La Belgique congolaise: de Congohype herbekeken
Essay, Nieuws, Afrika, Cultuur, Congo, 50 jaar dekolonisatie, 50 jaar onafhankelijkheid, Congo 50, Tmd -

La Belgique congolaise: de Congohype herbekeken

Wie had zo’n vloedgolf van festivals, filmvertoningen, concerten, toneelvoorstellingen, tentoonstellingen, documentaires, krantenbijlagen, televisiereportages en boekpublicaties verwacht over de vijftigjarige onafhankelijkheid van Congo? Dat iedereen vandaag en masse op de ‘Congotrein’ springt, zegt vooral veel over dieperliggende maatschappelijke sentimenten in België zelf.

dinsdag 29 juni 2010 23:58
Spread the love

Zelf ben ik geen Congokenner, wel integendeel. Vrij klassiek start ik mijn ontdekkingsreis naar het donkere hart van alle Congo-aandacht in het Afrikamuseum van Tervuren. Het wordt een troeblerende ervaring. Hoe verhoud je je als hedendaags bezoeker tot zoveel contrasterende Congobeelden? Er zijn de koloniaal-propagandistische beeldhouwwerken van Arsène Matton en Paul Wissaert, de oudbakken rangschikking van etnografica, de infobordjes uit allerlei tijdperken, de kritische kanttekeningen hier en daar, de zaal met het korte chronologische overzicht van de koloniale periode, de museumshop vol goedkope Afrikaanse prullaria en handtasjes uit tetrabrik. Een veelzeggende overdaad. Hoewel het overgrote deel van de permanente tentoonstelling nog dateert van vlak voor de Congolese onafhankelijkheid, tonen tijdelijke expo’s als ExitCongoMuseum (2000), Het geheugen van Congo: de koloniale tijd (2005) en Indépendance! Congolese verhalen over 50 jaar onafhankelijkheid (2010) dat er de laatste tien jaar meer ruimte is ontstaan voor een kritisch-genuanceerde omgang met het koloniale verleden. Wat te denken van zoveel ambivalente indrukken? Mijn verwarring voorafspiegelt het geheel van initiatieven rond de Cinquantenaire. Er is niet één manier waarop naar Congo wordt gekeken, maar een patchwork van onderling tegenstrijdige zienswijzen. Wat zeggen ze over onszelf?

In verenigingen van oud-kolonialen wordt vandaag getreurd om het vijftigjarige verlies van hun paradijs

NOSTALGIE

Het meest opvallende perspectief op het verleden is koloniale nostalgie. In verenigingen van oud-kolonialen wordt vandaag getreurd om het vijftigjarige verlies van hun paradijs. ‘Congo Belge’ bracht hen een voorspoedig en avontuurlijk leven en de Congolezen scholen, ziekenhuizen, asfaltwegen… Toegegeven, er bestond heel wat ongelijkheid en paternalisme. Maar het waren tenslotte ook andere tijden, met andere zeden. Voor ex-kolonialen staat de onafhankelijkheid van Congo voor een regelrecht trauma. In de nadagen van 30 juni 1960 circuleerden schrikwekkende verhalen over geweldplegingen en verkrachtingen van blanke vrouwen. Er brak paniek uit onder de Belgen, ze evacueerden massaal. De onafhankelijkheid maakte dus niet enkel een abrupt einde aan hun Congolese droom, ze werden ook nog eens het land uit gebonjourd.

SEBAkoningleopoldsalleenspraak_SEBA

Hun herinneringen, diep getekend door heimwee en frustratie, vullen een rist nieuwe publicaties. Congo: de schoonste tijd van mijn leven (Jan Raymaekers), Onze dagen in Congo: verhalen van oud-kolonialen (Bob Vanhee en Julien van Remoortele) en Belgisch-Kongo: 50 jaar koloniale herinneringen (Peter Verlinden) schetsen via getuigenissen van oud-kolonialen, foto’s uit privéarchieven en oude propagandaplaatjes een erg gekleurd beeld van het leven in Belgisch-Congo. De nadruk ligt op de jaren 1950, de absolute hoogdagen van de kolonie. De Congolezen zelf krijgen doorgaans niet meer dan een figurantenrol toebedeeld – op de duivelse Lumumba na. Maar problematisch is vooral hoe weinig kritisch de oud-koloniale bronnen geïntegreerd worden. Vanhee, van Remoortele en Verlinden stellen zich op als ‘neutrale’ samenstellers, die zich onthouden van elke commentaar of contextualisering. Maar Raymaekers verwerkt de getuigenissen en propagandabeelden in een afstandelijker historisch verhaal en wijst onder meer op de Belgische medeverantwoordelijkheid voor de onlusten na 30 juni.

Aanvankelijk is ook de VRT-berichtgeving niet van enige nostalgie gespeend. Het tv-journaal en Terzake tonen geregeld korte reportages waarin het koloniale Congo vergeleken wordt met dat van vandaag. Vaak staat orde tegenover chaos, rijkdom tegenover armoede, opbouw tegenover verval. Weg scholen, weg ziekenhuizen, weg asfaltwegen. Als er voor de camera’s een Congolees mag terugblikken op wijlen ‘Congo Belge’, voert Peter Verlinden bijna altijd een koloniale nostalgicus op. Nooit iemand met zure kritiek. Behoorlijk tendentieus is het, hoe onze Midden-Afrikaspecialist het Belgische kolonialisme voor televisiekijkend Vlaanderen vergoelijkt. Bovendien slaat hij vijftig jaar woelige Congolese geschiedenis moeiteloos over. Wat levert het op om met een koloniale bril naar het Congo van vandaag te kijken?

MAMBOMO FIMBO

Ronduit hallucinant wordt de VRT-berichtgeving met haar intussen beruchte reportagereeks over Jef Geeraerts. Ongehinderd door kritische vragen van de immer dweepzieke Lieven Vandenhaute cultiveert de auteur van de Gangreen-cyclus zijn dubbelzinnige imago van koloniale macho en blanke Afrikaan. Als mambomo fimbo (‘hij die met de zweep slaat’) zette hij de ‘luie’ Afrikanen aan het werk, om intussen te slapen met hun vrouwen. Diep vanbinnen was hij nochtans een tegenstander van het koloniale bestel: het maakte de ‘authentieke’, ‘primitieve’ Afrikaan kapot. Zo maakt Vandenhaute de ontkenning van de Congolese geschiedenis totaal. De ellende van het hedendaagse Congo ligt simpelweg aan de ‘aard van de Afrikaan’: geen wonder dat het fout liep nadat strenge Belgen als Jef Geeraerts het hazenpad hadden gekozen!

Wat België dit voorjaar herdacht, was in de eerste plaats het Belgische kolonialisme. Zelden werd de onafhankelijkheid van Congo gesitueerd binnen de bredere Afrikaanse dekolonisatiegolf, en ook voor de halve eeuw na 30 juni 1960 bleek amper interesse. Hoezo? Al die zelfgerichtheid kenschetst vooral België: het vaderland met zijn diepe identiteitscrisis, waarvan in aanloop naar de verkiezingen zelfs het voortbestaan ter discussie werd gesteld. Het verloor met ‘Congo Belge’een wervend nationaal project, wat de federalisering in de hand werkte. ‘Ik heb soms de indruk dat we België herdenken’, bevestigt David Van Reybrouck me in een gesprek dat we hebben naar aanleiding van dit artikel. Vijftig jaar Congolese onafhankelijkheid past in een rijtje van andere recente jubilea: 175 jaar België in 2005 en een halve eeuw Expo 58 in 2008. Misschien beperkt de nostalgie zich dan ook helemaal niet tot kringen van treurende oud-kolonialen. Gaat onder de herdenking van een illuster verleden niet vooral de angst voor een onzekere toekomst schuil?

SCHULD

Ik ben te jong om mij nog sterk met dat oude België verbonden te voelen. Ik associeer het koloniale verleden van ‘mijn’ land veeleer met gruwel, bevoogding, roof. Enkelen grijpen de Cinquantenaire aan om België – terecht – te confronteren met pijnlijke passages uit de eigen geschiedenis. Spijtig dat hun kritische geestdrift een soms even vertekend en oppervlakkig beeld oplevert als dat van de nostalgici. Zo is er de theaterproductie Koning Leopolds alleenspraak van ’t Arsenaal, gebaseerd op de politieke satire King Leopold’s Soliloquy van Mark Twain uit 1905. Leopold II toont zich daarin diep verontwaardigd over de binnen- en buitenlandse kritiek op zijn Afrikaanse avontuur. Twain wilde daarmee destijds de internationale druk op de koning verhogen. Vandaag lijkt regisseur Michael De Cock met de tekst – niet echt een literaire parel – op zijn beurt de Belgische vorst van zijn voetstuk te willen halen. Alsof Hugo Claus (Het leven en de werken van Leopold II, 1970) en historici als Daniël Vangroenweghe (Rood rubber: Leopold II en zijn Kongo, 1985) en Adam Hochschild (King Leopold’s Ghost, 1998) dat niet al eerder deden.

Om het debat rond Leopold II voort te zetten, is dus op zijn minst nuancering nodig. Maar in Koning Leopolds alleenspraak wint het statement het van de complexiteit. Leopold en Saddam Hoessein? Eén pot nat. In de voorstelling worden ook vroege koloniale foto’s geprojecteerd van de ellende in de Kongo-Vrijstaat, geplukt uit de catalogus van Congo Belge en images. Carl De Keyzer en Johan Lagae, samenstellers van die expo, kozen ze om hun esthetische kwaliteit en inhoudelijke complexiteit. Maar in Koning Leopolds alleenspraak verliezen de beelden al hun ambiguïteit. Ze worden weer propaganda, zij het voor een andere zaak: de diabolisering van Leopold II gaat hand in hand met de miserabilisering van zijn Congolese onderdanen. Waarom? In 2004 al vergeleek David Van Reybrouck dit soort ‘harde’ kritieken met een ‘verlangen naar zelfkastijding’, een postkoloniaal schaamtegevoel. Alsof we als ‘slechte’ Belgen vandaag maar beter het boetekleed aantrekken. Volgens Van Reybrouck is die houding net zo misleidend en navelstaarderig als de nostalgische. ‘Een monomane en obsessionele fixatie op de eigen wandaden zorgt nog steeds voor een egocentrisch perspectief in de omgang met de ander.’

EMPATHIE

Precies met dat heersende egocentrische perspectief probeert Van Reybrouck te breken in zijn alom bejubelde boek Congo: een geschiedenis: ten voordele van een meer volwassen blik, een meer voldragen historisch besef van het (Belgo-)Congolese verleden. Zijn boek vangt aan vóór de Kongo-Vrijstaat en eindigt ver voorbij het vertrek van de Belgische kolonisator. De voorbije vijftig jaar zijn immers essentieel om inzicht te verwerven in het Congo van 2010. Belangrijk is ook de ruimte die Van Reybrouck vrijmaakt voor de perspectieven van anderen. Congolezen zijn hier geen figuranten of slachtoffers meer, maar treden op de voorgrond met hun versie van de feiten. Het gaat tenslotte om de geschiedenis van hún land. Die empathische benadering levert een complex vlechtwerk van verhalen op, dat zich niet laat herleiden tot een overzichtelijke strijd tussen goed en kwaad.

O CONGO

Ook de expo O Congo, 50 jaar onafhankelijkheid in 50 schilderijen, een van de blikvangers van het Congofestival in de Warande, laat het woord aan de Congolezen. Het dynamische Turnhoutse cultuurcentrum verzamelde topwerken van internationaal vermaarde volksschilders als Chéri Samba, Chéri-Chérin, Moke en Cheik Ledy. In hun kleurrijke en figuratieve stijl, sterk beïnvloed door strips en reclamebeelden, leggen zij al jaren met een kritische blik en veel zin voor humor de geschiedenis van hun land vast. Hun afgebeelde historische gebeurtenissen doen me beseffen dat ik die ‘vergeten’ halve eeuw onafhankelijk Congo elders nauwelijks aan bod zag komen. Nochtans was de rol van de Belgen helemaal niet uitgespeeld na 30 juni 1960, zo illustreren enkele doeken op O Congo. Hier en daar duikt de Belgische driekleur op, of landt er pardoes een trosje Belgische parachutisten in beeld.

Behoorlijk tendentieus hoe onze Midden-Afrikaspecialist het Belgische kolonialisme voor televisiekijkend Vlaanderen vergoelijkt 

Klopt het wat Congokenner Ludo De Witte zegt, dat er vandaag nog ‘inconvenient truths’zijn die hun weg niet vinden naar het grote publiek? Ook van Congo: een geschiedenis poneert De Witte in een vlijmscherpe kritiek op nieuwssite Apache dat Van Reybrouck te zeer voorbijgaat aan de blijvende Belgische en westerse inmenging in het ‘soevereine’ en ‘postkoloniale’ Congo van na 1960. ‘Het is een verslag van een voetbalwedstrijd waarin slechts over één ploeg wordt gesproken.’ Er blijkt zoveel plaats voor de verhalen van Congolezen dat de bepalende rol van Belgische en andere westerse machthebbers voor én na de dekolonisatie onderbelicht blijft. Wat waren hun motieven, strategieën, beslissingen? Daar krijg ik als lezer inderdaad veel te weinig zicht op. Ik heb het raden naar de verantwoordelijkheid van de Belgen in de moord op Lumumba, hun precieze aandeel in de chaos tijdens de eerste vijf jaar van het onafhankelijke Congo, of hun dubieuze verhouding tot het regime van Mobutu.

Worden die lastige kwesties geminimaliseerd omdat ze niet stroken met Van Reybroucks opvatting van de geschiedenis? Pal in het midden van het boek – we zijn dan aanbeland bij de Congolese machtsstrijd na de onafhankelijkheidsverklaring – schrijft hij: ‘Net als in het theater was ook hier de tragedie van de geschiedenis geen zaak van redelijken versus redelozen, van goeden versus slechten, maar van mensen die samenkwamen en zichzelf stuk voor stuk als goed en redelijk beschouwden. Idealisten stonden tegenover idealisten, maar elk idealisme dat te fanatiek beleden wordt leidt tot verblinding, de verblinding der goeden. De geschiedenis is een afschuwelijk gerecht bereid met de beste ingrediënten.’ Is dat geen al te fraaie voorstelling van de geschiedenis? Zijn ook de ingrediënten vaak al niet bedorven? Welke idealisme ging er schuil achter de moord op Lumumba? De geschiedenis is vooral een product van machtsverhoudingen en tegenstrijdige belangen. De historicus moet inderdaad geen schuldigen aanduiden of goed van kwaad onderscheiden, maar wel klaarheid scheppen in dit machtskluwen. Empathisch of niet.

VANDAAG EN MORGEN

Valt er dan niks te vertellen over het Congo van vandaag, zoals over pakweg Brazilië of Togo: onafhankelijke landen met een eigen cultuur? Gelukkig wel. Onder het motto ‘geen nostalgie, geen illusies’ trekt VRT-correspondent Rudi Vranckx in zijn tv-reeks Bonjour Congo dwars door Congo vandaag. Zijn mix van ontmoetingen en eigen impressies levert geen diepgaande analyses op, wel een veelzijdig plaatje. Zo schetst hij een bonte schare mensen wier leven even weinig met België te maken heeft als het mijne met Congo: de imam in Kisangani, de karateleraar in Goma of de invalide smokkelaar in Kinshasa. Bonjour Congo toont oorlog, corruptie en verval, maar ook hoop, plezier en verzet. Congolezen met heimwee naar de koloniale tijd voorziet Vranckx van nuchter commentaar. Ze vertellen volgens hem meer over de ellende van nu dan over ‘de welvarende tijd’ van Belgisch-Congo. Want dat is net het probleem van die populaire koppeling tussen het koloniale verleden en het Congolese heden: ze verhult dat de invloed van de ex-kolonisator intussen sterk getaand is, zeker sinds de komst van schatrijke Chinese investeerders. Niet alles wat zich vandaag in Congo afspeelt, heeft nog met België te maken!

Gaat onder de herdenking van een illuster verleden niet vooral de angst voor een onzekere toekomst schuil?

CEMETERY STATE

Cemetery State, de documentaire van Filip De Boeck, rept met geen woord over het Belgische kolonialisme. Ze maakt de complexiteit van het hedendaagse Kinshasa zichtbaar door in te zoomen op Kintambo, een verloederde begraafplaats tussen twee sloppenwijken. Het is het bizarre decor geworden van een druk sociaal leven en een informele economische bedrijvigheid. Mensen wonen er tussen de graven, houden moestuintjes en drijven er handel. Het enige wat er schort aan De Boecks fijnzinnige film is dat hij erg veel tijd neemt om Kintambo te introduceren, maar het boeiende verhaal over de radeloze jongeren die er rondhangen, haastig afhandelt. Nochtans spelen jongeren een cruciale rol in het verhaal over het hedendaagse Congo. In Futur Simple: de kinderen van Congo van Koen Vidal en Stephan Vanfleteren lees ik dat maar liefst drieëndertig miljoen van de zestig miljoen Congolezen jonger is dan achttien. Volgens De Boeck vallen zij tussen twee stoelen in: ze zijn afgesneden van zowel de voorouderlijke tradities als van de westerse moderniteit. Op het kerkhof van Kintambo stellen de jongeren luidkeels en soms met geweld de autoriteit van hun ouders én van de Congolese staat in vraag. Want wat betekent hun gezag nog als zij hen geen enkele basisbescherming bieden tegen geweld, honger en ziekte, noch enig toekomstperspectief? De beeldvorming rond de toekomst van Congo blijkt net zo’n strijdperk als die rond het verleden en het heden.

MEER TOEKOMST

In die strijd voor de toekomst vechten sommigen prioritair tegen het miserabilistische discours. Congo heeft volgens hen hoop nodig: moedeloosheid leidt tot niks. Zo heet de laatste productie van de Congolese choreograaf Faustin Linyekula veelzeggend More more more … future, een alternatief voor de ‘no future’-lijfspreuk van de punk. De voorstelling is te zien op het KVS-CongoFestival, waarmee het Brusselse stadstheater vooral terugblikt op vijf jaar artistieke uitwisseling met Congo. Binnen dat traject is inzetten op ‘tekenen van wederopstanding’ altijd een uitgangspunt geweest. De KVS kiest voor artistieke samenwerking met ‘dat deel van de Congolese civiele samenleving dat zeer getalenteerd is, een zeer ontwikkeld gevoel van burgerplicht heeft, niet corrupt is en eigenlijk alle clichés over “De Congolees” waarmee we dagelijks worden overladen, in een heel ander daglicht plaatst.’

SEBAfutureAgathe-Poupeney-092

Tot wat dat optimisme kan leiden, zie je in het fascinerende A l’attente du livre d’or van Johan Dehollander en Geert Opsomer met twee Vlaamse en vier Congolese spelers-makers. Het is een bliksemsnelle montage van scènes geworden, vol absurde teksten, politieke toespraken, clichés over Europeanen en Afrikanen, carnavaleske omkeringen en persoonlijke herinneringen. De ‘hoop’ spreekt vooral uit de vorm, de aanstekelijke energie en humor ervan. In zijn verslag van het werkproces schrijft Nico Boon: ‘Eerder dan eenzijdig te werken rond “hoe het is om in Afrika te wonen?” of “hoe het is om een westerling te zijn?”, leek het ons interessanter om op wederzijdse ontdekkingsreis te gaan – een ontdekking van onszelf via de blik van de “ander”, en omgekeerd: een ontdekkingsreis van het andere via een confrontatie met onszelf.’

Waar heeft mijn ontdekkingsreis me nu gebracht? Ik merk dat het gedeelde verleden van het land waarin ik woon en dat andere land dat ik amper ken, me noch vervult met nostalgie of schaamte, noch aanleiding geeft tot pessimisme of optimisme voor de toekomst. De historische interesse en het hedendaagse engagement beperkten zich dit voorjaar al te zeer tot de as België-Congo. Waarom niet Europa-Afrika of Noord-Zuid? Dit jaar vieren maar liefst zeventien Afrikaanse landen vijftig jaar onafhankelijkheid! Het debat over het verleden had er ook een moeten zijn over het kolonialisme in het algemeen. De vraag naar vandaag had zich moeten toespitsen op wat de hedendaagse gedaantes van het imperialisme zijn. 

Sébastien Hendrickx | RektoVerso.be

Verscheen eerder in:

take down
the paywall
steun ons nu!