Congolese cineasten Guy Bomanyama-Zandu en Georges Kabongo in debat op het Afrika Filmfestival in Leuven (foto: Stefaan Cordier, AFF)

 

Opinie, Nieuws, Afrika, Cultuur, België, Beeldvorming, VRT, Congo 50, Koloniale film, Rudy Vranckx, Filmgeschiedenis, Propaganda, Congolese cineasten, 'Bonjour Congo' -

VRT en 50 jaar Congo: de wansmaak voorbij

De lawine van beelden die de VRT in mei en juni 2010 in het kader van de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo vertoonde, was doorspekt met koloniale nostalgie. Dat op 30 juni in prime-time de ondermaatse koloniale documentaire en propagandafilm 'Bwana Kitoko' van de Belg André Cauvin werd vertoond, is onbegrijpelijk, vindt Guido Convents.

dinsdag 6 juli 2010 18:15
Spread the love

Mweze Ngangura, Balufu Bakupa Kanyinda, Monique Phoba, Michel Kibushi, Zeka Laplaine, Guy Bomanyama-Zandu, Djo Tunda Wa Munga, Adamo Kiangebeni, Aimé Kensika Monsengwo, Chouna Mangondo, Clarisse Muvuba, Michée Sunzu, d’Arsène Kamango, Louis Vogt Voka, Kiripi Katembo Siku, Dieudo Hamadi, Patrick Ken Kalala Divita Wa Lusala, Makela Pululu, Georges Kabongo, Joseph Kumbela, Frank Mweze, Petna Ndaliko, Douglas Nt, Sperantia Sikuli, enz.

Onbekende namen? Het zijn allen Congolese filmmakers en regisseurs. Ze bestaan écht en ze maken films, sommigen al enkele decennia lang. Een aantal heeft diploma’s behaald aan Europese filmscholen, anderen doceren aan Amerikaanse universiteiten.

Zijn hun films dan zo ‘slecht’ dat ze met recht en rede niet voor uitzending door de openbare omroep VRT in aanmerking komen? Is dit zo? Hoe komt het dan dat de meeste van hun films toch te zien zijn op internationale filmfestivals, zoals Cannes, Berlijn, Montreal, Leipzig, Rotterdam, enz? Bovendien worden sommige van hun filmproducties geregeld wél door andere Europese TV-zenders vertoond. Maar niet op de VRT.

Doorspekt met koloniale nostalgie

De lawine van beelden die de VRT in mei en juni 2010 in het kader van de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo vertoonde, was doorspekt met koloniale nostalgie en cultuur. Dat op 30 juni in prime-time de ondermaatse koloniale documentaire en propagandafilm ‘Bwana Kitoko’ van de Belg André Cauvin werd vertoond, is onbegrijpelijk.

Deze film mag dan voor historici een interessant tijdsdocument zijn, dat prachtig werd gerestaureerd zodat de kleuren in Gevacolor na jaren opnieuw tot hun recht komen, maar de programmering ervan op die speciale Congolese feestdag, zonder enige duiding, getuigt van een ongehoorde wansmaak.

Aftredend premier Yves Leterme (CD&V) bleef in zijn interviews herhalen: “De 50ste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid is het feest van de Congolezen en het zijn zij die aan het woord moeten komen”. Maar blijkbaar geldt dit niet voor de Congolese filmmakers. In plaats van ‘Bwana Kitoko‘ had bijvoorbeeld ‘Un rêve d’indépendance‘ (1999) van Monique Phoba zeker niet misstaan.

Problemen vermijden, is de boodschap

Ontbrak het de VRT misschien aan moed? Belgische federale overheidsinstanties maakten al vanaf vorig jaar duidelijk dat ze geen ‘problemen’ wilden in de relaties met Congo tijdens het feestjaar 2010. Ze drongen onder meer bij een aantal filmfestivals erop aan om bepaalde films over Congo, zoals de biografische film ‘Lumumba‘ van Raoul Peck en zelfs ‘Mobutu, Roi du Zaïre’ van de Belgische documentairemaker Thierry Michel niet te programmeren. De RTBF-nieuwsdienst berichtte hierover zelfs uitvoerig tijdens een avondjournaal, maar voor de collega’s van de VRT was deze poging tot overheidscensuur blijkbaar geen nieuwsitem waard.

Op een gegeven ogenblik liet een VRT-medewerker zich ontvallen dat de omroep, om problemen te vermijden, het thema Congo met de nodige ‘voorzichtigheid’ zou behandelen. Het is opmerkelijk dat de RTBF de film ‘Lumumba’ op 29 juni in prime-time bracht en dat de VRT een dag later niet verder kwam dan het koloniale ‘Bwana Kitoko‘.

“Voor de collega’s van de VRT was deze poging tot overheidscensuur blijkbaar geen nieuwsitem waard”

Het wordt nog wansmakelijker wanneer VRT-journalisten, reportagemakers en programmatoren al maandenlang er meermaals zelf op wijzen dat ze niet in koloniale nostalgie willen vervallen en dat ze aandacht zouden geven aan het Congo van de Congolezen.

Wrang cynisme en platitudes

Spijtig genoeg hebben de meeste VRT-journalisten niet dezelfde reflex als fotograaf Carl de Keyser. Deze toonde zich bij de openingstoespraak van zijn tentoonstelling ‘Congo‘ in het Antwerpse Fotomuseum wat gegeneerd. Hij vond dat het in feite van een wrang cynisme getuigde om precies in het kader van de 50-jarige onafhankelijkheid van Congo naar de resten van de Belgische aanwezigheid in dat land te kijken.

Zijn opmerking zou ook kunnen gelden voor ‘Bonjour Congo‘. Alleen al in de eerste twee afleveringen, met zijn zonsopgang op het Tanganykameer, Kalemie, Bukavu, Goma, Massisi en het Virungapark krijgt de kijker opnieuw het Belgische clichématige Congo te zien: achteruitgang, chaos, oorlog, wreedheden, exotisme en op enkele uitzonderingen na een apathische bevolking.

Inderdaad, voor een deel is dit de werkelijkheid, maar Congo is zoveel meer. Rudi Vranckx gaat er prat op dat hij als ‘niet-Afrika-specialist’ onbevangen naar Congo wil kijken. Begrijpelijk dat met een dergelijke houding ‘Bonjour Congo‘ vaak niet meer is dan een reeks platitudes en ondermaatse televisiejournalistiek.

“Begrijpelijk dat met een dergelijke houding ‘Bonjour Congo‘ vaak niet meer is dan een reeks platitudes en ondermaatse televisiejournalistiek”

Van een kwalitatief Canvas-programma zou toch iets anders mogen worden verwacht. Vranckx, die zich door de jaren heen als gedegen journalist een reputatie heeft opgebouwd, blijkt dit professionalisme (voor het grote publiek?) even opzij te schuiven. Vreemd! Zou hij het pikken wanneer iemand van de VRT op die wijze reportages over het Midden-Oosten zou brengen? Zou hij niet reageren wanneer iemand daarbij Israël en de nederzettingen als maatstaf zou nemen om de verloedering in de Palestijnse gebieden te illustreren?

‘Onbevangen’ naar Congo

Bonjour Congo‘ wil het hedendaagse Congo tonen en brengt daarbij voortdurend historische beelden doordesemd van koloniale propaganda. Het zijn net deze beelden, ook bron van nostalgie, die de ijkpunten worden waarmee de programmamakers, en dus ook de kijkers, het hedendaagse Congo afmeten en kwalificeren. Dat is het resultaat als er ‘onbevangen’ tewerk wordt gegaan.

Waarom werd er geen beroep gedaan op ‘specialisten’? Was Congo daarvoor niet goed genoeg? Zouden de Congolese film- en TV-makers die dagelijks het ‘echte’ Congo in beeld brengen misschien de ambitie van ‘Bonjour Congo‘ niet veel beter kunnen vervullen?

De reportage in ‘Bonjour Congo’ over Bukavu in Zuid-Kivu is een mooi voorbeeld. Inderdaad, de oorlog en de verkrachte vrouwen zijn er een realiteit. Maar dan laat Vranckx een beeld uit de koloniale tijd zien waarvan hij zegt dat er ‘toen’ ambiance was, en vandaag niet meer.

In het Museum M in Leuven en tijdens een filmfestival in het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) van Brussel werd in mei en juni de film ‘Festbuk‘ van Wendy Bashi uit 2008 vertoond. Festbuk is het grote jaarlijkse film-, muziek- en theaterfestival dat door de plaatselijke organisatie ‘3Tamis‘ in Bukavu en in de omliggende dorpen wordt opgezet. Festbuk getuigt van een ongehoord optimisme en toont overigens ook dat Vranckx er probleemloos als toerist in het nationaal park van Kahuzi Biega de heel bijzondere laaglandgorilla’s zou hebben kunnen bezoeken.

Idealist in Bukavu

In Bukavu produceert Frank Mweze voor ‘3Tamis’ al jaren reportages voor de plaatselijke bevolking. De opmerking van de twee bejaarde Belgen aan de oevers van het Kivumeer, waarbij huurlingenleider Jean Schramme tot een echte ‘idealist’ wordt uitgeroepen, slaat in dit programma echt nergens op. De opmerking van Vranckx dat Schramme toch een huurling was, werd door de geïnterviewden gewoon genegeerd.

Ten slotte wordt Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu, in ‘Bonjour Congo‘ gekwalificeerd als één grote chaos waarin het tussen de VN-vredesmacht Monuc, het Congolese regeringsleger en de politie één onontwarbaar kluwen is. In dezelfde reportage komt ook een gesprek aan bod met de gebroeders Katondolo over hun cultureel centrum Yolé in Goma. Hoewel de makers van ‘Bonjour Congo‘ wisten dat de Katondolo’s films produceren die internationaal (België, Frankrijk, Nederland, Brazilië, VS…) te zien zijn, verneemt de kijker hierover niets.

Petna NDaliko Katondolo maakt overigens reportages voor de Nederlandse televisie (het programma ‘Metropolis‘). Een van deze producties handelde over de politie in Goma. NDaliko toont er op welke wijze de Congolese politie de conflicten oplost tussen de Monuc en de plaatselijke bewoners. Het nuanceert toch sterk het begrip ‘chaos’.

Liever een kookboek …

Misschien kenden de VRT-producenten de hedendaagse Congolese filmwereld niet? Ze hadden er nochtans wel de gelegenheid toe. In april-mei 2006 meenden medewerkers van het VRT-programma ‘De Zevende Dag’ dat in het kader van de verkiezingen in Congo aan het nieuwe overzichtswerk over Congolese filmmakers (‘Images & Démocratie’), een door Unesco gesteund project van het Leuvense Afrika Filmfestival, zeker aandacht mocht worden besteed. Echter, na beraadslaging besloot de redactie op de valreep dat het interessanter was om de kijkers uitvoerig met een nieuw kookboek kennis te laten maken…

Helaas zijn de VRT-programmatoren niet de enigen die Congolese filmmakers niet ernstig nemen. CINEMATEK, het koninklijk filmarchief in Brussel, slaagt erin om naar aanleiding van 50 jaar onafhankelijkheid van Congo een filmfestival te organiseren met uitsluitend … Belgische films. Geen enkele Congolese film op de affiche!

dr. Guido Convents

Guido Convents is historicus en medestichter van het Leuvense Afrika Filmfestival. Hij doctoreerde over de koloniale film in Congo, Rwanda en Burundi. Hij publiceerde onder meer ‘Images & Paix’, de geschiedenis van meer dan 100 jaar film in Rwanda en Burundi en ‘Images & Démocratie’ over de filmgeschiedenis van Congo. In juli 2010 verschijnt het tweede deel van zijn filmgeschiedenis van Mozambique bij ‘Cinemagie’. Hij is vaste medewerker bij SIGNIS, de katholieke wereldfilmorganisatie en bezoekt in die functie de belangrijkste filmfestivals ter wereld.
 

take down
the paywall
steun ons nu!