Nieuws, Economie, Politiek, België, Begrotingstekort, Nationale bank, Loonkosten, Concurrentiekracht, Loonindexering, Energieprijzen, Inflatie -

De automatische loonindexering: over taboes en fetisjen

Telkens men zaken zoals de automatische loonindexering op tafel legt, benadrukken de liberalen dat er geen taboes mogen zijn in de onderhandelingen. Inderdaad, taboes maken mensen blind voor redelijke argumenten. Fetisjen doen dat ook.

zondag 27 november 2011 16:38
Spread the love

Bij een fetisj wordt aan gewone objecten ‘bovennatuurlijke krachten’ toegekend. Een aanpassing van de index als de sleutel tot het walhalla. Maar zo simpel is het allemaal (helaas) niet.

Onze concurrentiekracht in gevaar

Hét centrale argument voor een aanpassing of afschaffing van de automatische loonindexering luidt als volgt: “onze concurrentiepositie staat onder druk”. De productiekosten (lees: loonkosten) in België zijn te hoog, waardoor we banen verliezen. De loonindexering zorgt ervoor dat de meest Belgische lonen niet kunnen dalen in reële termen, want ze evolueren parallel, met enige vertraging, met de inflatie.

Indien de lonen in het buitenland trager stijgen dan de inflatie (en dus in reële termen dalen), dan zorgt de automatische loonindexering er inderdaad voor dat onze lonen relatief sneller ‘stijgen’. We kunnen (en moeten) ons natuurlijk vragen stellen bij de economische haalbaarheid van de Duitse loonpolitiek op lange termijn, waarbij de binnenlandse vraag (en welvaart) opgeofferd wordt voor een sterkere export. Maar laten we ons hier focussen op ons eigen Belgenland.

Een artikel van de Nationale Bank (NBB Economic Review juni 2008) leert ons wat de oorzaken zijn van de relatief hoge inflatie en dus de snelle ‘stijging’ van onze lonen. Twee producten schieten eruit als oorzaak van onze hoge inflatie: energie en verwerkt voedsel. Het feit dat onze lonen dus relatief vaak aangepast moeten worden aan de levensduurte, is dus grotendeels te danken aan deze twee producten.

Vreemd, want net in deze twee sectoren werden recent een aantal beleidsinitiatieven genomen. Energie, was dat niet de sector waarvan de prijzen moesten dalen door de recente liberaliseringen en de geneugtes van de vrije markt? En verwerkt voedsel, was dat niet de sector die recent een BTW-verlaging kreeg om zo de prijzen te laten dalen? Dit artikel van de Nationale Bank concludeert dan ook terecht dat noch de stijgende inflatie, noch het oplopende verschil tussen België en de andere eurolanden toegewezen kan worden aan ons systeem van automatische loonindexeringen.

En dan zwijgen we nog over het effect van deze hoge energie- en voedselprijzen op onze internationale concurrentiepositie, want productiekosten zijn niet enkel loonkosten. Een regulering van de energie- en voedselprijzen leidt dus zowel direct als indirect tot een verbeterde concurrentiepositie (minder kosten + minder snelle indexering van de lonen). Een aanpassing van de index beïnvloedt ook de concurrentiepositie, maar heeft een gedaalde koopkracht als niet onbelangrijk neveneffect. Met al zijn gevolgen voor de Belgische economie, de werkgelegenheid…

Een indexaanpassing is geen besparing

Europa wil dat België zijn begrotingstekort beperkt en daarom de nodige maatregelen neemt. In zijn aanbevelingen wordt gesproken van een noodzakelijke aanpassing van de index en deze passage wordt vaak geciteerd om de roep om een indexaanpassing kracht bij te zetten. Maar wat zal zo’n aanpassing van de automatische loonindexering aan besparingen opleveren? Deze vraag werd m.i. nog nooit gesteld.

De ambtenarenlonen en uitkeringen zullen niet geïndexeerd worden, wat een serieuze besparing oplevert voor de staat. Maar daartegenover staat dat ook de brutolonen in de privé niet geïndexeerd zullen worden, de lonen waarop belastingen worden betaald. Dit zijn dus minder inkomsten voor de staat. Een aanpassing van de index heeft op korte termijn weinig of geen effect op ons begrotingstekort, toch wordt het in die context terug op tafel geworpen.

Belgische handicaps: energie, voedsel en lonen.

Laten we dus inderdaad zonder taboes discussiëren, maar laat de fetisjen a.u.b. ook achterwege. Een ingrijpen lijkt mij noodzakelijk. Dat de lonen in verschillende Europese landen uit elkaar dreigen te groeien, is een slechte zaak. Het best wordt zoiets natuurlijk op Europees vlak aangepakt, maar gezien de staat van de EU en de eurozone op dit moment, kunnen we op korte termijn beter kijken naar nationale oplossingen.

Het indexeringsmechanisme hervormen, lijkt een fetisj te worden voor velen. Alles zou ermee opgelost worden, terwijl een eenvoudige denkoefening het omgekeerde aantoont. Taboes moeten inderdaad sneuvelen. De liberalisering van de energiesector zorgde enkel voor een ‘energieprijshandicap’, die zwaar weegt op zowel de ondernemers als de werknemers. Ook de BTW-verlaging in de horeca heeft niet geleid tot een prijsdaling (en of het zwartwerk gebannen is, valt ook te betwijfelen), waardoor we als Belgen te kampen hebben met een ‘voedselprijshandicap’. Handicaps genoeg, maar het indexeringsfetisjisme maakt de beleidsmakers blind voor alternatieven.

Het telkens teruggrijpen naar oude en discutabele recepten waarvan men weet dat ze opschudding, frustratie en wantrouwen veroorzaken, heeft een wrang nasmaakje dat we best kunnen missen in een periode van instabiliteit. Wat we nu nodig hebben, zijn vertrouwenswekkende beleidsvoorstellen die misschien iets creatiever zijn dan de oude clichés. Oplossingen zoeken, dàt is het werk van de politici, niet problemen maken.

Stan De Spiegelaere

Deze tekst werd eerder gepubliceerd op www.poliargus.be

take down
the paywall
steun ons nu!