De verkiezingen zijn “zwaar en gespannen”, zegt analist Jairo Nicolau van het Instituut voor Sociale en Politieke Studies (IESP) van de Staatsuniversiteit van Rio de Janeiro.

Behalve een opvolger voor president Luiz Inácio Lula da Silva, kiezen de Brazilianen gouverneurs voor 9 van de 26 staten. Stemmen is verplicht in Brazilië.

Nicolau noemt de verkiezingen “zwaar”, vanwege de wederzijdse beschuldigingen van corruptie. In het geval van Dilma Roussef, kandidaat van de Arbeiderspartij (PT), ging het om beschuldigingen aan het adres van een van haar naaste assistenten, Erenice Guerra. Familieleden van Guerra zou zich schuldig gemaakt hebben aan nepotisme.

Rousseffs rivaal José Serra van de Braziliaanse Sociaal Democratische Partij (PSDB), was gouverneur van Sao Paulo toen een corruptiezaak over aanbesteding van contracten aan het licht kwam.

“Bij de tweede ronde kwamen er beschuldigingen van beide kanten, dus de corruptie had niet zoveel invloed op Dilma als in de eerste ronde, het werd verdund”, zegt Nicolau.

Abortus

Uit de opiniepeilingen blijkt dat Rousseff – die op 3 oktober bijna 47 procent van de stemmen haalde tegen 33 procent voor Serra – haar tegenstander zal verslaan met tenminste 10 procentpunten.

Abortusstandpunten speelden een grote rol tijdens de campagne. Het abortusstandpunt van Roussef was aanvankelijk minder duidelijk dan dat van Marina Silva, de kandidate van de Groene Partij (PV). Een aanzienlijk aantal kiezers ging bij de eerste ronde van Rousseff naar Silva, omdat Silva abortus duidelijk veroordeelt. Silva, die lid is van een evangelische kerk, haalde onverwacht bijna 20 procent van de stemmen.

Auteur: Fabiana Frayssinet