De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

“Kief Gaza?”

“Kief Gaza?”

maandag 28 maart 2011 10:59
Spread the love

Inge Neefs, een activiste die meevoer op de Freedom Flotilla om Israël’s illegale blokkade aan te kaarten, vertoeft sinds een drietal maanden in de Gazastrook waar ze als vrijwilliger voor de International Solidarity Movement (ISM) werkt.

“Kief Gaza?’ is een vraag die Gazanen me iedere dag stellen, maar diezelfde vraag “Hoe is Gaza?” ligt tevens op de lippen van iedereen die Gaza volgt vanop een afstand.  De Gazastrook haalt geregeld de actualiteit, maar de berichtgeving is veelal vaag, weinig diepgaand en versluiert de dagdagelijkse werkelijkheid. Dit artikel poogt een overzicht te geven van Gaza anno 2011 op humanitair, economisch en politiek vlak. 

Introductie

Gaza, februari 2011. De winterse regens hebben eindelijk gehoor gegeven aan de wanhopende verzuchtingen van de landbouwers en verkoelen nu de geesten die gefocust zijn op de brandende Arabische wereld. Dictatoriale regimes uit de regio die teren op de verarming van de eigen bevolking en de mensenrechten flagrant schenden, worden eindelijk aan het wankelen gebracht door volksrevoluties die de ketens van verlammende angst bruusk hebben afgelegd.

Palestina kijkt toe met een intensifiërend, corrosief verlangen naar vrijheid, maar verkeert in tweestrijd. Wat verdient prioriteit: de interne politieke problemen waarin zowel Fateh als Hamas centraal staan, of de Israëlische bezetter?

Gazanen zijn uitgelaten over het Egypte’s volksverzet dat Moebarak succesvol van zijn troon gestoten heeft. Ondanks de schaarste, zowel op materiëel als op immateriëel vlak, die Gaza typeert, is er nu opnieuw hoop voorhanden. De hoop dat een nieuw Egyptisch regime het einde zal betekenen voor de blokkade.

In het vuur van de Egyptische volksrevolutie werd de blokkade van Gaza echter aangestrengd. Zo sloot Egypte twee weken geleden Rafah, de grensovergang met Gaza. Het beperkt aantal Gazanen dat toegang had tot de buitenwereld (mensen met buitenlandse paspoorten, patiënten en studenten) is weer beperkt tot Gazaans grondgebied, terwijl een honderdtal Gazanen noodgedwongen in Egypte wachten om naar huis te kunnen keren.

De chaos in Egypte bereikte ook de Sinaïwoestijn en belemmerde het tunnelverkeer aan de Philadelphia Corridor. Tunnels importeren voornamelijk constructiemateriaal, brandstof en gasflessen, dat ieder Palestijns huishouden aanwendt in de keuken.

Stroomonderbrekingen zijn weer copieus, aangezien de lokale energiecentrale sinds enkele weken voornamelijk op goedkopere Egyptische diesel teert. De files aan de tankstations nemen toe, auto’s verdwijnen achter zwarte rookpluimen nu ze zijn overschakeld op keukenolie, en de manuele generatoren ronken enkel nog voor hen die gehamsterd hebben.

De omvang van de bezetting

Ondanks de ontmanteling van Israëlische kolonies en de terugtrekking van IOF troepen uit de Gazastrook in 2005, blijft de bezetting een realiteit. Israël controleert de landsgrenzen, het luchtruim en de territoriale wateren. De wurgende blokkade gaat dit jaar zijn vierde jaar in en geldt als een collectieve volksbestraffing voor de verkiezingsoverwinning van Hamas. Reeds in de jaren ’90 werden er bewegingsbeperkingen opgelegd aan Gaza, maar deze werden drastisch geïntensifieerd in 2007.

Israël kende Gaza de titel ‘vijandige entiteit’ toe en legde sancties op door de bewegingsvrijheid van de bevolking te beperken en de import van goederen en brandstof aan banden te leggen. De openbare aanklager beantwoordde een klacht van GISHA, een Israëlische mensenrechtenorganisatie, met de uitspraak: “schade toebrengen aan de economie van de vijand is een legitieme vorm van oorlogsvoering” (1).

Volgens het internationaal recht is Israël, als bezettende macht, verplicht om in te staan voor de veiligheid, rechten en noden van de Gazanen; De blokkade lapt dit echter schaamteloos aan zijn verdrukkende laars.

Anderhalf miljoen Palestijnen, waarvan meer dan de helft jonger is dan achttien, en die voor 70 procent uit vluchtelingen bestaat (2), leven in een openluchtgevangenis, waar terreur en geweld schering en inslag zijn. Dagelijks zoemen onbemande bomvliegtuigen onheilspellend boven de hoofden van de bevolking om overstemd te  worden door Israëlische F16’s die het luchtruim openscheuren.

Samen zaaien ze een pertinent klimaat van psychologische terreur indien het militair geschut geen fysieke destructie aanricht via bomaanvallen. Op zee bakenen kanonneerboten vervaarlijk de zeegrens van drie mijlen af waartoe Israël unilateraal beslist heeft. Zij s wurgen daarmee de Palestijnse visvangst.

Langs de landsgrenzen verschuilen Israëlische sluipschutters zich in de wachttorens om verzetsstrijders af te weren, maar tevens om de illegale, unilaterale, “bufferzone” te bewaken. Een onafgebakende zone van 300 meter langs Gaza’s zijde van de grens werd door Israël als no-go-zone beschouwd, waar soldaten zich schietgraag manifesteren. Tanks en jeeps patrouilleren dagelijks langs de grens en op regelmatige basis enteren Israëlische bulldozers Gaza om de grenszone plat te walsen.

Economische destructie

Uit één van de Wikileaks documenten, dat dateert van november 2008, wordt een publiek geheim officieel bevestigd: Israëlische functionarissen stellen uitdrukkelijk dat het de bedoeling is om de economie van Gaza op de rand van instorting te brengen “zonder het laatste zetje over de rand te geven”(3). 

Israël’s gewelddadige aanval op de Freedom Flotilla in mei 2010, zorgde voor wereldwijde verontwaardiging en de internationale druk zette de Israëlische overheid ertoe aan om een versoepeling van de blokkade aan te kondigen in juni. De arbitraire wissellijst van toegelaten goederen zou vervangen worden door een eenduidige lijst van verboden goederen. Israël zou meer constructiemateriaal exporteren en meer grensposten openen om de invoer van goederen naar Gaza te bevorderen (4).

Diverse mensenrechten- en vredesorganisaties, waaronder Amnesty International, Oxfam en Broederlijk Delen, onderschrijven echter in het rapport ‘Teneergeslagen Hoop’ (5) dat de ‘versoepeling’ bitter weinig soelaas biedt voor de Gazanen. Het rapport spreekt klare taal: de enige uitweg is een volledige opheffing van de blokkade.

De werkloosheid in de Gazastrook bereikte begin februari 2011 een historisch dieptepunt volgens UNWRA: 45 procent van de bevolking overleeft zonder inkomen (6) en 80 percent van de bevolking is afhankelijk van internationale humanitaire hulp.

Stroomonderbrekingen duren gemiddeld 4 a 6 uur per dag en vaker langer. 60 procent van Gaza’s bevolking heeft slechts om de 4 a 5 dagen stromend water gedurende 6 a 8 uur (8). Dagelijks stroomt 50 tot 80 miljoen liter deels behandeld of volledig ongezuiverd rioleringswater in de zee (9).

Ongeveer 90 procent van het water bevat te hoge chloride- en nitraatconcentraten en is dus ongeschikt als drinkwater (10). 78 procent van de huizen die ernstig beschadigd werden tijdens Operatie Gegoten Lood zijn nog niet herbouwd (11).

Verboden lijst

De gepubliceerde ‘negatieve’ lijst zou enkel goederen bannen die mogelijk een gevaar kunnen betekenen voor Israël’s veiligheid, maar Israël overschrijdt de internationale definiëring van het dubbelzinnig gebruik van goederen en legt dus strengere beperkingen op (12). Zo worden meststoffen en waterzuiveringsoplossingen expliciet gebannen.

Landbouwers in Gaza bevestigen het gebrek aan meststoffen en klagen dat nylon, dat aangewend wordt voor serres, evenmin beschikbaar is. Vissers voegen eraan toe dat Israël de import van visnetten weerhoudt. Israëlische autoriteiten vragen tevens speciale toestemmingen voor goederen die volgens hun lijst toegelaten zijn (13).

Exportban

Export is nog steeds virtueel onmogelijk, waardoor economisch herstel uitgesloten wordt. Sinds de versoepeling van de blokkade konden slechts enkele ladingen aardbeien en bloemen uit Gaza uitgevoerd worden (14). De tunnels maken een beperkte vorm van uitvoer via Egypte mogelijk.

In het verleden was Gaza’s economie voornamelijk afhankelijk van de export van goederen zoals meubilair, kledij, textiel, voedsel en landbouwproducten, die instonden voor het levensonderhoud van tienduizenden Palestijnen en hun families. Gaza’s economische activiteit is thans afhankelijk van de lokale vraag, en wordt opnieuw gedecimeerd door de beperkte koopkracht van de bevolking en de grootte van de lokale markt (15).

Importbeperkingen

Sinds de ‘versoepeling van de blokkade’, steeg de Israëlische import, voornamelijk consumptiegoederen, van 20 procent naar 35 procent van wat er voor de blokkade toegelaten werd.

Goederen zoals kruiden, kledij, cosmetica, koelkasten en auto’s, die voorheen enkel ondergronds uit Egypte geëxporteerd konden worden, passeren vandaag door de Israëlische grensposten. Hoewel de invoer van voedingsmiddelen uit Israël significant gestegen is, kunnen veel Gazanen zich de nieuwe goederen in de winkels niet veroorloven.

Grondstoffen, die broodnodig zijn om de lokale economie te laten heropleven, worden voornamelijk tegen gehouden door de Israëlische autoriteiten (16). Op dit ogenblik is 65 procent van Gaza’s industrie opgedoekt, terwijl de overige industriële bedrijven op verminderde capaciteit draaien. Voor juni 2007, stelde de sector 35.000 mensen tewerk, nu zijn dat er slechts 6000 (17).

Paradoxaal genoeg ondermijnt de versoepeling van import de lokale productie. Veel Gazaanse producenten kunnen de competitie met goedkopere geïmporteerde goederen, zoals goedkoop Chinees textiel of voedsel uit Israël, niet aan (18).

Door de gelimiteerde bevoorrading van industriële brandstof, draait Gaza’s energiecentrale slechts op 68 procent van de totale capaciteit. Dit manifesteert zich in dagelijkse stroomonderbrekingen die gemiddeld 6 à 8 uur per dag aanhouden. Dit heeft een negatief effect op de waterbevoorrading, behandeling van afvalwater en de gezondheidszorg.

Stromend water is slechts beperkt beschikbaar; meer dan 60 percent van de bevolking heeft slechts 6  à 8 uur stromend water om de vier à vijf dagen (19). Zij die zich het kunnen permitteren, vangen de tekorten op via watertanken, die op de daken van de huizen geïnstalleerd worden.

De invoer van bouwmateriaal bedraagt slechts 11 percent van wat er in 2007, voor de blokkade geïmporteerd werd (20). Tot op heden heeft de Israëlische overheid slechts 7 procent van UNWRA’s bouwplannen in de Gazastrook goedgekeurd, waarvan slechts een kleine fractie van het nodige bouwmateriaal effectief werd geëxporteerd naar Gaza (21).

Volgens de Verenigde Naties heeft Gaza 670.000 vrachtladingen aan constructiemateriaal nodig, terwijl het maandelijks gemiddeld aantal vrachtladingen op slechts 715 ligt, sinds de ‘versoepeling’. Het NRC, Norwegian Refugee Council, noteert dat er 9.275 huizen gebouwd moeten worden, 2.886 moeten vervolledig worden en tienduizenden huizen zijn nodig om tegemoet te komen aan de natuurlijke bevolkingsgroei (22).

Economische groei?

De alom gerapporteerde groei van 16 procent in Gaza verwijst naar de periode tussen het eerste kwartaal van 2009 en het eerste kwartaal van 2010, voor de ‘versoepeling’. De Werelbank attribueert deze groei aan een verlaagde vergelijkingsbasis door de duik in economische activiteit tijdens de Israëlische belegering in 2008-2009 en de daaropvolgende maanden.

De instroom van humanitaire hulp, de bloeiende tunnelactiviteiten en de kleinere versoepelingsmaatregelen die Israël ondernam in deze periode, zijn mede verantwoordelijk voor dit groeipercentage (23). Het IMF voegt daaraan toe dat het onwaarschijnlijk is dat deze groei zal aanhouden indien de invoer voor privéinvesteringen en de export naar Israël onmogelijk blijft (24).

Niet minder dan 35 procent van Gaza’s landbouwgrond en 85 procent van het zeegebied wordt door Israël als no-go-zone beschouwd, op straffe van beschieting. Dit heeft vanzelfsprekend verscheurende gevolgen voor de veiligheid en de bestaansmiddelen van Gazanen die afhankelijk zijn van deze gebieden (25).

Overleven aan de grens

In het Palestijns-Israëlisch interimakkoord werd er een bufferzone van 50 meter bedongen, dat Israël in 2000, bij het uitbreken van de Tweede Intifada, uitbreidde tot 150 meter. In mei 2009 verspreidde het Israëlische leger duizenden ‘leaflets’ met de boodschap dat er een minimale afstand van 300 meter van de grens moet gerespecteerd worden.

OCHA (26) noteert dat de no-go-zone in de praktijk tot 500 meter reikt. Wie deze zone betreedt, riskeert zijn leven. Het Israëlisch leger houdt verschillende keren per week incursies in deze zone om het land plat te walsen, waarbij eigendommen keer op keer vernield worden.

De hoge risico zone strekt echter tot 500 à 1500 meter, waar het Israëlisch leger er evenmin voor terugdeinst om mensen neer te schieten en waar nivellering van het grondoppervlak en vernieling van eigendommen frequent voorkomen. De acties van het leger zijn hier echter onregelmatiger en minder voorspelbaar.

De landelijke no-go-zone beslaat 17 procent van Gaza’s totale oppervlakte. In deze zone is een derde van de vruchtbare landbouwgrond, en een significant aantal waterbronnen gelegen. Huizen in dit gebied staan bloot aan Israëlische aanvallen, waardoor diverse gezinnen gedwongen werden om hun huis achter te laten en te migreren naar veiligere oorden, ondanks het inkomensverlies.

Anderen ontbreken financiële alternatieven en houden noodgedwongen stand, om te overleven in gespannen onzekerheid. Een onderzoek van ‘Save the Children’ (27) geeft aan dat 73 procent van de burgers uit deze grensregio onder de armoedegrens leeft. Het algemeen Gazaans gemiddelde ligt op 42 procent ligt.

Bewoners getuigen van een omnipresente angst voor hun fysieke integriteit die toeneemt bij het vallen van de avond, wanneer bombardementen frequenter zijn en kogelschoten veelvuldig weerklinken.

Wat het ergste gevonden wordt, is de onmogelijkheid om een veilige thuishaven te creëeren voor de kinderen. Kinderen worden gespeend met angst en groeien op met geweld. De terreursdreiging is hier imminent en de feitelijke uitbarstingen gebruikelijk.

Salma Hassan, een 44-jarige vrouw uit Beit Hanoun, in het noorden van de Gazastrook, parafraseert de situatie als volgt: “Hier, in de zogenaamde bufferzone hebben we nog geen moment rust gekend sinds de belegering van 2008-2009. We leven in constante schrik.”
In 2010 werden niet minder dan 52 Palestijnse burgers vermoord en verwondde het Israëlisch leger 189 anderen terwijl ze aan het werken waren in of nabij de bufferzone (28).

Het gebrek aan cement heeft een nieuwe jobcategorie gecreëerd in Gaza: de puinverzamelaar. Voor hen is de grensregio vruchtbare grond is. Brokstukken van gebombardeerde huizen of achtergelaten Israëlische kolonies worden verzameld om later vergruisd te worden tot goedkope cement van ondermaatse kwaliteit.

Met een paard en houten kar, trekken mannen, maar helaas ook vaak kinderen, de gevaarlijke bufferzone in. Een dag noeste arbeid verdient tussen 20 à 50 shekel (of 4 à 10 euro), een mager inkomen dat absoluut niet opweegt tegen de levensgevaarlijke werkomstandigheden. “Wat kan ik anders doen? Iemand moet ervoor zorgen dat er gegeten kan worden”, zegt de 15-jarige Mokles Jawad Al Masr die op 28 november in het been geschoten werd terwijl hij puin aan het verzamelen was in het noorden van Gaza.

Op 18 januari loopt het echter voor de 17-jarige Amjad el-Zaan faliekant af. Samen met zijn broer en drie neven, waarvan de jongste amper 11 jaar is, verzamelt Amjad stenen in Beit Hanoun, in Noord-Gaza.  De vijf jongens hadden net hun paardenkar volgeladen met stenen toen Israëlische tanks en bulldozers plots aan de grens verschenen, op 300 meter van hen.

De jongens lieten hun paard en vracht achter en renden voor hun leven, totdat ze veilig en wel thuis waren. Enkele uren later besluiten ze terug te keren. De situatie lijkt veilig, het gevaar min of meer geweken. De jongens bereiken hun paardenkar en staan op het punt te vertrekken wanneer ze plots gebombardeerd worden.

De 19-jarige Sharaf Raafat Shada, wordt door een bomscherf in de borst geraakt. Amjad poogt hem op de paardenkar te leggen om hem naar het ziekenhuis te vervoeren, maar hij kan Sharaf’s gewicht niet dragen.

Hij besluit hulp in te roepen in het dorp. Even verderop wordt hij geraakt door een nieuwe bom die een grote gapende wonde in zijn buikstreek nalaat. De vier andere jongens slaan in paniek en lopen weg. Ambulances en buurtbewoners pogen Amjad te bereiken met witte vlaggen, maar het Israëlisch vuur stopt niet.

Wanneer de ambulance er uiteindelijk in slaagt Amjad te bereiken, is hij reeds overleden

Vissers

In de Oslo akkoorden werd 20 maritieme mijl bedongen voor Gazaanse vissers, maar sinds 1993 heeft Israël opeenvolgende restricties opgelegd waardoor Palestijnse vissers sinds 2007 niet verder dan drie zeemijl kunnen uitvaren.

De kwaliteit, kwantiteit en diversiteit van de visvangst is hierdoor ernstig achteruit gegaan. Volgens het Internationale Comité van het Rode Kruis (29) is bijna 90 procent van de 4000 vissers die de Gazastrook telt arm (met een inkomen tussen 100 en 190 US dollars) of zeer arm (verdienen minder dan 100 dollar per maand), tegenover ‘slechts’ 50 rocent in 2008.

Volgens Al Mazen Center for Human Rights (30) pleegde het Israëlische leger tussen 1 mei 2009 en 30 november 2010 niet minder dan 53 aanvallen tegen vissers: twee mannen werden vermoord, zeven gewond en 42 werden gearresteerd. Zeventien vissersboten werden in beslag genomen waarbij er één vernield werd.

Volgens het internationaal recht zijn dergelijke acties flagrante schendingen, aangezien Israël zich niet aan haar verantwoordelijkheden houdt als een bezettende macht. De rechten van de vissers op leven, werk, veiligheid en fysieke integriteit worden geschonden. Ze worden gemarteld en het wordt hen onmogelijk gemaakt om een gepast inkomen te vergaren.

In december en januari 2011 werden er vier keer vissers ontvoerd in Gazaanse wateren. De 54-jarige Mohamed ‘Abdul Qader Baker was op 4 januari samen met zijn drie collega’s aan het vissen op 2,5 zeemijl van de kust van Gaza-Stad toen hun boot onderschept werd door een Israëlische kanonneerboot.

Ze werden onder schot gehouden en verplicht hun handen in de lucht te houden gedurende meer dan een uur, terwijl een kanonneerboot beroep deed op versterking van twee zodiacs. De mannen moesten zich vervolgens uitkleden en naar de zodiacs zwemmen, waar ze gehandboeid, geblinddoekt en overgeplaatst werden naar de kanonneerboot.

“Ik zei hen dat ik ziek ben en dat ik te oud ben om in het water te springen, zeker in deze weersomstandigheden! Eén van de soldaten zei me dat, als ik niet sprong, hij mijn hoofd en de boot zou opblazen”, verklaart de 54-jarige Mohamed Abed Qader Bakr.

Falende politiek

De Egyptische revolutie heeft de potentie om de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten te hertekenen. Israel vreest dat de regionale volksverontwaardiging zich op korte tot middellange termijn tegen de zionistische entiteit zou kunnen keren.

Net uitgetreden opperbevelhebber van hat Israelisch leger, Ashkenazi, adviseerde zijn landgenoten dan ook om zich voor te bereiden op een “conventionele oorlog tegen de toenemende bedreiging van radicale Islam”(32). Hiermee speelt hij niet alleen de westerse islamofobie handig in de kaart, maar negeert hij gemakshalve de massale roep om rechtvaardigheid en democratie van de Arabische wereld, die door zowel linkse als rechtse geesten gedragen wordt.

Eerder opperde Amidror, voormalig Israëlisch generaal, in Al Jazeera dat de grens tussen Gaza en Egypte vooral een zorg is, aangezien de onlusten in Egypte de ondergrondse smokkelactiviteiten zouden kunnen vergemakkelijken (33). Actueel wordt er dan ook gevreesd dat Israël de grens tussen Gaza en Egypte opnieuw zou bezetten.

De befaamde Palestine Papers, die het verraad van Fateh hebben blootgelegd, hebben de interne Palestijnse politieke divisie vergroot. President Abu Mazen herschikt op dit moment zijn regering en onderhandelaar Erekat verdwijnt van het toneel.

Mazen riep tegelijkertijd op tot nieuwe verkiezingen, waar Hamas zich quasi ogenblikkelijk tegen verzette. Palestijnen willen het recht op vrije meningsuiting, de persvrijheid en de politieke detenties aankaarten met beide regeringen, zowel in Gaza als in Ramallah.

De wanhoopskreet die Gaza Youth Breaks Out enkele maanden geleden uitzond, is helaas typerend voor de falende Palestijnse politiek.   

take down
the paywall
steun ons nu!