Foto: Flickr by Mai Le
Opinie, Nieuws, Samenleving, België, Ugent, Experts, Laszlo Kosolosky -

Vraag het aan de expert! Uiteraard, maar aan welke?

Of het nu gaat over 'global warming', genetisch gewijzigd voedsel, de EHEC-bacterie, het Duits economisch model of het reddingsplan voor Griekenland en Italië, leken/burgers zien zich steeds weer geconfronteerd met experts die er uiteenlopende opvattingen op nahouden. Geregeld staan de opinies van experts zelfs lijnrecht tegenover elkaar.

maandag 21 november 2011 13:20
Spread the love

De prangende vraag hier is: “kunnen leken überhaupt een beargumenteerde keuze maken tussen uiteenlopende standpunten van experts?”

Zoals Hendrik Vos in zijn opiniestuk illustreert (De Standaard, 17 november 2011), reikt de problematiek vandaag verder dan de loutere complexiteit van de dingen, maar zijn ook de adviezen van experts dikwijls tegenstrijdig: “Elke econoom heeft zijn eigen ‘crisis survival kit’. […] Volgens sommige economen zal het uiteenvallen van de euro hooguit een kleine rimpeling in de wereldeconomie veroorzaken, terwijl hun even verstandige collega’s met allerlei tabellen en diagrammen kunnen aantonen dat we in zo’n scenario naar het stenen tijdperk worden gekatapulteerd. En daar sta je dan, […]. Wie moet je dan geloven?”

Democratische denkoefeningen

Juist nu vertalen dergelijke zorgen zich in democratische denkoefeningen, zoals de befaamde G1000 van bezielers David Van Reybrouck en Francesca van Thielen. Dergelijke deliberatieve projecten weken tal van reacties los, zowel bij voor- als tegenstanders. Misschien merkwaardiger is dat beide kampen zich beroepen op dezelfde figuren, o.a. politicologe Chantal Mouffe (Joël de Ceulaer in De Standaard, 12 november), wat illustreert dat zelfs ook bij het interpreteren van experts onenigheid nooit veraf is.

Aangezien experts en leken fundamenteel verschillende wereldvisies en paradigma’s herbergen, argumenteren sommigen dat leken enkel in staat zijn om aanbevelingen van experts op grond van geloof of autoriteit te aanvaarden en nooit op basis van rationele argumentatie. Een dergelijke redenering is echter te ongenuanceerd en negeert het feit dat leken in hun alledaagse beslissingen voortdurend beweringen van experts voor waar aannemen zonder uitsluitend terug te vallen op geloof in of autoriteit van experts. Dit alles ondanks het onvermogen van leken om de onderliggende technische argumentatie van dergelijke perspectieven te achterhalen en te vatten. Zo aanvaardt iedereen bijna continu beweringen zoals dat een vliegtuig zal vliegen of dat voorgeschreven medicatie een bepaalde ziekte zal genezen.

Zelfs indien leken niet meteen de verdienste van de argumenten van experts kunnen inschatten, kunnen leken de ene positie boven de andere verkiezen door zich te beroepen op indirect bewijs van expertise, zoals de vertrouwdheid van experts met standpunten van collega’s of hun capaciteit om tegenargumenten aan te brengen. Hoewel leken onmogelijk de (technische) redenen van experts hun overtuiging kunnen achterhalen/begrijpen, kunnen zij er beargumenteerde redenen op na houden om te geloven dat één expert beter in de ring staat dan anderen.

De bewezen staat van dienst van experts

Daarnaast is de mate van vooringenomenheid of belang dat een expert heeft bij een bepaalde uitkomst van onderzoek een belangrijke waardemeter in het verhelderen van discussies. Een leek kan zijn oordeel mee laten afhangen van de bewezen staat van dienst van experts in het maken van succesvolle voorspellingen of in het geven van advies dat achteraf gegrond bleek te zijn. De oprechtheid van hun expertise valt in te schatten via een evaluatie van hun verwezenlijkingen, zoals onder meer de prijzen en graden die zij verworven hebben.

Ten slotte kan het aantal experts dat een bepaald standpunt verdedigt een belangrijke indicatie opleveren voor de geloofwaardigheid van een standpunt. Let wel dat dit niet steeds het geval is, aangezien leden van een kleinere groep experts intellectueel onafhankelijker van elkaar kunnen zijn dan leden van de grotere groep. In dit geval dienen beide criteria, grootte en intellectuele onafhankelijkheid, afgewogen te worden ten opzichte van elkaar.

Besluit: leken beschikken over een arsenaal aan technieken om via beargumenteerde keuze uiteenlopende meningen van experts af te wegen. Maar hoe vertaalt dit pleidooi zich dan in de praktijk en wat leert het ons over de haalbaarheid/wenselijkheid van de stap richting Europese technocratie?

Belangrijk om te beseffen is dat al deze methoden geen sluitende garantie bieden, integendeel, ze zijn wat ze zijn, vuistregels of heuristieken ‘at best’. We zijn dan ook genoodzaakt te roeien met de riemen die we hebben in het klimaat waarin we ons bevinden. Technocratie eenduidig afschilderen als zijnde ‘the lesser evil’ schiet in elk geval tekort.

Belangrijker is dat in alle commotie de bovenvermelde bruggen tussen burger en expert, en zoals in Griekenland en Italië nu het geval is tussen burger en regering, niet opgeblazen mogen worden. Dit kan slechts verhinderd worden door de keerzijde van technocratie te belichten en, belangrijker nog, gepaste druk uit te oefenen.

Zoals Lode Vanoost schetst (DeWereldMorgen.be, 17 november), ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid van een soortgelijke technocratie bij haar parlementsleden, die de noodzakelijke steun verlenen aan experts om te kunnen regeren. Zolang volksvertegenwoordigers in acht houden wie ze vertegenwoordigen en zij als leken gepast gebruik maken van de middelen om druk en controle uit te oefenen op experts, resulteert het systematisch geloof in technocraten hopelijk niet in een blind vertrouwen. In elk geval zullen we gauw genoeg merken wat de uiteindelijke implicaties zullen zijn: ‘The proof of the pudding is in the eating’.

Laszlo Kosolosky

Laszlo Kosolosky is verbonden aan het Centre for Logic and Philosophy of Science, Department of Philosophy and Moral Sciences, Universiteit Gent

take down
the paywall
steun ons nu!