Pleidooi voor grootstedelijk netwerk
Opinie, Nieuws, Samenleving, België, Antwerpen, Grootstedenbeleid, Grootsteden, Gent, Brussel -

Pleidooi voor grootstedelijk netwerk

Stedelijke netwerken zijn in. Ze zijn nochtans niet nieuw. Ten tijde van de Hanzes, de Noord-Italiaanse stadstaten of de hoogdagen van de Vlaamse en Engelse katoen- en lakennijverheid was een stedelijk netwerk avant la lettre de motor van de economische en financiële welvaartsontwikkeling in Europa. Sven Gatz (Open Vld) & Eric Corijn (Cosmopolis) pleiten voor een Belgisch grootstedelijk netwerk.

dinsdag 7 december 2010 11:22
Spread the love

Meer nog dan plaatsen zijn steden knooppunten in netwerken. Landen hebben de steden dan enigszins genationaliseerd en de “inter-nationale” betrekkingen namen de handelsrelaties over. Vandaag hangt de economische groei opnieuw samen met de stedelijkheid. De mondiale economie verloopt via routes verknoopt in metropolitane gebieden. En die “space of flows” heeft een andere dynamiek dan de betrekkingen tussen landen. Stedengroepen zijn daarin van groot belang: zie Zuid-Engeland, de Randstad, de Ruhr of Noord-Italië.

 
Steden hebben aldus de behoefte om hun posities te versterken door zich te verenigen in netwerken. Dat speelt op Europees vlak, waarbij lobbying en belangenbehartiging de belangrijkste drijfveren zijn. Ook op lokaal vlak gaan steden en gemeenten zich verenigen, vaak met de bedoeling om regiogebonden samen te werken. Denken we maar aan grensgebieden zoals de Euroregio Kortrijk-Doornik-Rijsel of Maastricht-Hasselt-Luik-Aken. Op het niveau van het Vlaamse Gewest is er dan weer de VVSG (Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten), zoals dat ook bestaat in de andere gewesten. Die platformen hebben ongetwijfeld hun merites, maar ze zijn niet echt gericht op de grootstedelijke ontwikkeling.
 
Onze grootsteden groeien, maar de stadsvlucht van jonge gezinnen in Vlaanderen en Brussel is nog steeds niet gekeerd. Een overgroot gedeelte van ons BBP wordt in die steden gegenereerd, maar het inkomen van de bevolking blijft onder het gemiddelde. De ontwikkeling van de stedelijke functies en het goed ontvangen van de stadsgebruikers stelt specifieke eisen. Daarenboven is de nevelstad veel ruimer dan de stedelijke grenzen. Genoeg redenen dus om de grootstedelijkheid extra aandacht te gunnen.
 
In Nederland werd het zogenaamde G4-netwerk opgericht. Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag werken samen op het vlak van benchmarking en belangenbehartiging. Daarrond bestaat dan een grote vergadering van 23 kleinere steden, G23 genaamd. Het lijkt logisch dat steden die grosso modo eenzelfde omvang en navenante maatschappelijke problemen zich naar elkaar toewenden om kennis en ervaringen uit te wisselen. Daarom dus dienen we eens grondig na te denken over een eigen G5, een Belgisch grootstedelijk netwerk bestaande uit de stadsgewesten Gent, Antwerpen, Brussel, Charleroi en Luik.
 
Men zou kunnen argumenteren dat een dergelijk netwerk niet veel zin heeft aangezien de voogdij van het stedenbeleid hoofdzakelijk bij de regio’s ligt. Toch zijn zaken zoals veiligheid, migratie, fiscaliteit nog steeds federale bevoegdheden. Daarenboven zijn er verbanden tussen Gent en Charleroi, tussen Antwerpen en Luik, op de Noord-Zuid ABC as, enz. Er kunnen dus onderling afspraken worden gemaakt die de complementariteit bevorderen. Men kan informatie uitwisselen op ambtelijk of bestuursniveau. Dat komt dan weer de frontvorming ten goede inzake belangenbehartiging.
 
Het ziet er sterk naar uit er de volgende weken of maanden zal worden beslist over de middelen die momenteel nog behoren bij de federale bevoegdheid Grootstedenbeleid. Waarom zou men een deel hiervan niet kunnen voorbehouden voor de G5? Dat hoeft geen nieuwe instelling te zijn, want netwerken zijn per definitie licht en flexibel. Men stelt er zich nog het best een losvast programma bij voor met een kenniscentrum dat instaat voor vergelijkende studies, een fonds dat ook actief is als belangenbehartiger en initiatieven die de contacten op verschillende niveaus bevorderen.
 
Ons pleidooi voor een G5 staat los van communautaire overwegingen en terechte eisen tot regionalisering van hefbomen en middelen. Het gaat over een pragmatische kijk op een betere sociale, economische en culturele situatie van onze steden. De verbanden bestaan, het zou goed zijn er gebruik van te maken. Al was het maar om het antistedelijke beeld van de vuile, ongezellige grootstad te keren en de leefomstandigheden voor elke stadsbewoner te verbeteren.
 
 
 
Sven Gatz (Open Vld volksvertegenwoordiger)
 
Eric Corijn (Hoogleraar VUB & directeur Cosmopolis).
 
Met de poltieke mandatarissen,:
 
Ampe, Els (Open VLD)
De Clercq, Mathias (Open VLD)
Deleuze, Olivier (Ecolo)
Demeyer, Willy (PS)
Detiège, Maya (sp.a)
Firket, Michel (cdH)
Gerkens, Muriel (Ecolo)
Idrissi, Yamila (sp.a)
Khattabi, Zakia (Ecolo)
Massin, Eric (PS)
Mayeur, Yvan (PS)
Morael, Jacky (Ecolo)
Piryns, Freya (Groen!)
Roegiers, Jan (sp.a)
Schepmans, Françoise (MR)
Vander Taelen, Luckas (Groen!)
van Rouveroij, Sas (Open VLD)
Viseur, Jean-Jacques (cdH)
Vogels; Mieke (Groen!)
Watteeuw, Filip (Groen!)
 
En de hoogleraren:
 
Maria De Bie (UGent)
Patrick Deboosere (VUB)
Stefan De Corte (EHB)
Bernard Declève (UCL)
Pascal De Decker (Hogeschool Gent)
Filip De Rynck ( Hogeschool Gent)
Jean De Salle (Cooparch)
Bernard Francq (UCL)
Jean-Louis Genard (ULB)
Michel Hubert (FUSL)
Serge Jaumin (ULB)
Christian Kesteloot (KUL)
André Loeckx (KUL)
Maarten Loopmans(KUL)
Stijn Oosterlinck (UA)
Hendrik Pinxten (UGent)
Philippe Scieur (FUCaM)
Patrick Stouthuysen (VUB)
Erik Swyngedouw ( U. Of Manchester)
Luc Vancampenhout (FUSL et UCL)
Philippe Van Parijs (UCL)

take down
the paywall
steun ons nu!