Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft talrijke gevallen van foltering door Syrische veiligheidsdiensten kunnen vaststellen (foto: HRW - 15 april 2011)
Nieuws, Wereld, Politiek, Mensenrechten, Syrië, Foltering, HRW, Arabische revolutie -

Syrische opstand: verslag uit Daraa

In de Syrische stad Daraa worden enkel nog bezoekers toegelaten als ze familie zijn van iemand die begraven wordt. Een reporter van Al Jazeera hoefde niet eens te liegen bij de wegversperringen: een familielid van zijn vrouw werd gedood bij de protesten, en hij zou helpen bij de begrafenis.

woensdag 20 april 2011 14:35
Spread the love

De reporter moest uiteindelijk vier wegversperringen door voor hij Daraa binnengeraakte. Zijn voertuig werd doorzocht op zoek naar camera’s, opnameapparatuur of laptops.

Daraa is de plaats waar de Syrische opstand op 6 maart begon na de arrestatie en foltering van tieners die slogans van de Arabische revolutie op de muur geschilderd hadden: “Het volk wil het regime omverwerpen!”

De jongens, tussen tien en vijftien, werden vastgehouden door de dienst Politieke Veiligheid, onder controle van Generaal Atef Najeeb, een neef van president Bashar al-Assad. Ze werden geslagen, bewerkt met gloeiende voorwerpen en hun nagels werden uitgetrokken.

De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft verschillende dergelijke gevallen van foltering van demonstranten gedocumenteerd, van wie ook kinderen. Het verhaal van Daraa is het verhaal van de Syrische opstand: één harde actie door de veiligheidsdiensten brengt protesten op gang die blijven groeien naarmate de veiligheidsdiensten steeds harder optreden.

Stammen

De verdwijning van Syrische burgers, onder wie ook kinderen, in de cellen van de beruchte veiligheidsdiensten is op zich niet ongewoon voor een volk dat gewend is om al een halve eeuw onder de noodtoestand te leven. Maar de gearresteerde jongens waren lid van bijna elke grote familie in Daraa: de Baiazids, de Gawabra’s, de Masalma’s en de Zoubi’s.

In het zuiden van Syrië spelen stamgevoel en familie-eer nog een erg belangrijke rol. Na dagenlange pogingen om nieuws te krijgen over de jongens via de officiële kanalen, organiseerden de families van de vermisten een mars naar de woning van de gouverneur van Daraa. Die mars draaide uit op een schietpartij door de veiligheidsdiensten. “Een groot aantal agenten daagde op en begon te schieten”, vertelt Ibrahim, een familielid van een van de jongens. “Toen de mensen het bloed zagen, werden ze gek. We behoren allemaal tot stammen en grote families, en voor heeft bloed een erg belangrijke waarde.”

“De veiligheidsdiensten verhinderden de ambulances om gewonden naar het ziekenhuis te vervoeren. Dat zullen we niet vergeten”, zegt Mohammed, een ander familielid.

Escalatie

Op 18 maart riepen betogers opnieuw op om de jongens vrij te laten. Ze vroegen ook een einde aan de corruptie en meer politieke vrijheid. Opnieuw openden de veiligheidsdiensten het vuur en deze keer vielen drie doden. Twee dagen later zetten de demonstranten het kantoor van de Baath-partij in lichterlaaie. Al-Assad probeerde de gemoederen te sussen met een hooggeplaatste delegatie die familiebanden had in Daraa. Als teken van goede wil werden ook de vijftien jongeren vrijgelaten.

Maar de tekenen van foltering maakten de stammenleiders alleen maar meer vastberaden en het aantal deelnemers aan de protesten liep nu in de duizenden. Een nieuwe escalatie van geweld kon niet uitblijven, en op 23 maart bestormden de veiligheidsdiensten de moskee van Omari, die uitgegroeid was tot centrum van het protest. Opnieuw vielen vijf doden.

“We willen dat de president diegenen straft die onschuldige mensen in Daraa gewond en vermoord hebben”, zegt Mohammeds moeder. “We steunden zijn vader, maar president Bashar heeft onze eigen zonen gestuurd om hun broers en zussen te doden. Wie zijn eigen broers doodt, is een verrader.”

Onomkeerbaar

De protestmarsen volgen nu een bekend patroon: elke begrafenis groeit uit tot een massabijeenkomst, waarbij de veiligheidstroepen het vuur openen en zo een nog grotere opkomst garanderen bij de volgende begrafenis. Tegen 8 april, de vierde vrijdag op rij van protesten, bereikten de protesten een nieuw hoogtepunt en werden 25 demonstranten gedood.

Een week later kon een delegatie van Daraa rechtstreeks met de president onderhandelen. Maar voor veel bewoners van de stad is de situatie onomkeerbaar geworden. “Ze denken dat we nieuwe wegen of een nieuw ziekenhuis willen”, zegt politiek activist Ayman. “Maar we willen dat niet. We willen dat de politieke gevangenen vrijkomen en dat onze familieleden uit Jordanië, Saoedi-Arabië en andere landen kunnen terugkeren. We willen land kunnen kopen en verkopen zonder goedkeuring van de veiligheidsdiensten.”

“Mijn oom werd ervan verdacht lid te zijn van de Moslimbroederschap en werd verbannen naar Saoedi-Arabië. Elke dag bad mijn grootmoeder dat ze haar zoon nog zou kunnen zien. Maar ze stierf zonder hem ooit nog gezien te hebben. Wat wij nu willen, is vrijheid.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!