Dat is in tegenspraak met de bewering van de Verenigde Staten dat er “geen enkel” burgerslachtoffer is gevallen.

De Britse onderzoeksjournalist Chris Woods deed samen met de Pakistaanse journalist Rahimullah Yusufzai onderzoek en kwam tot de conclusie dat er bij de tien aanvallen met drones (onbemande vliegtuigen) die sinds augustus 2010 zijn uitgevoerd, minstens 45 burgers zijn omgekomen. In zes gevallen zou het om kinderen gaan.

Bij vijftien andere aanvallen die tussen augustus vorig jaar en juni van dit jaar zijn uitgevoerd, zijn vermoedelijk nog meer burgerslachtoffers gevallen.

Precisie-aanvallen

De journalisten deden het onderzoek in een reactie op de beweringen van Amerikaanse hoge functionarissen dat er bij de drone-aanvallen vanwege de uitzonderlijke precisie waarmee ze worden uitgevoerd, geen onnodige slachtoffers zijn gevallen.

“Het is nu onomstotelijk bewezen dat er burgerslachtoffers zijn gevallen”, zegt Muhammad Idrees Ahmad, socioloog aan de Universiteit van Strathclyde. Ahmad zette in het verleden al geregeld vraagtekens bij de lage aantallen slachtoffers waar de VS melding van maakten.

“We weten wie er zijn omgekomen, we kennen hun namen en weten dat het in sommige gevallen om kinderen gaat. We hebben hun identiteitsbewijzen”, zegt hij.

Inschattingsfouten

Een van de burgerslachtoffers was Naeem Ullah, een tienjarig kind dat geraakt werd door granaatsplinters toen een huis vlak naast haar werd verwoest door een drone.

Een ander slachtoffer was de 17-jarige Sanaullah Jan, die in een auto reed die werd aangevallen door een drone. Zij lichaam was zo sterk verkoold, dat hij alleen nog geïdentificeerd kon worden met een deel van zijn verbrande identiteitsbewijs.
 
Het Bureau of Investigative Journalism meldt dat de meeste kranten Sanaullah omschreven als talibanstrijder. Zijn familie beweert echter dat hij een gewone techniekstudent was. De familie wil – samen met andere families die dierbaren kwijtraakten – de Amerikaanse inlichtingendienst CIA aanklagen voor de inschattingsfouten die geleid zouden hebben tot onschuldige slachtoffers.

Gaza en Kosovo

Tom Parker, terrorisme-expert bij Amnesty International, is niet verrast door de uitkomsten van het onderzoek. Amnesty houdt geen cijfers bij over burgerslachtoffers van drone-aanvallen, maar het is volgens hem “zeer onwaarschijnlijk” dat bij dergelijke aanvallen geen burgers geraakt worden.

“We weten dat op andere plaatsen waar drones ingezet zijn, zoals in Gaza en Kosovo, er meestal ook burgerslachtoffers vallen”, zegt Parker. “Die risico’s zijn er nog steeds, want zoveel is er in de afgelopen jaren niet veranderd op technologisch gebied.”