Interview, Nieuws, Samenleving, België, Gentse Feesten Debatten, Gentse Feesten, Gent, Eric Goeman, Commercialisering van de media, Maatschappelijk debat -

22ste Gentse Feestendebatten komen eraan

De Gentse Feestendebatten, al 22 jaar een vaste waarde op de Gentse Feesten, schieten zaterdag 16 juli opnieuw uit de startblokken. Prominente sprekers zullen tien dagen op rij vier uur lang debatteren over de staat van België en de wereld. Wij spraken met Eric Goeman, sinds jaar en dag de grote man achter het hele project.

donderdag 14 juli 2011 11:30
Spread the love

Eric Corijn, Etienne Vermeersch, Daniël Termont, Nadia Fadil, … De lijst van debatterende panelleden in deze editie oogt lang en indrukwekkend. De onderwerpen zijn niet minder interessant: gaande van de huidige Belgische polemiek rond het GGO-aardappelveld in Wetteren tot meer Europese en mondiale actualiteit als ‘De groeiende haat tegen het Westen’.

Eric Goeman geeft met veel plezier uitgebreid duiding bij ‘zijn’ debatten. “In de media krijgen sprekers hooguit een paar minuten per thema. Bij mij krijgen ze vier uur.”

Het programma

Hoe heb je dit jaar het programma samengesteld?

Eric Goeman: “Ik denk dat ik bij het uitwerken van de thema’s dit jaar vooral heb stilgestaan bij het feit dat we in een financiële crisis zitten die gevolgd is door een economische, sociale, politieke, … crisis, met alle gevolgen van dien. En dat we daar bovenop ook een crisis in Europa beleven, tot en met een crisis van de euro toe, met een conflict tussen rijke en arme landen binnen de eurozone.”

“Dezelfde crisis die je in België eigenlijk in het klein meemaakt: we hebben geen regering, maar de solidariteit tussen Noord en Zuid staat ook hier op de helling.”

“Daarbij aansluitend wou ik ook stilstaan bij het feit dat er in een groot aantal landen pogingen zijn om weg te groeien van de sociaaldemocratische verzorgingsstaat. Binnen het kapitalistisch systeem leek dat ons vroeger de meest progressieve maatschappijvorm die mogelijk was. Maar er zijn steeds meer tekenen dat er gelonkt wordt vanuit bepaalde kringen, en dan zeker het VBO en VOKA, naar het Duitse sociaal model. Waar men werknemers vlugger kan ontslaan en het minimumloon en de index worden afgebouwd.”

“België heeft op dat vlak gelukkig één voordeel, namelijk dat we de sterkste vakbonden van Europa hebben. Zo gemakkelijk is het dus niet om hier naar dat Duitse sociaal model te gaan. Maar sommige kringen willen daar wel aan knagen, en als de volgende regering daar al twee puntjes van aanpakt, wordt dat een glijdende schaal.”

“En natuurlijk zijn er ook thema’s die voortkomen uit mijn eigen stokpaardjes: fiscaliteit en extreem-rechts. Ik ben zelf met fiscaliteit bezig, zowel mondiaal, Europees als Belgisch, als coördinator van FAN (Financieel Actienetwerk) en ik ben samen met anderen in 1973 in Gent grondlegger geweest van het Anti-Fascistisch Front.”

Je hebt dit jaar trouwens een indrukwekkende lijst panelgasten bijeen gekregen.

“Daar zijn twee belangrijke redenen voor. De eerste is het aantal jaren dat de debatten al lopen. Het feit dat ze al tweeëntwintig jaar bestaan, zorgt ervoor dat het een huis van vertrouwen is geworden. Ze hebben een status verworven, ze zijn een traditie. Dat is zeker een argument voor sommige sprekers om te komen.”

“De andere grote reden waarom sprekers zo graag komen, is het feit dat ze hier eens kunnen uitspreken en dat ze het niveau hoog genoeg vinden. Ze krijgen bovendien een bereidwillig publiek voor zich dat echt luistert naar wat er gezegd wordt. Dat zien ze niet zo vaak. Een publiek van 300 à 400 mensen!”

“Het is zelfs al voorgevallen dat de zaal zo vol zat bij een debat, dat 300 mensen niet meer binnen konden. Die hebben vervolgens, via boxen die we buiten plaatsten, vier uur lang in de gietende regen naar het debat staan luisteren, zonder iets te kunnen zien. Op zo’n momenten ontgoocheld het natuurlijk des te meer dat de pers er totaal geen belangstelling voor heeft.”

Waar zijn de media?

Je zou nochtans denken dat al die grote namen wel wat mediawaarde hebben.

“Maar al die jonge journalisten van vandaag de dag willen gewoon backstage bij Luc De Vos, of Amatorski, of Selah Sue. Zelfs niet eens meer bij Walter De Buck of Willem Vermandere, want dat is niet meer van hun tijd.”

“Ik wijt dat uiteraard niet zomaar aan die jonge lichting journalisten, maar veeleer aan de hoofdredactie die beslist wat er gecoverd moet worden op de Gentse Feesten. Dat zijn vooral de luchtige zaken.”

“Ik heb hier Gerard Mortier als één van mijn panelleden gehad. ‘Ik snap dat niet’, zei hij, ‘als ik in Gent iets doe, staan er normaal gezien zeven journalisten, en hier komt geen enkele!’  Hetzelfde met Adriaan Van Dis. Wie krijgt nu Adriaan Van Dis gratis? En nochtans krijgen de media van mij alle informatie, ze krijgen zelfs de foto’s.”

Zou dat gebrek aan media-aandacht ook kunnen liggen aan het feit dat er vooral linkse sprekers komen?

“Kijk, daar heb ik al veel discussies over gehad. Van rechts krijg ik natuurlijk kritiek dat ‘rechts’ niet bestaat in mijn debatten. Mijn antwoord daarop is tweeledig. Ten eerste zaten ‘De Debatten’ van bij hun ontstaan geworteld in de traditie van de Gentse Feesten. De Feesten zijn ontstaan in 1969, volop in de sfeer van mei ’68.”

“In die geest had je een mengeling van hippies aan de ene kant, en aan de andere kant ook een politisering van jongeren die op een nieuwe manier met politiek aan de slag gingen. Dat was het publiek van de Gentse Feesten.”

“Ten tweede is het van in het begin mijn bekommernis geweest om de problemen van de progressieve bewegingen met elkaar te confronteren en via een maatschappelijk-publiek debat naar oplossingen te zoeken. Rechts heeft geen zaken met zo’n debat! Dat maatschappelijk project is al zwaar genoeg binnen links, waar op zich al tientallen meningsverschillen bestaan.”

“Ik heb wel altijd geprobeerd CD&V- en Open VLD-politici erbij te krijgen. Maar rechtse politici hebben het sowieso moeilijk in zo’n debat, omdat er uit de zaal ook meer reacties op komen. Het is niet hun publiek.”

“Ook dit jaar hebben we mensen als Marc De Vos en Paul De Grauwe, toch geen ‘helden van de linkerzijde’. Maar ze komen, omdat ze de waarde van die debatten hoog achten.”

De eerste Debatten

Hoe zijn De Debatten eigenlijk ooit begonnen?

“Ik ben begonnen, dat weet ik nog heel goed, met maar één vraag voor de negen debatten: ‘Wat is er gebeurd met de jongens en meisjes van mei ’68?’ En ik heb allemaal mensen vanuit die jaren, mensen die het gezicht waren geweest van mei ’68, op het appel geroepen.”

“Dat was duidelijk geen optimistisch gegeven. Hoewel veel van die mensen het voor zichzelf wel een beetje op orde hadden gekregen. Sommigen waren bijvoorbeeld in de politiek gegaan of waren gedoctoreerd en professor geworden. Dat was dus mijn eerste editie.”

“Vanaf het tweede jaar ben ik dan effectief op thema’s gaan overschakelen. Vanaf dan heeft Jaap Kruithof ook meegedaan. En mensen als Etienne Vermeersch en Ernest Mandel en zo…”

“Er zijn al heel wat mensen gestorven ondertussen. De grote, oude roergangers die deelnamen van bij het begin van de debatten. Mandel, Georges Debunne, Jaap Kruithof, … En dan was er dit jaar nog Koen Raes, die toch ook een stuk of zes debatten gedaan heeft.”

Is er veel veranderd in de loop der jaren?

“Er heeft wel degelijk een verschuiving plaatsgevonden in de debatten zelf. In de eerste tien jaar waren er toch wel wat ’boksmatchen’ tussen de sprekers. Er werden echt rake meppen uitgedeeld. De laatste zeven, acht jaar zijn de debatten volgens sommigen veranderd in een soort van ‘zomeruniversiteit’. Dat klopt natuurlijk niet helemaal, maar er wordt nu toch soms les gegeven. We werken nu bijvoorbeeld altijd met inleiders, waarbij al eens een PowerPoint wordt boven gehaald, wat eigenlijk soms wel weg heeft van een les.”

Kan die evolutie ook te maken hebben met een maatschappelijke evolutie? Dat alles op een manier ‘braver’ is geworden?

“Nee, dat denk ik niet. Vanuit psychologisch oogpunt zou je kunnen stellen dat ik misschien ‘ouder en milder’ ben geworden, maar dat is het niet. Die verschuiving in de debatten is er gekomen omdat die boksmatchen van vroeger wel spektakel opleverden voor het publiek, maar volgens mij weinig bijdrage leverden aan het maatschappelijke debat. In zo’n boksmatch is winnen het belangrijkste, en hoe doe je dat? Door oneliners te produceren.”

“Als je niet wilt afglijden naar het niveau van de huidige vercommercialiseerde media, dan moet je wegblijven van die oneliners en bereid zijn om eens een half uur te luisteren naar een inleider, naar grote en lange tussenkomsten. En dat verklaart ook mee waarom sommige panelgasten zo graag aan de debatten deelnemen.”

“Zoiets kan tegenwoordig niet meer in de klassieke media. Een item mag niet langer dan zeven minuten duren, elk punt moet afgerond worden binnen de dertig seconden of de interviewer zit er alweer tussen, … De interviewer vindt zichzelf ook belangrijker dan de spreker.”

“Dat heb ik zelf ook afgeleerd. In het begin was ik de vedette. De debatten heetten zelfs in het begin ‘Pietje Bel en de rebellenclub’. En ik was Pietje Bel natuurlijk. Ook mijn opkomst straalde eigenlijk al een agressiviteit uit. Ik kwam vanuit een gang binnen, de panelleden zaten al klaar, en er stond een Christusbeeld midden op de tafel waar ik mijn hoed op smeet.”

“Dat is veranderd nu. Ik zit tegenwoordig ook niet meer tussen mijn panelleden, je verzuipt als moderator als je daar tussen gaat zitten. Ik sta gewoon voor het podium, de helft naar het publiek gericht, en de helft naar de panelleden.”

“Natuurlijk ben ik nog altijd de spil, omdat het rond mij draait, maar de sprekers zijn nu de feitelijke vedetten, en zeker ook de inleider. Maar daardoor zien mensen ook eens een PowerPoint over het onderwerp. En je voelt dat het publiek dat ook wel fijn vindt. Ik denk dat een groot deel komt om kennis op te doen. Het publiek is dus bereid om te luisteren.”

Is dat wat je wilt bereiken met je debatten? Het doorgeven van kennis?

“Of ik dat wil bereiken … Ik denk dat als een grote groep mensen rond belangrijke thema’s verschillende standpunten heeft kunnen wikken en wegen, dat ze dan voor zichzelf beter een mening gaan kunnen vormen over dat soort zaken. En daardoor komen ze ook sterker uit de debatten die ze voeren met vrienden of familie.”

“De debatten zijn hoe dan ook uniek. Het is uniek dat er op een van de grootste volksfeesten van Europa iets dergelijks wordt georganiseerd. Het feit dat er tien namiddagen worden uitgetrokken voor een vier uur lang debat, dat vind je nergens anders.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!