Nieuws, Wereld, Afrika, Politiek, Democratie, Corruptie, Imf, Wereldbank, Benin, Presidentsverkiezingen, UNDP, Privatiseringen, Thomas Boni Yayi -

Beniners aan het woord over hun president en democratie

De presidentsverkiezingen van april 2011 in het West-Afrikaanse Benin werden opnieuw gewonnen door Thomas Boni Yayi. In augustus mocht hij in Washington bij Barack Obama een prijs voor de democratie in ontvangst nemen. Maar hoe denken de Beniners zelf over hun president en de democratie?

dinsdag 30 augustus 2011 12:10
Spread the love

Het West-Afrikaanse Benin staat in de wereld niet alleen (historisch) bekend voor zijn Amazones, voodoo, de kleine kastelen van de Somba, en Allada de geboorteplaats van de vader van Toussaint Louverture, de held van de onafhankelijkheidsbeweging in de Franse kolonie Saint-Domingue, het huidige Haïti.

Sinds de val van het militaire regime van Chaad Mathieu Kerekoú in 1990 staat het land ook bekend als symbool voor een vitale democratie in Afrika.

Tijdens de maanden juli en augustus trokken we de straten van de economische hoofdstad Cotonou in om aan de mensen zelf te gaan vragen of dat beeld van de democratie klopt. We interviewden in totaal 100 mensen.

Een kleine minderheid was positief gestemd over de democratie en tevreden met hun president. Ze herkenden wel de talrijke problemen die het land kent. Maar sommigen vertelden dan ook dat elk land zijn problemen heeft, dat een president ook maar een mens is, en dat Boni Yayi nog lang mag leven. Meer hadden ze ook niet te vertellen.

Een grote meerderheid van ondervraagden heeft zich echter bijzonder negatief uitgelaten over het beleid van Thomas Boni Yayi en de democratie in hun land. We moeten hier voorbarige conclusies vermijden, maar de critici lijken hier toch het pleit te winnen.

Er zijn immers een aantal feiten waar je niet omheen kan. In de eerste plaats is er de prangende vraag hoe president Thomas Boni Yayi, die bakken kritiek over zich heen kreeg, toch de verkiezingen kon winnen. Bovendien won hij die verkiezingen al tijdens de eerste ronde en dat is niet de gewoonte in Benin.

Ten tweede is er tijdens de verkiezingen heel wat misgelopen met het elektronische kiessysteem (LEPI). Honderdduizenden mensen hebben hun stem niet kunnen uitbrengen. Er werd ook stevig geknoeid met de stembrieven en de verkiezingsuitslagen. Het laatste woord hierover is nog niet gesproken.

Een ander merkwaardig gebeuren is dat Boni Yayi het nodig achtte om net na zijn overwinning zowel de hoofdstad Porto-Novo als de grootste stad Cotonou te militariseren om zijn eed te kunnen afleggen.

We laten nu de Beniners zelf aan het woord. Om eindeloze herhalingen te vermijden, geven we hier slechts enkele meningen weer.

Boni Yayi en democratie

Een grote meerderheid van de bevraagden denkt dat de democratische principes van vrije verkiezingen, persvrijheid en stakingsrecht sinds het aantreden van president Thomas Boni Yayi met de voeten worden getreden.

Verschillende mensen zijn ook de bemoeizucht van IMF, Wereldbank en de oude koloniale meester, Frankrijk, hartsgrondig beu. Volgens Zinsou, een 36-jarige politicoloog is: “het land in de handen van een groep oplichters. Frankrijk speelt in ons land geen correcte rol meer. Ik heb simpelweg de indruk dat Frankrijk ons de president heeft opgedrongen. Het was zeker niet de keuze van het Beninse electoraat.”

Zoubérou, een 49-jarige zakenman uit het noordelijke Djougou, meldt ons dat de “pers niet meer is zoals ze was. Ze neemt geld aan van de regering om alleen goede dingen over de regering te schrijven, terwijl alles wat Boni Yayi doet pijnlijk is. Wij lijden heel hard in Benin. Enkel de mensen die dicht bij de regering staan, hebben het goed.” 

Anjorin, een 45-jarige man uit Porto-Novo, zegt dat het nog steeds “Frankrijk is dat ons nu vandaag de democratie opdringt en in haar voordeel kapotmaakt. Ik zeg altijd tegen mezelf dat Benin en Afrika niet onafhankelijk zijn. Sinds de komst van Boni Yayi zijn de media ook al niet meer wat ze waren. Zelfs de televisie en de radio spreken in naam van Yayi. Het is niet meer leuk om het nieuws te volgen.”

Victorin, een 53-jarige man uit Segbohoue, denkt dat “democratie een goede zaak is, maar de Fransen, het IMF, de Wereldbank, UNDP (nvdr: VN-ontwikkelingsprogramma) en consorten laten ons maar niet met rust.”

Odette, een 31-jarige kleermaakster, houdt het ook kort en bondig: “wij voelen dat Benin nog nooit onafhankelijk is geweest. Frankrijk staat nog steeds achter ons.”

Aurelienne, een 31-jarige decoratrice uit Ouidah, stelt dat de “voorzitter van CENA (nvdr: nationale verkiezingscommissie) zichzelf heeft opgesloten in zijn bureau zonder de andere leden, om de resultaten te kunnen vrijgeven. Dat is folklore! Yayi Boni is goed op weg om de democratie kapot te maken. Die hebben we met ons hart verkregen in 1990. Het land wordt gedomineerd door corruptie en er is geen werk. Om langs de douane te passeren, moet je 10 miljoen CFA-frank (nvdr: 15.245 euro) betalen en iemand kennen uit de omgeving van Yayi Boni.”

Jerôme, een 32-jarige man, vertelt: “Ik heb in 2006 voor Boni Yayi gestemd. Maar hij heeft mij verraden. Hoe konden de presidentsverkiezingen van 2011 toch uitdraaien op een schimmig knock-out resultaat? Boni Yayi heeft openlijk de overwinning van Houngbédji gestolen.”

Marie, een 24-jarige student uit Glazoue, vraagt aan iedereen of: “je niet ziet dat het land na de verkiezingen blijft vastzitten in de economische onderontwikkeling. De regering heeft immers de schatkist van het land geplunderd. Het enige wat Yayi doet, is reizen vanuit de hoop ergens nog geld te vinden. Volgens mij zal er weldra een groot probleem ontstaan met het uitbetalen van de lonen. Ik hoop dat onze verkeerde president op een dag zal vertrekken en niet meer terugkomt.” 

Huguette baat een restaurant uit in Cotonou. Volgens haar is “democratie een goede zaak, maar Frankrijk bemoeit zich te veel met Afrikaanse aangelegenheden. Vooral dan in ons land. Het valt net aan de bevolking te danken dat er na de laatste verkiezingen geen burgeroorlog is gekomen zoals in Ivoorkust. Daar moeten we  Houngbédji voor bedanken. Hoewel de taak van ons leger erin bestaat de bevolking tegen buitenlandse agressies te verdedigen, heeft Boni Yayi er zijn eigen leger van gemaakt om zich te beschermen tegen de bevolking en de stakende werknemers. De regering snoert ook de monden van journalisten die niet aan haar kant staan.” 

Volgens Maurice, een 39-jarige handelaar: “weet iedereen dat onze democratie een grote slag werd toegebracht door Thomas Yayi. Zelfs Kerekou heeft gezegd ‘ce n’est pas un vote’. Hebt u de knock-out van Yayi Boni gezien? Dat alles kwam van Frankrijk, het IMF, de Wereldbank en UNDP. Zolang de westerse machten de verkiezingen in Afrika blijven financieren, zullen wij slachtoffers blijven van hun machinaties.”

Beperkte levenskwaliteit

Benin is op het vlak van sociaal kapitaal en economische mogelijkheden geen arm land, maar wel een land dat stevig verarmd is. Dat zorgt voor een tal van sociale problemen. Constantin, een koeltechnicus uit Cotonou, zegt dat het “land verder wegzakt in oplichterij, stelen en moordpartijen. Veiligheid bestaat niet meer. Iedereen houdt zowel ’s nachts als tijdens de dag zijn hart vast.”

Marcellin, een glazenmaker, vat de sociale ellende in christelijke termen samen: “wij zijn in Benin zoals de Heer gekruisigd. Maar er is een God voor de ongelukkigen en onze schepper zal iedereen beoordelen.” 

Lambert, een 51-jarige man uit Cotonou, is werkloos. Volgens hem “lijden wij in Benin en nochtans hebben wij diploma’s. Ik constateer ook dat in Benin de armen arm blijven, terwijl de verantwoordelijken zich geen zorgen hoeven te maken. Ze leven immers in geklimatiseerde woningen zoals ons grote baas, president Boni Yayi.”

Ambroise, is een 32-jarige uit Sakete. Hij is één van de duizenden Zemjidan werkzaam in Cotonou. “Hoewel in Benin de keizersnede nu gratis is, blijven de armen lijden. Wanneer je na een ongeval naar het ziekenhuis gaat, moet je op voorhand 8.500 CFA-frank (nvdr: 12,95 euro) betalen. Als je dat niet kunt betalen, kijken ze toe hoe je op sterven ligt. In vele dorpen bevallen de vrouwen thuis omdat er geen ziekenhuizen in de buurt zijn. De energiemaatschappij SBEE verhoogt de prijs terwijl onze lonen onveranderd blijven. We hebben diploma’s, maar we vinden geen werk en zijn dan verplicht om taximoto te worden.”

Cécile is een 62-jarige typiste. Volgens haar “zijn we slaven geworden, want niets werkt. We hebben geen vrolijk hart meer. De activiteiten zijn overal in het land geblokkeerd en de regering houdt haar ogen in de zakken. De belastingen worden hier en daar verhoogd. Wij begrijpen niets van dit land.”

Sikira is een 25-jarige uit Atakora. Als studente klaagt zij over de gebrekkige voorzieningen aan de universiteit van Abomey-Calavi: “wij moeten hier op stenen zitten om de lessen te volgen. We voelen ons hier niet meer goed op de campus. Je moet zelf maar rondkijken om het vast te stellen. Het is niet aanmoedigend. De bussen respecteren  de dienstregeling niet meer. Waar zijn wij? In Benin!”

Augustine is een 36-jarige verpleegster uit Abomey-Calavi. Volgens haar is er “geen werk meer in Benin. Alles is duur in Benin. Het gratis maken van de keizersnede is bluf. Kosteloos onderwijs is eveneens bluf, want we moeten meer uitgeven dan ervoor. Boni Yayi is na vijf jaar stelen blijkbaar nog niet klaar om te vertrekken.”

Gillette, een 32-jarige stoffenverkoopster uit Abomey, is kwaad omdat de bouwwerken “voor het verkeersknooppunt in Godomey niet klaar zijn. De Chinezen zijn vertrokken omdat ze al het geld hebben verspild.”

Wat Gillette hier beweert, klopt echter maar ten dele. De bouwwerken voor het verkeersknooppunt in Godomey liggen inderdaad al maandenlang stil, maar niet omdat de Chinezen met het geld zijn gaan lopen. Het zijn veeleer mensen uit de Beninse regering die met het geld zijn gaan lopen. Uit onvrede met deze situatie hebben de Chinezen de werken aan hun lot overgelaten.

Corruptie blijft een nijpend probleem. Het ergste is nog dat de corruptieschandalen meestal in nevelen blijven gehuld zoals het oplichtingschandaal rond ICC Services. 

De affaire-ICC Services

Mensen doen aan corruptie om zichzelf te verrijken. In vergelijking met de grenzeloze zelfverrijkingen in het Westen stelt de zelfverrijking via corruptie in Benin eigenlijk niets voor. Maar omdat de te verdelen koek in Benin sowieso klein is, brengen corruptiezaken wel ernstige sociale en morele schade toe.

Tijdens de eerste ambtstermijn van Boni Yayi viel zijn regering van het ene corruptieschandaal in het andere. Het corruptieschandaal rond ICC Services dat losbrak tijdens de zomer van 2010 zette het land pas echt in rep en roer. Duizenden mensen hadden hun geld geplaatst in een lucratief spaarsysteem dat interesten van meer dan 100 procent beloofde.

Ze zagen echter al gauw hun geld in rook opgaan. De morele ontreddering was algemeen. Maar wie is er met al het geld gaan lopen? Vele Beniners geloven dat Boni Yayi in hoogsteigen persoon er voor iets tussen zat. Anderen zeggen dan weer dat je maar niet zo stom moest zijn om in een dergelijk obscuur spaarsysteem te geloven.

Voor Angelo, een 38-jarige leraar uit Cotonou, zijn de “initiators van deze anarchie president Yayi Boni en enkele ministers van zijn regering. Vervolgens hebben deze ministers verklaard dat de president tweemaal Guy Akplogan en pastoor Agbaossi heeft bezocht. Wie kan nu wie geloven?”

Volgens Moïse, een 34-jarige kunstenaar uit Ouidah, is de “echte auteur van het oplichtingsschandaal rond ICC Services Yayi Boni. Iedereen weet dat hier. De voertuigen die in beslag werden genomen van de medewerkers van ICC Services werden daarna gebruikt voor de verkiezingscampagne van Yayi.”

“De schuldigen zijn niet naar de gevangenis gestuurd. Maar voor de arrestatie van een kritische journalist was Yayi er heel snel bij. Voilà, het is op deze manier dat ons mooi land wordt gedirigeerd door een groep bandieten.”

Volgens Isidore, een 36-jarige overheidsambtenaar uit Sakete, is: “Boni Yayi de baas van ICC, de meneer die sinds 2006 bezig is ons land kapot te maken.”

Economisch verval en uitverkoop van de nationale rijkdom

Sinds de val van het militaire regime van Kerekoú staat Benin onder de controle van het IMF en de Wereldbank. De visionaire boodschap in rapporten van het IMF is telkens heel duidelijk: ter bestrijding van de armoede moet de Beninse economie competitief worden en moeten de staatsbedrijven geprivatiseerd worden.

Sinds zijn aantreden heeft Thomas Boni Yayi alles in werking gesteld om verschillende staatsbedrijven te privatiseren en uit te verkopen aan westerse transnationale ondernemingen. Zo heeft hij in augustus 2009 de Franse maritieme groep Bolloré een concessie gegeven van 25 jaar voor de zuidterminal in de haven van Cotonou.

Télécom, een telecommunicatiebedrijf van de overheid, is doorverkocht aan het Franse Orange. In het laatste rapport van IMF (2010) wordt er op aangestuurd om ook de elektriciteitsmaatschappij te privatiseren. De uitverkoop van de nationale rijkdom aan buitenlandse bedrijven schiet niet alleen bij de vakbonden en de linkerzijde in het verkeerde keelgat.

Chiméne is een 25-jarige commercieel agente. Ze is afkomstig van Savalou. Volgens Chiméne heeft: “Boni Yayi de staatskas al leeggemaakt tijdens zijn eerste mandaat. Sinds zijn komst is het jaarlijkse budget opgeklommen tot 1300 miljard CFA-frank. Benin Télécom is als een stuk brood uitverkocht. Sobemap (nvdr: havenbedrijf van de overheid) staat ook op het punt om uitverkocht te worden. Boni Yayi riskeert op een dag Benin te verkopen aan Sarkozy.”

We ontmoeten Maurice, een 38-jarige zakenman op doorreis uit Godomey, een stad nabij Cotonou. Volgens Maurice heeft: “Yayi de katoenindustrie kapotgemaakt en zorgt hij er ook voor dat de zakenmensen noodgedwongen naar andere Afrikaanse landen zoals Ivoorkust trekken om zaken te kunnen doen. Door het gedrag van de regering worden bedrijven ontnomen van de Beninse zonen en dat creëert problemen. Zo is de haven van Cotonou aan Bolloré verkocht. De importeurs zijn nu genoodzaakt om naar de haven van Togo te gaan. Het is op deze manier dat de overheid ons mooi land kapotmaakt.”

Ange is een 38-jarige ambtenaar. Hij is afkomstig van Agoué. Volgens Ange is: “Benin het eigendom geworden van Thomas Boni Yayi. Hij privatiseert of verkoopt de staatsbedrijven zoals hij wil. Op een dag verkoopt hij zelfs nog het presidentiële paleis.”

Gabriel is een 41-jarige man die ook voor de Beninse overheid werkt. Volgens hem is: “Benin het land van de kerstman voor Boni Yayi geworden. Ze hebben de staatsbedrijven verkocht alsof het hun persoonlijke bezittingen waren.”

Venance werkt eveneens voor de overheid en is afkomstig uit Savalou. Volgens hem “vernietigen Yayi Boni en zijn regering systematisch de werkgelegenheid en zelfs de zin om te werken voor het land. Wie heeft de katoenindustrie kapotgemaakt? Duizenden arbeiders van Sitex in de Mono-regio, van Ibetex in Parakou en van SHB in Bohicon zijn werkloos geworden. Wie is daar verantwoordelijk voor? Wie heeft Benin Télécom geruïneerd? Is het niet soms Boni Yayi en zijn neef Patrick Benon?”

Opmerking

Dit onderzoek geeft slechts een momentopname weer van hoe sommige Beniners denken over hun president en de democratie. We hebben de vermelding van de etnische achtergrond weggelaten omdat we op basis van 100 bevraagden niet kunnen opmaken of hun meningen ook worden bepaald door de regionale of etnische achtergrond. Dit onderzoek is nog niet afgerond.

take down
the paywall
steun ons nu!