Mag het ook over inhoud en niet alleen over taktiek gaan?
Opinie, Nieuws, Politiek, België -

Mag het ook over inhoud en niet alleen over taktiek gaan?

Zelden heeft de Vooruitgroep zich mogen verheugen in zoveel belangstelling als voor het opiniestuk 'Geen Vlaams front in onze naam'. Hoewel: verheugen? Het stuk is vooral voorwerp geweest van kritiek op wat er niet in staat. De Vooruitgroep wordt aangevallen op bedoelingen die ze niet heeft. "Dat we zouden pleiten voor een cordon sanitaire rond de N-VA bijvoorbeeld", schrijft de Vooruitgroep.

vrijdag 29 oktober 2010 09:15
Spread the love

Of dat we onderdeel zouden zijn van een georkestreerde campagne van een Belgischgezind links establishment, een campagne die zich vergist in timing en strategie, en daarmee in feite de tegenstander in de kaart speelt. De Vooruitgroep ziet in deze kritiek geen ontkrachting maar eerder een bevestiging van haar stelling, namelijk dat het nationalistisch perspectief het de facto uitgangspunt in het publieke debat is geworden.

Gevolg: elk politiek strijdpunt wordt op de as Vlamingen tegen Franstaligen geplaatst en tot een oorlogsscenario omgevormd, inclusief vijfde colonnes. Daarom zet de Vooruitgroep een paar flinke punten op de i.

De N-VA heeft een democratisch en legitiem project (dat niet het onze is)

De Vooruitgroep heeft nooit het democratisch karakter van de N-VA in twijfel getrokken. Het is het recht van een partij om nationalistisch te zijn, een natievormend project na te streven en hierrond consensus bij de kiezer te zoeken. Alleen: het is niet ons project en we weten wel degelijk waarom dat zo is.

We maken de N-VA niet verdacht, we voeren een strijd met argumenten. In verschillende teksten (http://vooruitgroep.wikidot.com/teksten) hebben we de ideologische premissen van het Vlaamse nationalisme en van de N-VA onder de loep genomen. Onze stellingen zijn niet te nemen of te laten. We staan open voor debat, als het maar met argumenten wordt gevoerd.

Onze bezwaren gaan ook maar niet uitsluitend over de rechts-conservatieve en ultraliberale invulling die de N-VA aan het Vlaamse project geeft, maar betreffen wel degelijk ook het project zelf. Het is de N-VA niet te doen om de omvorming van België tot een efficiënte, moderne democratie dicht bij de burger. Ze heeft er belang bij dat België – ook na een ingrijpende hervorming – niet blijft werken, want elke staatshervorming is voor haar een opstap naar de volgende en uiteindelijk naar een zelfstandig Vlaanderen.

Dat is haar goed recht, maar het is ons goed recht om de hervorming van de staat niet als doel op zich te beschouwen, maar die te beoordelen op instrumentele gronden, met andere woorden op de vraag ‘Wie wordt hier beter van?’. En het antwoord is: niet per definitie de (Vlaamse) burger, noch de kwaliteit van onze democratie.

Pleidooi voor taalgrensoverschrijdende visieontwikkeling: een zwaktebod?

In ons opiniestuk in De Morgen hebben we inderdaad gepleit voor samenwerking onder progressieven benoorden en bezuiden de taalgrens. Dat is geen anti-front, maar een voorstel om eigen visies te ontwikkelen, gericht op het laten horen van een sociale stem, met name als het gaat om het definiëren van onze welvaartsstaat en een rechtvaardige fiscaliteit. Ook en vooral in Vlaanderen.

Wat is daar ontoelaatbaar aan? Dat het zoeken van aansluiting bij de progressieve krachten in Franstalig België, die immers electoraal meer gewicht in de schaal leggen, het bewijs is voor de zwakte van de Vlaamse linkerzijde? We ontkennen niet dat die sterker moet. Maar degenen die een samenwerking tussen gelijkgezinden over de taalgrens heen op die gronden bekritiseren zeggen eigenlijk dat politiek alleen nog legitiem mag worden bedreven op de exclusieve Vlaamse schaal –  een bevestiging van hoe Vlaanderen het begin en einde van alle politieke argumentatie is geworden.

En waarom zou dat moeten? Zo is het de samenwerking tussen ethisch progressieve krachten die ervoor gezorgd heeft dat abortus is gedepenaliseerd, een humane euthanasieregeling tot stand is gekomen en er een betere rechtssituatie is gecreëerd voor holebi’s. Deze progressieve verwezenlijkingen zijn gerealiseerd op de Belgische schaal, democratisch en legitiem. Hadden de pleitbezorgers van die vernieuwing dat alleen maar op de Vlaamse schaal mogen bepleiten? En hoe groot waren dan hun kansen geweest?

Als Vooruitgroep zijn we niet a priori voor België en tegen Vlaanderen. Wij hebben juist altijd gewezen op het belang van meerschaligheid en interschaligheid. Die gaan niet uit van exclusieve bevoegdheden noch  van het a priori eenrichtingsverkeer van het centrale naar het Vlaamse niveau – door Beeckman trouwens onterecht gelijkgesteld met subsidiariteit –  zoals het nationalisme dat wil. Wij gaan uit van een gelaagde organisatie van de politieke macht, van samenwerking en aanvulling door de verschillende schalen.

Het is daarom volstrekt onjuist de Vooruitgroep bij een kamp in te delen  – zo dat kamp al bestaat – van de nostalgici naar een oubollig links belgicisme dat de status quo verdedigt. Men kan trouwens ook de permanente communautarisering beschouwen als een afgedraaide plaat. In de afgelopen veertig jaar heeft ze nooit de pacificatie gebracht die ervan werd verwacht, maar feitelijk alleen de polarisatie aangewakkerd, de kostprijs van de politiek verhoogd en de inefficiëntie versterkt. In een rationeel politiek discours noopt dat tot bezinning.

Wat ons betreft past hier geen zwart-wit visie van het type óf Vlaanderen óf België, maar een meerschalige visie die uitgaat van én – én. Zo moet een stadsgewest als Brussel bijvoorbeeld samenwerken met de twee andere gewesten, maar ook met de andere grote steden zelf.  En zo wordt beleid altijd een zaak van samenwerken en nooit van territoriale containers alleen.

Burgerplicht en politieke strategie: aanvaarden van elkaars rol

Ten slotte krijgt de Vooruitgroep – samen met de 200 cultuurdragers en het ABVV– het verwijt van een slechte timing. Onze reactie brengt de SP.A in verlegenheid, juist nu haar kopstuk Johan Vande Lanotte met een delicate opdracht is belast. Dat is misschien zo, maar moet dat ons probleem zijn? Moet men van burgers en maatschappelijke actoren eisen dat ze hun standpunten inpassen in het strategospel van de politieke partijen en de formats van de media?

Neen: burgers spreken vanuit hun maatschappelijke bewogenheid, zonder dat ze die timen of enten op de partijpolitieke logica. In een open democratie hebben ze het recht en misschien zelfs de plicht om zich uit te spreken.

In die open politieke cultuur moeten de verschillende spelers elkaars rol aanvaarden. Dat de politieke partijen strategische keuzes maken, niet alles en niet alles tegelijk naar buiten brengen, hier en daar zelfs aan blufpoker doen, behoort tot het normale spel.

Wij aanvaarden en erkennen de rol van de politieke partijen en de handelwijzen die eigen zijn aan het partijpolitieke bedrijf. Wij vragen van de partijpolitiek dat zij hetzelfde doet met de standpunten van maatschappelijke actoren zoals de Vooruitgroep. Onze rol is bij te dragen aan het maatschappelijk debat vanuit onze betrokkenheid als burgers. En dat moet kunnen op elk politiek moment.

Johan Van Hoorde, Eric Goeman (woordvoerder Attac Vlaanderen, voorzitter Democratie 2000), Pieter Saey (UGent), Hendrik Pinxten (UGent), Pascal Debruyne (UGent), Ico Maly (KifKif), Nadi Fadil (KU Leuven), Jan Teurlings (Universiteit v. Amsterdam), Monika Triest (schrijfster), Ida Dequeecker (feministe), Sami Zemni (UGent), Leen Van der Vorst (Victoria Deluxe), Aleidis Devillé (KU Leuven), Koenraad Bogaert (UGent), Mohamed El Omari (Divers en Actief), Erik Swyngedouw (University of Manchester), Eric Corijn (VUB), Koen Dille (publicist), Dirk Tuypens (acteur), Stijn Oosterlynck (UA), Dominique Willaert (Victoria Deluxe), Fernand Tanghe (UA), Karim Zahidi (UA)

Leden van de Vooruitgroep

take down
the paywall
steun ons nu!