het?’ volgde steevast ‘it will hold!’. Na de bekendmaking van de nummers op de kieslijsten was nummer acht toebedeeld aan de UP en al snel daarna doken T-shirts op met de slogan “Eight will hold”.
Voor de UP was de slogan iets gewaagder en provocerender. Met “Monkey still working, Baboon wait small” was de toon voor menige discussie snel gezet. De baboon die verwijst naar elke mogelijke andere kandidaat, veranderde al snel in “Ugly Baboon”. De tegenstanders argumenteerden daarop dat de Baviaan dichter staat bij de mens dan eender welke aapsoort. Over het algemeen verkondigden UP aanhangers dat de ‘monkey’ in de stad aan het werk was en dat de ‘baboon’ in de jungle thuishoort. In het Liberiaans Engels is de “bush” (de jungle) meer dan enkel een locatie. Ook buiten de context van de verkiezingen wordt het label ‘bush’ vaak gebruikt om aan te geven hoe de bevolking in het binnenland “primitiever” is dan diegenen die in de stad hun geluk zoeken. Aanhangers van de NUDP worden vaak bestempeld als ‘bush’-mensen: laag of niet opgeleid, met een oorlogsmentaliteit of levend met een landbouwritme en niet verder kijkend dan hun neus lang is. De vraag die vaak gesteld wordt is dan ook waar Prince Johnson naartoe zou gaan, eens hij verkozen zou zijn, waar hij geld en internationale steun zou kunnen vinden als voormalig rebellenleider. Het helpt de reputatie van ‘bush’-mensen ook niet als, voornamelijk jongeren, tijdens verkiezingsbijeenkomsten in Ganta, het economische hart van de provincie en tevens nog steeds een stad waar veel voormalige strijders zich ophouden, naakt door de straten paraderen of rechtstaand op hun brommer “roekeloos” door de straten rijden. Sinds hij na het einde van de eerste fase van de oorlog Liberia heeft verlaten brengt Prince Johnson veel tijd door in Nigeria waar hij, volgens de geruchten, goed bevriend is met “The Godfather”, een steracteur uit de Nigeriaanse filmindustrie die stilaan de West-Afrikaanse markt overspoelt. Die laatste wordt vaak gecast voor rollen die te maken hebben met hekserij. In een context waar hekserij wijdverspreid is, is de link met duistere praktijken dan snel gelegd. Sommigen waren bijvoorbeeld al bang dat er, wanneer Prince Johnson zou winnen, markten zouden komen waarop openlijk mensenvlees zou worden verhandeld zoals die, opnieuw volgens de geruchten, in Nigeria al bestaan.
Toen de eerste resultaten bekend gemaakt werden na de eerste ronde van de verkiezingen werd al snel duidelijk dat Prince Johnson een duidelijke overwinning had geboekt binnen de provincie Nimba. Dit tot grote frustratie van de UP aanhang die besefte dat die stemmen ook op nationaal vlak belangrijk waren om de CDC te bekampen. Uiteindelijk was het resultaat in Nimba voor beide partijen relatief gunstig. Er was gevreesd voor gewelddadige acties, gezien de achtergrond van de kandidaat, en er waren extra veiligheidsmaatregelen getroffen. Tot ieders opluchting was Prince Johnson evenwel de eerste die opriep om de resultaten te aanvaarden en zich te onthouden van elke vorm van geweld. Nadat hij op de derde plaats geëindigd was en het grootste deel van de vertegenwoordigers voor zich gewonnen had en Ellen met de UP net geen absolute meerderheid had verworven maar toch een duidelijke voorsprong han genomen op de CDC konden beide partijen tevreden zijn.
De grote vraag die toen op ieders lippen brandde was aan wie de NUDP haar steun zou verlenen voor de tweede ronde van de verkiezingen. Al snel werd duidelijk dat die zou gaan naar UP, ofte de “Monkey is now officially married to the baboon”. Alsof het niets is, werd de aartsvijand van de eerste ronde nu een aanhanger en NUDP-campagneleiders hadden geen enkel probleem om er nu op uit te trekken ten voordele van “Ellen en Joseph”.
Na de eerste ronde verschoof het grote debat voornamelijk naar Monvoria wat het strijdtoneel zou worden van de tweede fase van de campagne. Naast het uitdelen van een pamflet waarin Ellen hoopt dat de mensen, met de steun van Prince Johnson, hun stem aan haar partij zouden geven en wat commotie rond een mogelijk presidentieel bezoek dat uiteindelijk niet plaatsvond was de sfeer in Nimba eerder gelaten. Zo was de opkomst voor de tweede ronde veel lager en hadden mensen het gevoel dat “hun” kandidaat er niet meer bij was en dat er dus geen reden meer was om te gaan stemmen.
In Monrovia, met meer persaandacht van verschillende radiostations, kranten en televisie hadden de debatten nog iets meer impact. Lastercampagnes werden breed uitgesmeerd in de publieke ruimte en daarbovenop had de voorzitter van de verkiezingscommissie bij de eerste aankondiging van de resultaten de overwinning van de CDC gemeld. Dit gaf onmiddellijk de mogelijkheid aan de oppostie om de restulaten aan te vechten. De dag voor de tweede ronde van de verkiezingen had deze laatste een demonstratie gepland die vrij hardhandig door de politie is neergeslagen en waarbij 1 dode en verschillende gewonden gevallen zijn. Dit was voor de partij de doorslag om een vaak gesugerreerde boycot ook daadwerkelijk in te stellen. De lage opkomst was voor hen dan ook het signaal om de legitimiteit van de verkiezingen te ondermijnen. Er zijn uiteraard genoeg redenen te bedenken om die lage opkomst te verklaren. Zo is er bijvoorbeeld het feit dat de vertegenwoordigers niet meer geïnvesteerd hebben in het transporteren van mensen naar de plaats waar ze geregistreerd zijn of de verkiezings-moeheid bij velen van wie de kandidaat  al uit de boot gevallen was. Hoewel veel binnen- en buitenlandse waarnemers de lage opkomst betreurden is het op die manier al bij al een makkelijke overwinning voor Ellen geworden.
Zowel bij de kandidaten als bij de nationale en internationale waarnemers overheerst nu een gevoel van opluchting. De meeste commentaren benadrukken het vredevol karakter van de verkiezingen en het “ordentelijk” verloop ervan. Op een paar kleine details na, zoals een onevenredig besteden van media-aandacht tussen de partij van de uittredende president en de oppositie, beaamt en aanvaardt iedereen het algemene democratische karakter van deze verkiezingen. Velen zagen het ook als een grote test omdat dit de eerste na-oorlogse verkiezingen zijn die grotendeels door de staat zelf georganiseerd en georchestreerd zijn. Het uitblijven van grootschalig geweld wordt daarom gezien als een grote overwinning.
In de nasleep van de verkiezingen is er vooral veel tegenkanting gekomen vanuit de CDC die het lastig vond om de uitslag te aanvaarden. Er is meerdere malen gedreigd om opnieuw de straten in te nemen en tot op vandaag blijft een harde kern bestaan die beweert Monrovia tot as te kunnen herleiden of in staat te zijn massaprotestern bij elkaar te brengen. Een aantal onder hen bevindt zich momenteel in handen van de politie en na Johnson-Sirleaf’s oproep om een regering van nationale eenheid te vormen tijdens de uitreiking van de Nobelprijs, lijken de kopstukken wat bijgedraaid. Zowel de Presidents- als de Vice-Presidentskandidaat van de CDC waren aanwezig op de inauguratie en de alternatieve inauguratie die was aangekondigd door de partij waarbij ze hun eigen president zouden kronen heeft nooit plaatsgevonden.

3. En wat na de Verkiezingen

Waarover gaan verkiezingen in Liberia en hoe worden ze beslecht? Het is duidelijk dat bestuur, vanuit het perspectief van de verkozene, en representatie, vanuit het perspectief van de kiezer, niet altijd doorslaggevend zijn, evenmin als de partij-ideologieën of het belang van de democratie. In dit verslag heb ik geprobeerd om aan te tonen dat verkiezingen beslecht worden op basis van netwerken en het belang van herverdeling
Liberia kent sinds zijn ontstaan een gecentraliseerde staat met een eerder beperkte klasse van bureaucraten. Overheidsposities zijn met andere woorden schaars. Bij heel veel studenten en afgestudeerden wordt er ook van uitgegaan dat hun diploma automatisch toegang zal geven tot een overheidspositie. Voor kandidaten zelf tijdens deze verkiezingen lijkt het belangrijker om toegang te krijgen tot de middelen van de staat dan om deel uit te maken van de uitvoerende macht. Ook kwam onder de kiezers hun representatie op nationaal vlak weinig ter discussie. Eerder omgekeerd, bij mensen die dicht bij de kandidaten staan, weegt het profijt dat ze zullen doen op tegen de verdediging van hun rechten in de hoofdstad. Een belangrijk gegeven dat gelinkt wordt aan hoe de campagne gevoerd wordt is het idee van herverdeling.
“You eat, I eat” is een hit die doorheen de hele campagne op elke straathoek weerklonk. “To eat” wordt naast voedsel ook gebruikt voor geld. Geld kan gegeten worden en wordt voornamelijk gebruikt in de zin van opsouperen. Eens verkozen hebben vertegenwoordigers de mogelijkheid, of de zekerheid, dat ze zullen eten voor de duur van hun termijn. Maar in Liberia eet nooit iemand alleen. Als zij eten, eten een heleboel mensen mee. Verkozenen openen een wereld aan nieuwe mogelijkheden voor hun netwerk. De belofte aan studenten om een beurs te krijgen, de vaderlijke gedachte om voor “het volk” te zorgen en het idee dat hij “zijn mensen” niet zal vergeten.
Maar om zo ver te geraken moet hij eerst het ‘vertrouwen’ winnen van de bevolking door hen aan zich te binden. Dat gaat door zichzelf zo goed mogelijk aan te prijzen in de media (de gemeenschapsradio’s maar vooral de geruchtenmolen) en de mensen alvast een voorsmaakje te bieden van wat ze nog allemaal zullen eten, met het uitdelen van geld, materiaal en beloftes.
Daarnaast speelt ook de beeldvorming binnen de natie-staat nog steeds een belangrijke rol. Kandidaten uit het binnenland vechten nog steeds tegen de vooroordelen die ingebakken zijn in de historische staatsstructuren waarbij de hoofdstad nog steeds gezien wordt als het centrum van de macht, ontwikkeling en internationale relaties. Dit lijkt niet op te wegen tegen de meer informele connecties over de grenzen heen die gevormd worden vanuit Nimba. Presidentsverkiezingen vormen uiteraard een momentopname waarbij het idee van de natie-staat centraal gesteld word. En in de beleving horen staatszaken, afgaande op de verkiezingsresultaten, nog steeds in handen van de “kwii”, de hoger opgeleide stadsmensen. Deze administratie heeft nu een kans gekregen voor de komende vijf jaar. Afwachten hoe het verder verloopt tijdens de volgende campagne.

take down
the paywall
steun ons nu!