Iraakse bevolking onder Amerikaanse bezetting (photo by US Army)
Nieuws, Economie, Politiek, Mensenrechten, Irak, Amnesty International, Human rights watch, Amerikaanse bezetting, Paul Bremer, Coalition Provisional Authority -

Irak: het minst leefbare land van de planeet

Het 'Mercer Quality of Living'-onderzoek publiceerde de resultaten van de 'meest leefbare stad' in 2010. Bagdad werd laatst gerangschikt. Het is de minst leefbare stad op de planeet. Dit is te wijten aan de volledige vernietiging van rioleringen, waterzuiveringsinstallaties, fabrieken, scholen, ziekenhuizen, musea en energiecentrales door het Amerikaanse leger.

woensdag 21 december 2011 12:05
Spread the love

UN-Habitat, een agentschap van de Verenigde Naties, publiceerde een 218-pagina’s tellend rapport getiteld State of the World’s Cities, 2010-2011. In de afgelopen decennia, voorafgaand aan de Amerikaanse invasie van Irak in 2003, zweefde het percentage van de stedelijke bevolking in krottenwijken in Irak net onder de 20 procent. Vandaag de dag is dat percentage gestegen tot 53 procent: 11 miljoen van de 19 miljoen stedelingen.

In het afgelopen decennium hebben de meeste landen vooruitgang geboekt in de vermindering van het aantal bewoners van sloppenwijken. Maar Irak is snel en gevaarlijk in de tegenovergestelde richting geëvolueeerd. De in 2007 gelanceerde Global Peace Index (GPI) rangschikt landen jaarlijks op basis van vrede en geweld. Van de 153 landen in haar rapport van 2011, werd Irak gerangschikt als voorlaatste, voor Somalië.

In de Reputation Institute’s 2011 Country RepTrak, een jaarlijkse studie die de publieke perceptie meet van 50 landen in de hele wereld, werd Irak als laatste gerangschikt. Volgens de studie heeft de bezetting van het land geleid tot welig tierende corruptie en vriendjespolitiek in de regerings- en openbare instellingen, in onvoldoende water- en elektriciteitsvoorzieningen, veel erger dan onder het regime van de voormalige president Saddam Hussein.

De studie bevestigde dat de massale financiële fraude in overheidsinstellingen de levensstandaard van het Iraakse volk ernstig heeft beschadigd. De helft van hen leeft onder de armoedegrens, volgens de VN-statistieken.

Iraakse autoriteiten hebben de bouw van een betonnen veiligheidsmuur met acht controleposten rond de hoofdstad Bagdad bijna voltooid. Dus niet alleen zijn de mensen van Bagdad gedwongen te leven in ‘gated communities‘ (betonnen ‘veiligheids’barrières tussen de verschillende districten), de hele stad is nu als een middeleeuws fort afgesloten van de buitenwereld.

Extreme mensenrechtenschendingen

Amnesty International schat dat 30.000 gedetineerden zonder vorm van proces worden vastgehouden in Irak. Tienduizend van hen werden overgebracht uit Amerikaanse gevangenissen. Van een aantal gedetineerden is bekend dat ze in gevangenschap zijn overleden, kennelijk als gevolg van marteling of andere vormen van mishandeling door Iraakse ondervragers en gevangenisbewakers, die regelmatig weigeren om hun detentie of verblijfplaats aan familieleden bekend te maken. Veel gevangenen worden vastgehouden in geheime gevangenissen.

Human Rights Watch verzamelde informatie over de drie gevangenissen gerund door de Bagdad Brigade en de Counter-Terrorism Service. De drie faciliteiten waren allemaal in Bagdad: de Muthanna-luchthavengevangenis, Camp Justice in Kadhimiya, en Camp Honor in de Green Zone.

De overheid heeft geprobeerd te ontkennen dat de drie gevangenissen onder premier Maliki’s controle waren. “Acht jaar na de Amerikaanse invasie wordt het leven in Irak eigenlijk steeds slechter voor vrouwen en minderheden, terwijl journalisten en gedetineerden geconfronteerd worden met grove schendingen van de mensenrechten”, zei Joe Stork, adjunct-directeur Midden-Oosten van Human Rights Watch, op 21 februari 2011.

Op 28 mei 2011 verscheen Amnesty Internationals jaarlijkse rapport. Haar conclusie over Irak: “Ernstige mensenrechtenschendingen werden gepleegd door Iraakse veiligheidstroepen en Amerikaanse troepen: duizenden mensen werden gedetineerd zonder aanklacht of proces, waaronder een aantal die al meerdere jaren vastzitten. (…) Foltering en andere vormen van mishandeling van gedetineerden door de Iraakse veiligheidstroepen zijn endemisch. (…) De rechterlijke instanties spraken de doodstraf uit na een oneerlijk proces en minstens 1.300 gevangenen zitten naar verluidt in de dodencel. “

Vluchtelingen extreem getraumatiseerd. Tienduizenden vermist

Volgens cijfers, die werden vrijgegeven op 22 januari 2008 door het VN-Vluchtelingenagentschap (UNHCR), lijden Iraakse vluchtelingen in Syrië aan extreme niveaus van trauma’s, veel hoger dan onder vluchtelingen uit andere recente conflicten elders. Uit de cijfers blijkt dat 89,5 procent lijden aan depressie, 81,6 procent aan angststoornissen en 67,6 procent aan posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Een op de vijf vluchtelingen geregistreerd bij UNHCR sinds januari 2007 – meer dan 19.000 mensen – werden geregistreerd als ‘slachtoffers van marteling en / of geweld’ in Irak. 77 procent van de Irakese vluchtelingen was het slachtoffer van luchtbombardementen en beschietingen of raketaanvallen.

Tachtig procent was getuige van een schietpartij. 68 procent was slachtoffer van intimidatie door milities of andere groepen, waaronder doodsbedreigingen. Zestien procent was gemarteld. 72 procent was ooggetuige van een autobom en 75 procent kende iemand die vermoord was.

In het rapport werd gewezen op de vele vormen van marteling doorstaan door Irakese vluchtelingen, waaronder mishandeling, elektrische schokken, objecten die geplaatst werden onder de vingernagels, brandwonden en verkrachting. UNHCR-enquêtes in 2009 stelden dat twintig procent van de ontheemden (IDP) en vijf procent van de gerepatrieerde vluchtelingen vermiste kinderen meldde. Dit kan worden toegeschreven aan het algemene geweld waaronder ontvoeringen, mogelijk gewapende werving en enzomeer.

De totale ontheemde bevolking van november 2009 werd geschat op 2,76 miljoen of 467.517 gezinnen. Als twintig procent van deze families vermiste kinderen rapporteerde, toont een eenvoudige berekening aan dat meer dan 93.500 kinderen van ontheemde families vermist zijn.

Bovendien stelde het rapport dat veel vluchtelingen familieleden opgaven als vermist (30 procent van IDP, 30 procent van de IDP repatrianten, 27 procent van de vluchtelingenstatus repatrianten). Zij waren vermist vanwege ontvoeringen en detenties en ze wisten niets over het lot van hun vermiste familieleden.

Paul Henri Arni van het Internationale Rode Kruis zei dat Irak na drie conflicten – een oorlog met Iran in de jaren 1980, de eerste Golfoorlog in 1991 en de door de VS geleide invasie in 2003 – waarschijnlijk geconfronteerd werd met het hoogste aantal vermiste mensen ter wereld: meer dan één miljoen, volgens gegevens van de VN.

Sinds de oorlog in Irak in 2003, zijn tienduizenden mensen op zoek naar familieleden. De meeste van hen die verdwenen, worden verondersteld dood te zijn. Maar zelfs degenen wier lichamen zijn gevonden, zijn niet altijd snel geïdentificeerd. Op 25 mei 2009 vertelde dr. Munjid Salah al-Deen, de beheerder van het centrale lijkenhuis in Bagdad aan de New York Times dat zijn personeel werkte om, enkel voor de periode 2006-2008 28.000 lichamen te identificeren.

Vernietiging van de landbouw

Toen voormalig beheerder L. Paul Bremer III van de Coalition Provisional Authority (CPA) Bagdad verliet na de zogenaamde ‘overdracht van de soevereiniteit’ in juni 2004, liet hij honderd orders achter die hij, als hoofd van de bezettingsautoriteit in Irak, als wet had opgelegd.

Deze orders veranderden Irak in een gigantisch vrijemarktparadijs, maar een helse nachtmerrie voor de Irakezen. Ze koloniseerden het land, en plunderden op grote schaal. Een groot, moordend kapitalistisch laboratorium. Irakezen kregen geen rol in de planning, noch deelden zij in de de voordelen.

Nieuwe economische wetten stelden lage belastingen in. Honderd procent eigendom voor buitenlandse investeerders van Iraakse activa, het recht om alle winsten naar het buitenland te versluizen, onbeperkte invoer, en contracten op lange termijn van 30 tot 40 jaar.

“Ze onteigenden de Irakezen van hun eigen middelen, zodat een toekomstige overheid ze niet zou kunnen veranderen”, schrijft Stephen Lendman. Order 81 was genaamd: ‘Patent, Industrial Design, Undisclosed Information, Integrated Circuits and Plant Variety.’

Generaties lang hadden kleine boeren in Irak zaden geruild op een informele manier. Boerderijen bewaarden zaden en de vrije uitwisseling van plantgoed onder agrarische gemeenschappen was al duizenden jaren de basis van de agrarische praktijk in Irak, een bakermat van de landbouw.

Dat is nu geschiedenis. De CPA heeft het illegaal gemaakt voor Iraakse boeren om opnieuw zaad te gebruiken, geoogst van nieuwe rassen geregistreerd onder de wet.

Vernietiging van het milieu

De vernietiging van de militaire en industriële infrastructuur heeft zware metalen en andere gevaarlijke stoffen in de lucht, bodem en grondwater verspreid. Vanwege de schade aan infrastructuur en locaties waar huishoudelijk en medisch afval werd verzameld, is het risico op epidemieën sterk verhoogd.

Besmetting met verarmd uranium (DU) en andere militair-gerelateerde vervuiling wordt verantwoordelijk geacht voor de sterke stijging van genetische afwijkingen en kankers in Irak en maakt het land onleefbaar.

Lage waterstanden in meren en rivieren hebben een ramp veroorzaakt omdat gebrekkige riolering het water heeft vergiftigd waardoor het ongeschikt is geworden voor menselijke en dierlijke consumptie. De watervoorziening uit Eufraat en de Tigris is sterk afgenomen, wat een nefaste invloed heeft op de vruchtbare landbouwgronden in Irak en de ondergrondse watervoorraden zijn uitgeput zonder tekenen van herstel.

Derhalve is droogte uitgegroeid tot een nationale kwestie. “Wijdverbreide armoede, economische stagnatie, gebrek aan kansen, aantasting van het milieu en een gebrek aan basisvoorzieningen vormen ‘stille’ schendingen van de mensenrechten, die grote delen van de bevolking treffen”, concludeert een VN-rapport uitgebracht op 8 augustus 2011.

Dirk Adriaensens

Dirk Adriaensens is de coördinator van SOS Iraq en lid van het BRussells Tribunal. Tussen 1992 en 2003 leidde hij verschillende delegaties naar Irak om er de effecten van de sancties te observeren. Hij is ook coördinator van de Global Campaign Against the Assassination of Iraqi Academics.

(wordt vervolgd)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!