De opbrengsten van de bankensteun: adders onder het gras
Nieuws, Economie, België, Bankencrisis, Financiële sector, Belastingbetaler, Rekenhof, Begroting 2012, Arco-groep, Regering-Di Rupo I, Bankensteun, Staatswaarborg, Rijksmiddelenbegroting, Bijzondere Beschermingsfonds en het Resolutiefonds, Depositogarantieregeling, Dexia NV, Dexia Crédit Local France, Dossier bankencrisis -

De opbrengsten van de bankensteun: adders onder het gras

Volgens de begrotingsramingen voor 2012 rekent de federale overheid op 2.524,9 miljoen euro opbrengsten ten gevolge van de steun aan de financiële sector. Er zijn echter nog zoveel onduidelijkheden en gemis aan informatie, die de verwachte opbrengsten ongetwijfeld onderuit zullen halen. De rapporteurs van het Rekenhof maakten een scherpe stand van zaken.

maandag 23 januari 2012 13:00
Spread the love

De totale niet-fiscale ontvangsten zijn geraamd op 6.659,1 miljoen euro. De opbrengsten uit de overheidssteun aan de financiële sector bedragen 2.524,9 miljoen euro oftewel een aandeel van bijna 40 procent.

Samengevat gaat het over drie grote categorieën van opbrengsten.
1) Vergoedingen voor het gebruik van de staatswaarborg voor leningen tussen de bankinstellingen. (1)
2) De bijdrage van de financiële instellingen aan het Bijzondere Beschermingsfonds en het Resolutiefonds.
3) Intresten van leningen toegestaan in het kader van de financiële crisis.

1. Vergoedingen voor het gebruik van de staatswaarborg voor leningen tussen de bankinstellingen

Voor de aanwending van deze staatswaarborg moet er door de banken 719,9 miljoen euro betaald worden. Deze vergoeding is samengesteld uit een opbrengst van 492,1 miljoen euro, een bedrag geraamd door de FOD Financiën. Op zijn beurt werd dit verhoogd met 299,8 miljoen euro, waarvan bijkomend 213,6 miljoen euro i.v.m. de restbank Dexia NV en Dexia Crédit Local France. Deze extra vergoeding slaat dus op de staatswaarborg verleend door de Belgische, Franse en Luxemburgse overheden ten belope van 90 miljard euro (beslissing op begrotingsconclaaf van 1 december 2011). (2)

Welke adders schuilen er onder het gras?

1) De te betalen vergoedingen door de banksector hangen af van de effectief toegekende waarborgen. De grootte ervan is derhalve bijzonder moeilijk te bepalen.

2) Relevante en voldoende informatie ontbreekt in de algemene toelichting en in de verantwoording bij de rijksmiddelenbegroting. In concreto gaat het over informatie over de voorwaardelijke verplichtingen en de omvang van de reeds toegekende overheidsgaranties.

3) De Belgische staat neemt 60,5 procent voor zijn rekening inzake de toegekende waarborg van 90 miljard euro aan de restbank Dexia NV en aan de Dexia Crédit Local France. We hebben het hier over de fameuze 54 miljard euro. De federale regering heeft nu beslist om dit terug te brengen tot 27,2 miljard euro. Het is evenwel onduidelijk in welke mate deze beslissing de hoger vermelde vergoeding van 213,6 miljoen zal beïnvloeden.

4) De bewuste 213,6 miljoen euro bevat eveneens 80 miljoen euro waarover het Rekenhof geen extra informatie over de berekeningswijze bezit.

5) In die 213,6 miljoen euro zit nog 2,2 miljoen euro als een bijdrage van de coöperaties van de Arcogroep tot het Bijzondere Beschermingsfonds voor de deposito’s. (3) Deze uitbreiding van de depositogarantieregeling werd geregeld in een KB. Evenwel, de rechtsgeldigheid van deze regeling wordt aangevochten bij de Raad van State en de rechtbank van Eerste Aanleg.

Bovendien bevat de algemene toelichting en de verantwoording bij de rijksmiddelenbegroting geen informatie i.v.m. de eventuele vereffening van de Arcogroep en de impact hiervan op het vorderingsaldo.

2. De bijdrage van de financiële instellingen aan het Bijzondere Beschermingsfonds en het Resolutiefonds

De bijdrage van de financiële instellingen aan deze twee fondsen bedraagt 1.230 miljoen euro. Ze is als volgt samengesteld: een bijdrage aan het Bijzondere Beschermingsfonds voor deposito’s (979,0 miljoen euro) en een bijdrage aan het Resolutiefonds (251 miljoen euro). Deze laatste bijdrage betreft een financiële stabiliteitsheffing.

De initiële basisheffingen voor deze twee fondsen werden verhoogd (een beslissing op het recente begrotingsconclaaf). Vanaf nu wordt bij de stortingen in het Bijzondere Beschermingsfonds – naast het volume aan deposito’s – tevens rekening gehouden met de eraan verbonden risico’s voor de kredietinstellingen.

Voor het begrotingsjaar 2012 voorziet men in een extra storting vanwege de financiële sector van 476 miljoen euro, terwijl voor het volgende jaar 159 miljoen euro wordt begroot. In totaal komen we uit op 635 miljoen euro. Wel moet er opgemerkt worden dat voor het begrotingsjaar 2013 de basisheffing slechts 0,15 procent beloopt. (4)

Welke adder schuilt er onder het gras?

Deze extra heffingen worden gecompenseerd door een gedeeltelijke terugbetaling aan de financiële instellingen van vroeger gestorte bijdragen. Het gaat hier om de bijdragen aan het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. De terug te storten bedragen: 426 miljoen euro (2012) en 209 miljoen euro (2013). De opbrengst van 635 miljoen euro wordt dus volledig geneutraliseerd!

3. Intresten van leningen toegestaan in het kader van de financiële crisis

De ontvangen interesten van leningen toegestaan aan Kaupthing Bank, Griekenland en KBC zullen 385,3 miljoen euro opbrengen.

Welke adder schuilt er onder het gras?

Wat de KBC betreft, houdt de rijksmiddelenbegroting (kapitaalontvangsten) voor het begrotingsjaar 2012 geen rekening met de terugbetaling in januari 2012 van een eerste tranche van 500 miljoen euro, aangevuld met de penalty-premie van 75 miljoen euro (15 procent). Evenmin wordt er rekening gehouden met een minderontvangst aan interesten als gevolg hiervan.

Slotsom

Wie op een zinvolle manier mee wil discussiëren over de overheidssteun aan de financiële sector en de impact op de begroting moet kennis hebben van deze cijfers en ze ook kunnen duiden in hun context. Met de rapporten van het Rekenhof is dit voor geïnteresseerde politici gesneden koek om de verdere ontwikkelingen in dit dossier op de voet te volgen.

Een morele plicht trouwens  tegenover de belastingbetaler Jan Modaal.

Voetnoten

(1) De vergoedingen voor het aanwenden van de staatswaarborg door de financiële instellingen is geregeld in de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector.

(2) We spreken hier van een tijdelijke garantie verleend door de Belgische, Franse en Luxemburgse overheden en goedgekeurd door de Europese Commissie op 21 december 2011.

(3) Het Bijzonder Fonds vult de tussenkomst van het Beschermingsfond aan indien de reserves van deze laatste niet zouden volstaan. Het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten is opgericht bij de wet van 17 december 1998.
Het Bijzondere Beschermingsfonds voor deposito’s en levensverzekeringen is opgericht bij de Deposito- en Consignatiekas door het KB van 14 november 2008.

www.protectionfund.be/nl  en  www.bijzonderbeschermingsfonds.be

(4) Basisheffingen inzake het Bijzondere Beschermingsfond:
– van 0,23 % naar 0,245 % (begrotingsjaar 2012)
– van 0,10 % naar 0,15 % (begrotingsjaar 2013)

Basisheffingen inzake het Resolutiefonds:
– van 0,022 % naar 0,035 % (begrotingsjaar 2012)

take down
the paywall
steun ons nu!