VN-blauwhelmen van de UNISFA-missie moeten toezien op het precaire akkoord tussen Soedan en Zuid-Soedan over de omstreden grensregio Abyei (foto: UN News)
Nieuws, Afrika, Politiek, Mensenrechten, Soedan, Vluchtelingen, Amnesty International, VN-Veiligheidsraad, VN-blauwhelmen, Zuid-Soedan, Salva Kiir, Referendum Zuid-Soedan, Juba, Abyei, Wereldvoedselprogramma, Analyse, SAF, United Nations Interim Security Force voor Abyei (UNISFA), Olierijkdom -

Rol VN-missie in Abyei ligt onder vuur. Vluchtelingen kunnen niet terugkeren

Afrika heeft er in 2011 een nieuwe staat bij gekregen: Zuid-Soedan. Bij de boedelscheiding die de onafhankelijkheid op 9 juli vooraf ging, werden meer dan 100.000 mensen ontheemd in de strategische en olierijke staat Abyei toen daar gevechten uitbraken in mei. De VN moet haar inspanningen opvoeren zodat de tienduizenden burgers die gestrand zijn in geïmproviseerde kampen naar huis kunnen.

dinsdag 20 december 2011 18:00
Spread the love

Meer dan 100.000 mensen – vrijwel de gehele bevolking van de stad Abyei – zijn ontheemd geraakt door het geweld dat een groot deel van de stad verwoestte in mei 2011. De voortdurende onveiligheid, de aanwezigheid van ongecontroleerde milities en het gevaar van landmijnen verhinderen dat de oorlogsvluchtelingen terugkeren.

Huizen platgebrand om terugkeer te verhinderen

“Het Soedanese leger en de geallieerde milities hebben vrijwel de gehele bevolking van Abyei verdreven en hun huizen platgebrand om hun terugkeer te voorkomen”, zegt Donatella Rovera, crisis respons adviser van Amnesty International die Abyei bezocht eind november. De Amnesty-missie was het eerste bezoek aan de verwoeste regio door een internationale organisatie sinds de dramatische gebeurtenissen van mei 2011.

“Verkoolde woningen en de ruïnes van leeggeroofde gebouwen getuigen van de verschrikkingen die plaatsvonden in Abyei, dat nu een spookstad is. Alles van enige waarde werd geplunderd, waaronder ook de faciliteiten van de humanitaire organisaties die in de regio actief waren. De enige tekenen van leven vandaag zijn de soldaten van het Soedanese leger (SAF) en de troepen van UNMIS, de VN-vredesmacht voor Soedan.”

Een woordvoerder van SAF, Swarmi Khaled Saad, heeft de beschuldigingen van Amnesty al van de hand gewezen. “De Soedanese troepen hebben in mei niemand uit Abyei verjaagd. Onze manschappen waren daar om de lokale bevolking tegen aanvallen van milities te beschermen”.

Wat er precies gebeurde in Abyei is nog niet voldoende bestudeerd. Tot nu toe is er geen duidelijk beeld van hoeveel mensen stierven of werden gewond, en hoeveel er nog steeds worden vermist. Vast staat wel dat meer dan 100.000 mensen op de vlucht sloegen en nog altijd niet kunnen terugkeren, ondanks de afspraken die beide landen daarover op 20 juni maakten onder bemiddeling van de VN en de Afrikaanse Unie.

De VN moet ervoor zorgen dat er een grondig onderzoek wordt uitgevoerd en in de tussentijd moet de informatie die al verzameld is door de VN-missie worden vrijgegeven, vraagt Amnesty International. De VN-Veiligheidsraad en VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon moeten ook zorgen voor een strikt toezicht op de mensenrechten als onderdeel van het mandaat van de huidige VN-missie.

De meeste ontheemden wonen nu in erbarmelijke omstandigheden in haastig opgezette kampen in Zuid-Soedan of zijn ingetrokken bij familieleden in gemeenschappen die zelf al weinig of niets hebben om te delen. Ze zijn totaal afhankelijk van internationale humanitaire organisaties voor onderdak, voedsel, water en gezondheidszorg.

2,5 miljoen mensen direct met hongersnood bedreigd

Bovendien wordt Zuid-Soedan momenteel getroffen door een periode van zware regenval die de al precaire voedselsituatie in de regio nog verergert. Vorige week sloeg het Wereldvoedselprogramma (WFP) nog alarm over de dreigende hongersnood in Zuid-Soedan. Als er niet dringend extra middelen gevonden worden, zijn 2,5 miljoen mensen direct met hongersnood bedreigd. De sluiting van de gemeenschappelijke grens tussen Soedan en Zuid-Soedan maakt de voedselbevoorrading van het zuiden extra moeilijk.

De Hoorn van Afrika kampt momenteel met de ergste droogteramp in 60 jaar en daarom gaat de meeste aandacht van de hulpverleners naar Somalië en Ethiopië.

Volgens Chris Nikoi, hoofd operaties van WFP in Juba, de hoofdstad van Zuid-Soedan, zal zijn organisatie in 2012 voedselpakketten uitdelen aan 2,7 miljoen mensen in Zuid-Soedan. Vooral voor 500.000 kinderen is supplementaire voeding dringend nodig, anders zal de ondervoeding voor onomkeerbare gezondheidsproblemen zorgen. WFP zoekt nog 92 miljoen dollar om de basisvoedingsbehoeften voor de eerste vier maanden van 2012 in Zuid-Soedan te kunnen overbruggen.

Het komt er volgens WFP op aan om voor het begin van het normale regenseizoen in maart 2012 de hulpleveranties ter plaatse te krijgen, want anders wordt 60 procent van de wegen in de regio totaal onbruikbaar. Grote delen van Zuid-Soedan hebben nog af rekenen met de aanwezigheid van landmijnen en de onveiligheidssituatie in Afrika’s jongste staat speelt de hulpverlening parten.

Geen controle over de diverse gewapende milities

De regering van Salva Kiir in Juba heeft geen controle over de diverse gewapende milities die in het zuiden actief zijn en de etnische spanningen nog opdrijven. Half december kwam het nog tot uitbarstingen van geweld in de staat Jonglei tussen groepen van de Lou Nuer en Murle-gemeenschappen.  

“We hebben nauwelijks iets te eten”, zegt Angelina Aguir een moeder van twee kleine kinderen die onderdak vond in een kamp in het dorp Mayen Abun. “Ik weet niet wat er is gebeurd met ons huis in Abyei. We kunnen niet terug zolang het Soedanese leger daar is.”

De onduidelijke veiligheidssituatie in de omstreden staat zorgt er ook voor dat internationale humanitaire organisaties niet staan te springen om terug te keren naar Abyei, waardoor het nog moeilijker wordt voor de ontheemde bewoners om op hulp te rekenen als ze zouden willen terugkeren. De meeste mensen hebben alles verloren en hebben hulp nodig om hun leven weer op te bouwen.

Vredestroepen van de VN-missie in Soedan (UNMIS) waren gestationeerd in Abyei toen het geweld plaatsvond in mei, maar geen enkele actie werd ondernomen om de aanvallen tegen de burgerbevolking te voorkomen. Voormalige UNMIS-personeelsleden vertelden aan de Amnesty-missie dat er beslissingen werden genomen omdat ze geen militaire confrontatie wilden aangaan met de Sudanese Armed Forces (SAF), omdat het Soedanese leger veel beter was uitgerust dan de VN-troepen.

Het Soedanese leger heeft een strategische brug opgeblazen die Abyei verbindt met Zuid-Soedan. Dit was een duidelijke poging om de terugkeer van de gevluchte bevolking te voorkomen. Ook toen kwam UNMIS niet tussenbeide.

VN-Veiligheidsraad geeft unaniem nieuw mandaat VN-missie

Ondertussen is er een nieuwe VN-vredesmacht, de United Nations Interim Security Force voor Abyei (UNISFA), die in de regio aanwezig is met 2.853 troepen sinds juli 2011. De nieuwe VN-macht heeft onder andere als opdracht om de burgers te beschermen. De VN-Veiligheidsraad gaf UNISFA nog een extra mandaat in verband met de demilitarisering van Abyei. Dit werd op 14 december unaniem goedgekeurd door de VN-Veiligheidsraad. Het mandaat wordt ook nog eens met zes maanden verlengd voor het verstrijken van het lopende mandaat op 27 december.

“Het is absoluut noodzakelijk dat de VN leert van het falen van de UNMIS-missie en ervoor zorgt dat UNISFA volledig wordt ingezet om de burgerbevolking te beschermen en daartoe de nodige middelen krijgt”, aldus Donatella Rovera van Amnesty International in het nieuwste rapport.

“De eerste stap is om de noodzakelijke veiligheid in Abyei te verzekeren. De bescherming van burgers en een scherp toezicht op elke schending van mensenrechten van beide kanten in dit conflict behoren nu al tot het mandaat van UNISFA”, aldus Rovera.

Olierijke staat nog steeds omstreden

De status van de staat Abyei, op de grens tussen Soedan en Zuid-Soedan, is nog steeds zeer omstreden. Zowel Soedan als Zuid-Soedan claimen de strategische en olierijke staat als onderdeel van hun grondgebied en beide proberen hun greep op de regio te consolideren.

Een referendum over de toekomst van Abyei was gepland voor januari 2011 – samen met het referendum over onafhankelijkheid voor het zuiden, maar is voor onbepaalde tijd vertraagd door onenigheid over welke kiezers in aanmerking zouden komen.

De twee belangrijkste etnische groepen van de staat, de zuidelijke Dinka Ngok, en de noordelijke semi-nomadische Misseryia, hebben al talrijke grondconflicten over graasweiden en de aanwezigheid van waterbronnen uitgevochten. Beide groepen worden door de regeringen van Khartoem en Juba misbruikt in hun onderlinge machtsstrijd.

take down
the paywall
steun ons nu!