Opinie, Nieuws, Samenleving, België, Opinie, Criminaliteit, Rapport-Van San, Etniciteit en criminaliteit, Marc Verwilghen, Marc Hooghe, Wetenschappen -

Het antwoord op Van San

In 1999 bestelde de kersverse minister van Justitie, Marc Verwilghen (Open VLD), een onderzoek naar de relatie tussen etniciteit en criminaliteit. Voor die opdracht werd een pas gedoctoreerde onderzoekster uit Nederland gehaald, Marion Van San. Van San kwam in november 2001 (enkele weken na 9/11 dus) voor de dag met een spectaculair rapport. Na tien jaar is er een antwoord ...

dinsdag 7 december 2010 12:55
Spread the love

Van San kwam tot de bevinding dat er een duidelijke relatie was tussen bepaalde etnische identiteiten en criminaliteit. Meer nog, je kon zelfs spreken van bepaalde criminele ‘specialiteiten’ voor een aantal etnische groepen. In de paranoïde post-9/11-sfeer van die tijd werd die boodschap gretig opgepikt. We bevonden ons immers in een cultuurstrijd waarin wij slachtoffers dreigden te worden van de agressie van andere culturen op onze bodem.

Opdrachtgever naar de mond praten

Het onderzoek was een schoolvoorbeeld van wat in het jargon bekend staat als ‘tobacco science’: onderzoek dat de opdrachtgever volmaakt naar de mond spreekt, en dan door die opdrachtgever als ‘objectief’ gelijk kan worden gebruikt.

Verwilghen had de basisstelling van het onderzoek duidelijk aangegeven: de zogeheten sociaal-economische problematiek die ten grondslag ligt aan de criminaliteit onder allochtonen is in feite een etnisch-culturele problematiek.

De wetenschappelijke beginneling Van San was zo vriendelijk zich voor dit soort servitudes te lenen en die basisstelling ook meteen als basisconclusie te adopteren, en ze kreeg er in ruil een zekere mate van populariteit en naambekendheid door.

Ze kreeg evenwel ook een enorme hoeveelheid kritiek te slikken. Zowat ieder aspect van haar studie werd binnen de kortste keren op solide wetenschappelijke gronden onderuit gehaald, van de uitgangspunten, over de basismethodologie, tot de aard van de gegevens en de interpretatie ervan.

Niets bleef ervan recht. En dit, ik herhaal het, gebeurde meteen na de publicatie van het onderzoeksrapport. Minister Verwilghen bleef echter rotsvast geloven in de bevindingen, hierin gevolgd door een belangrijk deel van de regering, diverse opiniemakers, en uiteraard de politieke rechterzijde.

Marokkanen als geboren dieven

De kritiek van criminologen, juristen, sociologen, antropologen en zo meer werd als onbelangrijk afgewimpeld: er waren nu eindelijk ‘harde cijfers’ beschikbaar die aantoonden dat Marokkanen geboren dieven waren.

Tien jaar later levert een team van wetenschappers onder leiding van Marc Hooghe (KU Leuven) een studie af waarin het verband tussen etniciteit en criminaliteit van de hand wordt gewezen, en waarin criminaliteit wel sterk wordt verbonden met sociaal-economische achterstelling.

Bij de bekendmaking van de studie monkelt het team dat dit hun antwoord is op Van San. En kijk eens, deze keer hoort je geen gepruttel van de overkant. Hooghe en zijn collega’s krijgen publiek gelijk.

Mooi. Maar het heeft wel tien jaar geduurd vooraleer de volledig gediscrediteerde stelling van Van San en Verwilghen definitief ten grave kon worden gedragen, en vooraleer dingen publiek worden aangenomen die al decennia lang bewezen zijn.

Plooibare wetenschap

Dat toont twee dingen aan. Eén, wetenschap is een zeer plooibaar iets en datgene wat een wetenschappelijk vaststaand feit is, is niet noodzakelijk een maatschappelijk of politiek vaststaand feit. Vele milieus geloven datgene wat hen het beste uitkomt, en stimuleren er naar hartelust ‘tobacco science’.

Wetenschappelijke feitelijkheid, ook al is die gedragen door tonnen bewijsmateriaal, is een makkelijk op te offeren goed, en de hoeveelheid uiterst belangrijk onderzoek dat niet de geringste belangstelling geniet, is immens. In omgekeerde zin is er een klein volume onderzoek van uiterst betwistbaar allooi dat de status van maatschappelijke en politieke waarheid geniet.

Het rapport-Van San heeft een vol decennium een dergelijk statuut gehad, in weerwil van een massa onderzoek die het tegengestelde bewees. Er is dus dringend behoefte aan kwaliteitszorg inzake het onderzoek waarop de overheid en de publieke opinie zich baseren.

En het voordeel van de wetenschap is dat er robuuste mechanismen bestaan om kwaliteitsverschillen aan te tonen – wetenschap is geen ruimte van vrij circulerende en concurrerende opinies, maar een strak geregeld kwalitatief systeem van standpunten.

Anders nadenken over criminaliteit

Twee, het toont ook aan dat dit land misschien rijp is om op een andere manier over de voedingsbodem voor criminaliteit te gaan nadenken.

Sinds het midden van de jaren negentig werd integratie steeds meer in termen van veiligheid gezien. Migranten moesten cultureel integreren en dat zou onze samenleving veilig houden. We kregen artikels over ‘kutmarokkaantjes’ en zero-tolerance in Lokeren, met Louis Tobback (SP.A) die verzekerde dat hij die allochtonen eigenhandig de Durme zou in keilen.

Verwilghen reed rustig mee op die trein, en 9/11 veranderde die trein in een TGV. Het is tijd dat we criminaliteit weer volop in de sociaal-economische sfeer plaatsen, als een ruim maatschappelijk probleem dat enkel met maatschappelijke maatregelen kan tegengegaan worden.

De studie van Hooghe en zijn collega’s leidt onvermijdelijk tot die beleidsconclusie. Diepe en volgehouden preventie, met andere woorden, veeleer dan meer blauw op straat. En met een hard sociaal-economisch besparingsbeleid voor de boeg beginnen we daar beter nu aan, want binnen enkele jaren kan het te laat zijn.

Jan Blommaert

Jan Blommaert is hoogleraar en directeur van het Babylon Centrum aan de Universiteit van Tilburg.

take down
the paywall
steun ons nu!