Het Vaticaan als symbool van de macht van de rooms-katholieke kerk (foto: Flickr)

 

Opinie, Nieuws, Samenleving, België, Opinie, Rooms-katholieke kerk, Seksueel misbruik, Bisschoppen, Priesters -

Zelfzuiverende bloedsomloop

Wat zijn de feiten? De rooms-katholieke kerk ligt onder vuur vanwege seksueel misbruik. De daders, zowel van het misbruik zelf als van het verborgen houden ervan, zijn priesters, bisschoppen en kardinalen. De leiders van de Kerk dus. Dat schrijft Paul De Witte, woordvoerder van de Basisbeweging voor Democratie in Samenleving en Kerken

donderdag 29 april 2010 16:15
Spread the love

De slachtoffers zijn kinderen en adolescenten. Mijn hoop is dat nu eindelijk, na al die jaren van opgelegd zwijgen, de slachtoffers eindelijk recht zal worden gedaan.

Niet door de Kerk, maar door de samenleving. Ik hoop dat politie en justitie nu eindelijk de noodzakelijke bewijzen in handen zullen krijgen om het misbruik te stoppen, om de daders en medeplichtigen te straffen. Ik hoop dat hierdoor een helende wending op gang mag komen in de getraumatiseerde levens van de misbruikten.

Maar ik vrees tegelijk dat hiermee het leed niet zal stoppen, dat het machtsmisbruik in de katholieke Kerk in Vlaanderen en wereldwijd onverminderd door zal gaan.

De daders zullen aan de schandpaal worden genageld, uitgestoten, en vervolgens vervangen. Eens de publieke biecht achter de rug, de kankercellen uit het zuivere lichaam van de Kerk weggesneden zijn, zal het gewone roomse leven hervat worden, zullen de klokken weer luiden, de geloofsbelijdenis in de onfeilbaarheid van de paus en het kerkinstituut herhaald worden.

De Kerk heeft namelijk een ‘zelfzuiverende bloedsomloop’, zoals kardinaal Godfried Danneels dat reeds elf jaar geleden pleegde te noemen (1). Op dat moment gebruikte Danneels dit beeld om het lot te voorspellen van de ‘dissidenten’ (i.c. de synodale katholieken) die binnen zijn Kerk een democratiseringsproces op gang wilden brengen.

Zij deden dat door o.m. te ijveren voor het verder doordenken van de grondgedachten van Vaticanum II (nvdr: het concilie dat begin de jaren zestig de modernisering van de kerk inluidde), voor de verregaande deelname van niet-gewijde gelovigen aan het vormgeven van de liturgie en het kiezen van haar eigen voorgangers, voor het recht om te blijven zoeken naar waarheid, voor het recht om vrij te kiezen voor een al dan niet celibatair leven als priester.

De machtsstructuur van de Kerk werd niet enkel door de synodalen, maar door talrijke bewegingen en individuen, meermaals fundamenteel in vraag gesteld. Analoog aan de Acht Mei Beweging in Nederland, ontstond in Vlaanderen de Kerk- en Maatschappij Kritische Christenen, er waren de kritische publicaties van Rik Devillé en zijn initiatieven met de Werkgroep Mensenrechten in de Kerk, er was Een Ander Gezicht van de Kerk, het Kerkreferendum, en talrijke andere bewegingen.

Danneels liet echter in 1999 al duidelijk verstaan dat “de Kerk nu eenmaal geen democratie is” en dat wie zich daar niet bij kon neerleggen, “als vanzelf door de geloofsgemeenschap uitgestoten zou worden als schadelijke (wezensvreemde) elementen”.

Over het resultaat heeft Danneels gelijk gekregen: de dissidenten werd het zwijgen opgelegd en ze verdwenen uit de bloedsomloop. Sommigen moesten er noodgedwongen het bijltje bij neerleggen, anderen sluimerden verder in een parallel zenuwstelsel, zoals bijvoorbeeld de Basisbeweging voor Democratie in Samenleving en Kerken, die vandaag nog bestaat, maar zonder veel slagkracht.

Alleen gebeurde dat niet ‘vanzelf’, noch op mystieke wijze. De kerkkritische bewegingen werden door de hiërarchie subtiel, maar zeer efficiënt de strot dichtgeknepen.

De Kerk heeft daar zo haar instrumenten voor: betrokken priesters werden bedreigd met ontslag en dus broodroof (een machtig wapen aangezien priesters die ontslagen worden uit hun ambt niet eens stempelgeld ontvangen), betrokken organisaties werden geboycot door subsidiekanalen af te snijden, sympathiserende gelovigen werden gewaarschuwd dat hun verbondenheid met de bewuste onreine organisaties onreinheid tot gevolg zou hebben.

De ‘zuiveringskuur’ die op Belgisch niveau doorgevoerd werd, was wereldwijd in de jaren zeventig al ingezet. Wie deviant gedrag vertoonde, mocht rekenen op een waarschuwend vingertje, zwijgplicht, of excommunicatie: bevrijdingstheologen die het evangelie inzetten als bron tot verzet tegen onderdrukking en de kerk opriepen om de belangen van de armsten te verdedigen, zoals Leonardo Boff, theologen die de biologische maagdelijkheid van Maria contextueel interpreteerden of andere gevaarlijke exegetische gedachten ventileerden, zoals Schillebeeckx en Küng , zusters en priesters die een te politieke analyse maakten in hun strijd met armen tegen uitbuitende en meedogenloze regimes, zoals Yvonne Gevara, …

De congregatie van de Geloofsleer, met toenmalig voorzitter Josef Ratzinger, was er als de kippen bij om elke kritische gedachte onmiddellijk de kop in te drukken.  

Waar wil ik nu naartoe? Niet bisschop Roger Vangheluwe vormt het probleem van deze Kerk. Niet de machtsmisbruikende priesters in Aubange, Erps-Kwerps of Nergenshuizen zijn de oorzaak. Zelfs Danneels of aartsbisschop André Léonard vormen niet de basis van de gruwelijke werkelijkheid die vandaag in de rooms-katholieke Kerk aan het licht komt.

Zij zijn slechts de gevolgen van het probleem. Een instituut dat een gelovige beweging versteent tot ‘Enige Waarheid’, die de oorspronkelijke inspiratie verengt tot dogma’s die de eigen macht dienen, die een feodale structuur errond uitbouwt en een onfeilbare leider als vertegenwoordiger van God en van Jezus Messias hier op aarde installeert, een instituut dat het engagement van priesters verbindt aan een opgelegd celibatair leven, die bisschoppen en priesters op de knieën dwingt tot totale gehoorzaamheid en volgelingen verhindert om de eigen traditie te interpreteren en vorm te geven, perverteert zichzelf.

De christelijke traditie ontstond als een dynamische subversieve beweging, vlijmscherp zowel voor de politieke machten, die het volk vermaalden, als voor haar eigen religieuze leiders die collaboreerden met het Romeinse Imperium.

Het was een beweging die vele gezindten kende, en haar kracht vond doorheen het interne debat over hoe zij bevrijdende medestander kon zijn voor de meest kwetsbaren in die harde samenleving: vreemdeling, weduwe, wees.

Het was een beweging die niet één Waarheid, niet één Evangelie, maar talrijke Evangelies – elk in hun eigen context – naar voren schoof als mogelijke analyse en strategie om die bevrijdende missie waar te maken.

Het heil van die beweging lag niet in de vraag of Jezus onfeilbaar was, het lag in ‘het horen naar de stemmen van wie geen stem hadden’. De voorwaarde om een leidinggevende rol in die beweging te vervullen, lag niet in celibatair leven, maar in de vaardigheid om die ‘stem van de stemlozen’ gezag te geven, aan het eigen belang te verzaken en de bereidheid om zelf als ‘onrein’ verklaard te worden door de belagers van de armsten, zieken, uitgespuwden.

Een instituut dat die traditie verloochent en de eigen macht en onfeilbaarheid blijft voorop stellen, zal de perversiteit nooit uit het eigen lichaam gezuiverd krijgen.  

Paul De Witte

Paul De Witte is woordvoerder van de Basisbeweging voor Democratie in Samenleving en Kerken (netwerk van kritische christenen en basisgroepen in Vlaanderen).

take down
the paywall
steun ons nu!