Soldaten aan het westelijke front hielden een kerstbestand in 1914
Nieuws, Wereld, Politiek, Vrede vzw, Eerste Wereldoorlog, Kerstbestand, Vredesboodschap, Suffragettes, 1914 -

Een kerstbestand tegen de misdadige oorlog

Kerstmis wordt het feest van de vrede genoemd. Daar is niet altijd veel van te merken. Toch kreeg die referentie aan vrede een bijzondere betekenis in 1914, toen de vredesbeweging haar eerste grote stappen zette om te reageren op de gruwelijke en zinloze slachtpartijen tijdens de Eerste Wereldoorlog.

vrijdag 24 december 2010 15:30
Spread the love

Eind 1914 ondertekenden 101 Britse Suffragettes een open kerstbrief gericht aan de vrouwen van Duitsland en Oostenrijk. Het was een vredesboodschap gericht aan Duitse feministes die de oproep hadden gelanceerd dat de “misdadige oorlog die nieuw leven werd ingeblazen” de vrouwen in de wereld niet mag verdelen in hun “gemeenschappelijk streven naar persoonlijke en politieke vrijheid”.

In hun kerstbrief antwoordden de Britse Suffragettes: “Is het niet onze missie om het leven te bewaren? Moet de menselijkheid en het gezond verstand er ons niet toe aanzetten om de handen in elkaar te slaan met de vrouwen van neutrale landen, om er bij onze heersers op aan te dringen verder bloedvergieten te stoppen?”

Op de brief kwam er opnieuw een antwoord van 155 Duitse feministes waarin ze hun solidariteit uitdrukten met de vrouwen van de andere oorlogvoerende landen. Op de briefwisseling volgde eind april 1915 een internationaal vrouwencongres in Den Haag waar verschillende voorstellen tot vrede werden bediscussieerd die uiteindelijk hun weg vonden in het Wisconsinplan. Dat plan zou later president Woodrow Wilson inspireren om zijn ‘Veertien Punten’ op te stellen gevolgd door de oprichting van de Volkenbond.

Het front

Ook aan het front was Kerstmis de periode voor de eerste haarden van verzet tegen de oorlog. Op Kerstavond 1914 begonnen Duitse troepen hun loopgraven rond Ieper te versieren, plaatsten ze kaarsen en zongen ze kerstliederen.

Vanuit de Britse loopgraven werd daarop geantwoord met kerstgroeten. Het kwam tot ontmoetingen in niemandsland en het uitwisselen van allerlei cadeautjes zoals voedsel, tabak en alcohol. Er vond zelfs een voetbalwedstrijd plaats die naar verluidt door de Duitsers werd gewonnen. Die nacht stopte de artillerie met haar beschietingen.

De geallieerde en Duitse opperbevelhebbers reageerden furieus en beschouwden de kerstbestanden als een vorm van muiterij en hoogverraad. Ondanks de dreigementen van officieren kwamen er het jaar daarop, in 1915, opnieuw kerstbestanden met taferelen van verbroedering.

In de herfst van 1916 dreigde de legerleiding met standrechtelijke executies en beschietingen van de eigen troepen indien ze zich vriendschappelijk met de vijand zouden inlaten.

De pers handhaafde aanvankelijk een embargo op het nieuws over de kerstbestanden. Dat werd voor het eerst doorbroken in The New York Times op oudejaarsavond. Pas dan volgde er voorzichtig positieve berichtgeving in enkele Britse kranten. Maar in Duitsland was de toon in de kranten over de kerstbestanden behoorlijk negatief en in Frankrijk zorgde de censuur er voor dat er weinig over te lezen viel.

De reactie van de legerleiding, politici en heel wat media was ongemeen fel, omdat de acties van het voetvolk aan het front de bestaande ‘oorlogsorde’ behoorlijk dreigden te ondergraven. In de late oorlogsjaren waarde bovendien de geest van de revolutie door de loopgraven en groeide het verzet tegen de waanzin van de oorlog.

De Amerikaans-Zweedse schrijver Carl Sandberg zal zich vermoedelijk door dit alles hebben laten inspireren toen hij zijn fameuze quote in 1936 neerschreef, “Sometime they’ll give a war and nobody will come”, die bekendheid kreeg als slogan van de Duitse Vredesbeweging: “Stell dir vor, es ist Krieg und keiner geht hin”.

Irak, Afghanistan…

Stel je voor… oorlog is niet van, maar tegen het volk. Afghanistan, Irak, … het zijn oorlogen die gevoerd worden in naam van nobele of noodzakelijke doelstellingen. In werkelijkheid zijn het oorlogen die voortspruiten uit het economisch systeem, oorlogen voor winstbejag en geostrategische dominantie. De strijd voor vrede is een strijd tegen uitbuiting en sociale onrechtvaardigheid. Dat was in 1914 zo en dat blijft de boodschap voor 2011.

Hierna, bij wijze van eindejaarsboodschap een stukje met het fragment uit het gedicht van Sandberg, “The People, Yes” dat een heel boek beslaat:

The little girl saw her first troop parade and asked,

“What are those?”

“Soldiers.”

“What are soldiers?”

“They are for war. They fight and each tries to kill as many of the other side as he can.”

The girl held still and studied.

“Do you know … I know something?”

“Yes, what is it you know?”

“Sometime they’ll give a war and nobody will come.”

“The People, Yes” (1936)

take down
the paywall
steun ons nu!