Griekse tragedie. Beeld uit Vaticaanse musea (foto: Flickr)

 

Nieuws, Wereld, Economie, Financiële crisis, Tmd, Europees Parlement, Eurozone, Ratingbureaus, Globalisering, Welvaartstaat, Europese integratie, Analyse, Jeanineuropa -

Griekse tragedie en Duits drama: het einde van een financieel-economisch model

Op 7 mei 2010 was de Europese welvaartstaat bijna voorbij. Een halve eeuw na de verklaring van Schuman voor Europese integratie, lagen de Europese droom en onze welvaartstaat bijna aan diggelen. Door de aanval van speculanten tegen de schulden van de Zuid-Europese landen was de euro bijna verleden tijd.

vrijdag 28 mei 2010 13:25
Spread the love

Hoe is het zover kunnen komen? Hoe kan het dat een van de meest welvarende regio’s van de wereld aan de rand van de afgrond komt te staan?

Het antwoord luidt: door een onverantwoord terugtreden van de democratie, gemotiveerd door een blind geloof in de werking van de markt. Waardoor zich een mondiaal financieel-economisch systeem kon ontwikkelen, totaal losgeslagen van elke democratische of ethische reflex.

Beleid uit handen gegeven

Sinds de jaren zeventig hebben nationale staten, vanuit een blind geloof in de markt, hun financieel en economisch beleid uit handen gegeven. Tot dan opereerden nationale economieën binnen een nationaal democratisch kader.

Met de deregulering evolueerden we naar een meer mondiale economie en een groeiende financiële sector, zonder mondiaal democratisch kader. Dit maakt ons nu de speelbal van steeds machtigere speculanten. Een cynische kantje hieraan is dat het geld van onze pensioenfondsen mee gehanteerd wordt om onze welvaartstaat – en dus onze pensioenen – onderuit te halen. Dit is de neoliberale wereldorde ten voeten uit.

Zolang we mee profiteerden van de economische globalisering en de verliezers zich vooral in het Zuiden bevonden, maakten weinigen zich zorgen. Nu we zelf geraakt worden, groeit hopelijk het inzicht dat we nood hebben aan meer democratie en een ander financieel-economisch model.

“Zolang we mee profiteerden van de economische globalisering en de verliezers zich vooral in het Zuiden bevonden, maakten weinigen zich zorgen.”

In het uitdenken van dit model is het belangrijk te starten met een grondige analyse. Twee belangrijke observaties staan daarbij centraal.

Losgelaten markt is een roofdier

Ten eerste moeten we af van de illusie dat de markt het welzijn van staten en haar inwoners beoogt. De markt is een prima instrument voor de verdeling van bepaalde goederen binnen een democratisch kader. Maar losgelaten is het een roofdier.

Dit wordt duidelijk als we kijken naar de werking van de financiële markten. Een drama dat zich ontvouwt in drie bedrijven. Het eerste bedrijf situeert zich in de hoogdagen voor de financiële crisis: de orgie van de jaren negentig.

Toen leek risico een belachelijk woord in de financiële wereld en werd er dus veel te veel en te goedkoop krediet verschaft. De financiële wereld dacht de waarde van huizen en aandelen alleen maar kon stijgen. Van ratingbureaus hebben we toen weinig kritische geluiden gehoord!

Risico onderschatting en overmatige kredietverstrekking, in combinatie met grenzeloze consumptie, veroorzaakten de gekende crisis. In dit tweede bedrijf riepen speculanten ineens de hulp in van de nationale staten om hen te redden van het faillissement.

Er werd massaal overheidsgeld gepompt in de noodlijdende banken met als gevolg een massieve stijging van de overheidsschulden. Deze zijn daarna nog eens fors gestegen toen regeringen moesten lenen om hun economische relanceplannen te kunnen financieren. Schulden waarvoor belastingsbetalers – u en ik – finaal zullen opdraaien.

Aanval tegen de overheden ingezet

En wat zien we nu in het derde bedrijf? De financiële actoren, net gered door de overheden, zetten de aanval in tegen de overheden, waarbij de privératingbureaus het pad effenen.

Zoals de Leuvens econoom Paul De Grauwe terecht opmerkt, is het straf dat weinigen zich nu afvragen of de financiële sector de risico’s nu wél juist inschat. Waarom gaan we er nog steeds van uit dat de markt juist werkt, als ze nu de risico’s van de overheidsschulden overschat?

Zoals De Grauwe schrijft, is niet de budgettaire losbandigheid van de overheden de oorzaak van de huidige overheidsschuldcrisis. De bron van deze crisis is de losbandigheid van grote delen van de private sector in het bijzonder die van de financiële sector.

Deze eerste observatie leidt tot de volgende vraag. Heeft er al iemand bij stilgestaan hoe het in godsnaam mogelijk is dat enkele privébedrijven aan de overkant van de oceaan mogen beslissen over de kredietwaardigheid van Europese landen?

“De bron van deze crisis is de losbandigheid van grote delen van de private sector in het bijzonder die van de financiële sector.”

Waarom accepteren we dat commerciële ratingbureaus beslissen over onze kredietwaardigheid? Heeft niemand ooit gedacht aan een publiek ratingbureau, zoals de ecologisten voorstellen?

Zo goedkoop mogelijk produceren

De tweede observatie houdt verband met ons economisch model. Dit gaat uit van concurrentie: elk land moet zo goedkoop mogelijk zoveel mogelijk produceren en exporteren. Dit is natuurlijk een illusie: als één land meer exporteert dan het consumeert, zal een ander land meer moeten importeren.

Iemand moet de goederen dus kopen met een negatieve betalingsbalans tot gevolg. We kennen deze discussie op mondiaal vlak: Amerika is boos op China omdat deze zijn munt zo goedkoop houdt. Daardoor exporteert China veel meer dan het invoert uit Amerika, het onevenwicht in de betalingsbalans tussen de twee mondiale grootmachten maakt het huidig model onstabiel.

We zitten met een gelijkaardige situatie in Europa: Duitsland heeft door het beknotten van de lonen en het flexibiliseren van zijn arbeidsmarkt zijn export tot ongekende hoogte opgedreven.

Half maart vroeg de Franse minister van Financiën Lagarde zich terecht af of de harde druk op de loonkosten in Duitsland wel een duurzaam model vormt. Er is dus niet alleen de Griekse tragedie van immense overheidstekorten, er is ook het Duitse drama van steeds meer te willen exporteren bij relatief goedkope lonen.

Duitsland profiteert twee maal

Zoals Koen Haegens in de Groene Amsterdammer opmerkt, profiteert Duitsland twee maal van zijn positie binnen de euro. Mocht de D-mark nog bestaan, dan was deze al lang de hoogte in geschoten zodat de Duitse producten duurder zouden zijn.

Duitsland blijft concurrentieel dankzij de zwakkere landen binnen de eurozone. En in deze zone kunnen zwakkere economieën hun problemen niet meer oplossen door het invoeren van competitieve devaluaties (zoals België nog deed in 1982).

De eenheidsmunt maakt dus dat zuidelijke eurolanden onmogelijk kunnen wedijveren, laat staan bijbenen met de meer performante, meer noordelijke eurolanden. Want hun productiviteit fors opdrijven, zou in deze landen de werkloosheid nog verder doen ontsporen.

Haegens citeert de econoom Peter Bofinger die er op wijst dat de Duitse export de laatste tien jaar met de helft is toegenomen terwijl de binnenlandse consumptie gelijk bleef: “Als alle landen in Europa en de wereld zich zo hadden gedragen, zouden in de wereldeconomie het afgelopen decennium de lichten zijn gedoofd”.

En als de economie dat niet zou gedaan hebben, was het wel het ecosysteem aarde dat de boeken had gesloten, met ons erbij.

We lenen de Grieken geld zodat ze onze wapens kunnen kopen!

Op 13 mei maakte Daniël Cohn-Bendit in het Europees Parlement duidelijk wat dit handelsonevenwicht binnen Europa concreet betekent. Frankrijk verkocht de voorbije jaren fregatten en helikopters aan Griekenland.

Duitsland sloot een deal voor de verkoop van zes onderzeeërs. Alles samen voor een bedrag van vijf miljard euro! We lenen hen dus geld zodat ze onze wapens kunnen kopen! En dan verdienen we nog eens op de lening: we lenen de Grieken geld tegen een hogere rentevoet dan waaraan wij het geld zelf lenen. Een prangend voorbeeld van het totaal gebrek aan solidariteit binnen Europa!

Aangezien ook het Duitse model geen oplossing biedt, heeft Europa geen enkele manier om landen in zware problemen te helpen. Neem Spanje dat een hoge werkloosheid kent. Het land voert een deugdelijk financieel beleid waardoor het vóór de crisis een begrotingsoverschot kende.

“We lenen de Grieken geld tegen een hogere rentevoet dan waaraan wij het geld zelf lenen. Een prangend voorbeeld van het totaal gebrek aan solidariteit binnen Europa!”

Na de crisis veranderde dat onvermijdelijk in een serieus tekort. De regels van Europa verplichten Spanje te snijden in zijn uitgaven. Dat zal de werkloosheid nog verder opdrijven. Naarmate de Spaanse economie vertraagt, zal ook de gezondmaking van de Spaanse begroting steeds moeilijker worden.

Zoals Martin Wolf in de Financial Times schrijft, kan het opkrikken van de competiviteit van de Zuid-Europese landen enkel via een daling van de lonen, of een hogere stijging van hun productiviteit dan Duitsland.

Economisch model verhindert Europese integratie

Dit laatste is niet alleen zo goed als onmogelijk, maar ook onwenselijk (de nu al pijnlijk hoge werkloosheid zou helemaal ontploffen). Het huidige economisch model verhindert dus dat Europese landen op economisch vlak naar elkaar toegroeien.

Deze twee observaties houden duidelijke lessen in voor de toekomst. Ze zorgen er hopelijk voor dat we niet de verkeerde keuzes maken. Het uitwringen van onze welvaartstaten en hun bevolking zal helemaal geen oplossing brengen.

De verminderde overheidsgaven zullen maken dat de economie het nog moeilijker krijgt en noodzakelijke investeringen in toekomstgerichte sectoren verhinderen. Overheden en bevolkingen verplichten de broekriem aan te trekken, zal niets veranderen aan de misdadige losbandigheid van de financiële sector.

In tempore non suspecto stelde het Stern-rapport dat de klimaatverandering het grootste en meest wijdverbreide marktfalen ooit vertegenwoordigt.

Ondertussen kennen we een tweede voorbeeld van een even massief marktfalen. Om het hoofd te bieden aan de financieel-economische crisis is er nood aan snelle maatregelen. Maar zolang we de architectuur van de neoliberale wereldorde intact laten, dweilen we met de kraan open.

Financiële markten moeten een democratische sturing en controle krijgen. De economie van ‘steeds meer’ moet evolueren naar een model waarbij welvaart zonder materiële groei mogelijk wordt.

“Maar zolang we de architectuur van de neoliberale wereldorde intact laten, dweilen we met de kraan open.”

Europa kan het voortouw nemen door te evolueren van een gemeenschap waar de vrije concurrentie centraal staat, naar een Europa van samenwerking en solidariteit. Na een halve eeuw is het hoog tijd voor een nieuwe verklaring van Schuman.

Dirk Holemans

Dirk Holemans is hoofdredacteur van Oikos, denktank voor sociaal-ecologische verandering. Hij schreef deze bijdrage op vraag van de redactie van DeWereldMorgen.be in het kader van de federale verkiezingen 2010.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!