Nieuws, Cultuur, België -

Ons Vlaanderen: Niet leven van maar voor de kunst

Ze kunnen niet leven van de kunst, maar ze leven voor de kunst. TiensTiens bezoekt gevluchte kunstenaars. Kakayi en zijn vrouw Avin Kaki, afkomstig uit de zwaar getroffen Iraakse stad Kirkoek en Sergei Andreev, uit het Russische Oeralgebergte. De kunstenaars praten vrijuit over leed en leven, over hun passies en hun kijk op wereld, en over het kunstenaarsbestaan hier én daar.

zaterdag 11 juni 2011 13:17
Spread the love

Abstract kunstenaar Kakayi is een artistieke duizendpoot: kalligrafie, schilderkunst, grafiek en fotografie, hij doet het allemaal en met een bijzondere gedrevenheid. De vele werken die in het kleine salon hangen blijken niet van de laatste maanden maar de voorbije weken. Alles samengeteld vermoedt Kakayi dat hij al meer dan duizend werken maakte in de afgelopen jaren en toch is elk stuk uniek. Avin schildert kleurrijke, abstracte landschappen. Beiden exposeerden reeds meermaals in verschillende delen van het land.

Ondanks die creativiteit brengt het kunstenaarschap geen brood op de plank. “We kunnen niet leven van de kunst”, zucht Kakayi, “je kan als artiest zelfs vaak niet eens je materiaal bekostigen”. Wanneer ze exposeren moet een artiest ook vaak nog toesteken aan de huur van de zaal of er is geen enkele financiële tegemoetkoming: “We horen dan vaak dat we maar tevreden moet zijn dat we al de kans krijgen om te exposeren”. Eén enkele keer moest Kakayi zelfs een toegangsbiljet kopen voor zijn eigen tentoonstelling. Zoiets stoot tegen de borst.

Maria

Sergei schildert en creëert installaties. Ook hij kampt met dezelfde problemen. Toch vinden alle drie de kunstenaars dat België hen meer mogelijkheden biedt om als kunstenaars te leven en te werken. Sergei: “Ik werk rond iconen. In het bijzonder werk ik rond de figuur van de vrouw in het Christendom. Maar werken rond de thematiek van iconen en religie ligt niet makkelijk in Rusland. We hebben een traditie in iconografie die aan strikte regels verbonden is, en religie is een belangrijk deel van onze geschiedenis. Daartegenover verwachten mensen respect en achting.”

Elke vorm van religie was onder het communisme verboden met als gevolg dat na de Val van de Muur iedereen massaal naar de kerk liep. “Terwijl hier in Europa de interesse voor de kerk wegzakt en de kerk een pedofiliecrisis kent, heb je in Rusland net het omgekeerde. Mensen laten zich in de kerk de dingen met de paplepel ingeven, alleen stellen ze zich geen vragen over de pap die ze eten.

Mijn eigen levensovertuiging en ervaringen vinden hun vertaling in het seculier humanisme. Daarmee wil ik als kunstenaar zeggen dat iedere mens zijn eigen weg moet vinden en dat we het leven de mensen centraal moeten stellen, in tegenstelling tot iets dat misschien wel of niet bestaat. Als ik Maria afbeeld met haar slipje op haar enkels, dan is dat om het contrast te maken met al die figuren van een Maria die ‘braaf’ moet zijn, de vrouw die zich moet versluieren, niets mag laten zien, omwille van de angst bij de mannen.

Icoon van zijn tijd

Sergei werkt niet alleen rond klassieke iconen. Vandaag is de i-phone voor hem de nieuwe kerk: “Je hoeft de bijbel niet meer te lezen om antwoorden te vinden op al je vragen, aan een i-phone hebben mensen nu genoeg”. Ook die nieuwe vormen van idolatrie probeert Sergei op een kritische manier te bevragen. “Misschien is het doel van religie rust te vinden in je ziel, maar je moet het leven toch zelf onderzoeken”, is zijn overtuiging. Hij heeft moeite met elke vorm van religieus of ideologisch fanatisme. “Onder het communisme maakten ze alle mensen gelijk: geen nationalisme, geen religie, … en toch mag je ook daarin niet overdrijven.”

Sergei heeft geen nostalgie naar de oude Sovjet-Unie maar er waren wel een aantal goede zaken die men jammer genoeg niet kon meenemen naar het heden: “Je moest niet nadenken over geld en iedereen kon deelnemen aan het culturele leven. Nu moet je voor alles betalen en is het moeilijk om te overleven, laat staan cultuur te beleven.

De idee heerst dat iedereen tegen iedereen moet vechten. Mensen plooien terug op zichzelf en er is geen solidariteit meer. In plaats daarvan regeert het cowboykapitalisme. De corruptie is enorm en je wordt verplicht om deel te nemen aan dat systeem. Als je hier gestudeerd hebt, dan heb je mogelijkheden voor de toekomst. In Rusland daarentegen is alles te koop: een diploma, een job, een politieke ambt… en dus zitten mensen niet op een bepaalde plaats of in een bepaalde job omdat ze er goed in zijn maar omdat ze er geld voor konden neerleggen.”

Het kunstenaarschap als maatschappelijk engagement

Voor Sergei, Kakayi en Avin is kunstenaar zijn een engagement. Sergei: “Wat ik maak is geen decoratie. Het is het protest in mijn hart.” “We verwerken onze problemen in onze kunst”, zegt Avin. Kakayi vult aan dat kunstenaars in Irak rond thema’s werken, “het is niet zoals hier, waar de compositie op zich belangrijk kan zijn”. “Voor mij moet kunst iets zeggen”, beklemtoont Avin, “het is een manier om uitdrukking te geven aan de moeilijkheden van het leven”.

“In Rusland is er ook veel politiek geëngageerde kunst”, vertelt Sergei, “in tegenstelling tot hier, waar het rustiger is, en mensen bijgevolg ook op zoek zijn naar een andere soort kunst… maar misschien dat daar met de regeringscrisis in België toch ook weer verandering in komt”, lacht hij, “Misschien moeten alle vrouwen protesteren: geen regering, geen seks!”, merkt hij, met een knipoog naar de uitspraken van Marleen Temmerman eerder dit jaar.

(On)Mogelijk kunstenaar in het thuisland

Avin en Kakayi zijn het er over eens dat het voor hen en vele andere kunstenaars onmogelijk zou zijn om vandaag kunst te maken in Irak. “Als je maag leeg is, dan zijn je hersenen leeg. Dan kan je niet creatief zijn”, werpt Kakayi op. “Maar kunst is wel een soort van therapie voor mij: we kunnen iets moois van ons verdriet maken”, legt Avin uit. Dat er verdriet en angst is, ook op duizenden kilometers van huis, is een feit. Avin en Kakayi maken zich enorme zorgen om hun families in Kirkuk. Dagelijks staan de inwoners van de grootste oliestad van Irak bloot aan geweld. “We zagen net terug op de televisie dat er drie nieuwe zelfmoordaanslagen waren, ondermeer in de straat van onze oom. We hebben nog geen nieuws over de slachtoffers”, vertelt Avin. “Kakayi’s nichtje is in haar winkel simpelweg doodgeschoten”.

“Twee jaar geleden ben ik voor de eerste keer na 26 jaar naar mijn geboortestad terug gekeerd”, vertelt Kakayi, “het was een drama voor mij: de stad is een kerkhof geworden”. Kakayi was uitgenodigd om zijn werk tentoon te stellen. De expositie kon niet langer dan drie dagen duren, omwille van de onveiligheid in de stad. Avin en de kinderen reisden mee af om na lange jaren toch de kans aan te grijpen om hun familie op te zoeken. “Ik durfde het huis van mijn familie niet uit. Ik durfde met de kinderen de straat niet op.”

Hun oudste zoontje, toen acht, had lang geprotesteerd tegen de afreis naar Irak. Hij was bang omdat hij net als zijn ouders de beelden op de televisie en de verhalen van het thuisfront kent. “Toen we in Zaventem kwamen voor het vertrek bleef de metaaldetector afgaan. Ze konden maar niet vinden wat het was. Tot ze onze zoon alleen door het toestel lieten stappen. We ontdekten dat hij van de zinkplaten waarmee Kakayi etsen maakt met kleefband een schild gemaakt had, een borstplaat, om zich tegen een aanslag te beschermen.”

Electriciteit, gezondheid en water

“Vandaag zou ik me belachelijk voelen om te gaan tentoonstellen in mijn stad”, zucht Avin. “De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens en er is amper vier uur electriciteit per dag.” Nochtans kan regeren niet moeilijk zijn volgens Kakayi: “Regeren is simpele dingen voor mensen garanderen: electriciteit, gezondheid, water.” “Schrijf maar dat de Irakezen geen vrede verlangen”, zo zegt Kakayi, “ maar electriciteit en water”. Avin voelt zich verantwoordelijk voor wat er in haar land gebeurt ook al draagt zij geen schuld.

De drama’s die zich afspelen bedrukken haar: “Soms komen we in het Nederlands zuurstof te kort om dingen te zeggen over onze emoties”. Kakayi wil er anders tegenover staan: “Mijn kunst, mijn schilderwerken, dat is mijn toekomst. Mijn leven is hier. Onze kinderen zijn hier. In Irak schiet kunst nog steeds als paddenstoelen uit de grond, er is een culturele traditie, maar de musea zijn leeggehaald of kapot geschoten en de galerijen zijn dicht. Artiesten kunnen niet groeien in het binnenland. Of je nu arm of rijk bent, hier kan je kunst beoefenen.”

ZebrArt (zie kader) steunt kunstenaars zoals Avin, Kakayi en Sergei. “Sommige mensen zeggen dat ZebrArt niets opbrengt”, zegt Kakayi, “maar ik ben niet akkoord. Je kan niet verwachten dat je door ZebrArt de grote carrière zal gaan maken.” Wel ondervinden kunstenaars steun in hun werk en leren ze andere artiesten kennen in Gent en andere steden. “Dit soort project heb ik tien jaar gemist”, getuigt Kakayi, “nu hebben we een warme thuis, vroeger waren we dakloos”.

ZebrArt is het platform waar gevluchte kunstenaars in contact komen met de culturele sector en met elkaar. ZebrArt zet mensen, ook ons, op het spoor van gevluchte kunstenaars die in België actief zijn. Op de site van ZebrArt kan je kennis maken met gevluchte kunstenaars, hun werk en hun achtergrond, alsook vind je er hun contactgegevens. De mensen en kunstenaars achter dit project van Vluchtelingenwerk Vlaanderen roepen al een tijdje om structurele ondersteuning bij het Vlaamse Ministerie van Cultuur, gezien zij tot op heden slechts van jaar tot jaar gesubsidieerd werden en hun toekomstig bestaan daardoor onzeker blijft.

take down
the paywall
steun ons nu!