Onder de negentien verdachten zijn Veera Musikapong, leider van het Verenigd Front voor Democratie tegen Dictatuur (UDD), zoals de Roodhemden hun beweging noemden, en andere sleutelfiguren, zoals Nattawut Saikua, Weng Tochirakarn and Korkaew Piukulthong.

“We hebben nog niet eerder een zaak als deze gehad in Bangkok”, zegt Karom Poltaklang, een advocaat van de demonstrantenleiders. “Het is onduidelijk hoe de rechtbank dit zal gaan aanpakken.”

Tijdens de eerste zitting van dit politiek geladen proces op 27 september zullen de advocaten een lijst met getuigen inleveren bij de rechtbank. Een maand geleden werd een pro formazitting gehouden, waarbij de demonstrantenleiders voor de rechtbank verschenen, op blote voeten en met boeien om hun enkels. Ze werden beschuldigd van terrorisme, maar de verdachten verklaarden onschuldig te zijn.

Gevaarlijk

De Thaise regering komt met de terrorismebeschuldigingen naar aanleiding van de straatprotesten tussen maart en mei van dit jaar in Bangkok. Tijdens die protesten zouden de leiders zich schuldig hebben gemaakt aan ‘terroristische daden’. De protesten trokken tienduizenden mensen van het Thaise platteland, die zich hulden in rode shirts. Aan de protesten werd op gewelddadige wijze een einde gemaakt door het Thaise leger. Daarbij vielen 91 doden en bijna 1900 gewonden onder burgers.

Juridische experts zijn bezorgd over de terrorismebeschuldigingen. “Als je de wet op deze manier gebruikt om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen, ben je gevaarlijk bezig”, zegt Somchai Preecha-silpakul, voormalig decaan van de rechtenfaculteit van de Chiang Mai Universiteit in Noord-Thailand. “Dan kan iedereen de wet gebruiken om zijn tegenstanders ‘terrorist’ te noemen.”

JS