In 2000 was Diefstal gewapenderhand vooral een zaak van Wallonië. Zowel in Wallonië als in Vlaanderen is een afname gebeurd terwijl in Brussel het aantal gewapende overvallen sinds 2000 gelijk is gebleven met een lichte verhoging in 2009, voortgaande op de gegevens van de eerste 3 trimesters.

Nieuws, Samenleving, België, Politie, Fernand Koekelberg, Criminaliteit, Politiestatistiek -

Gewapende overval op politiestatistiek?

Is er sprake van een hold-up op de politiestatistieken? Een bewuste criminalisering van Brussel, niet alleen door doelgericht misdrijven en ‘steekvlam-politiek' onder de aandacht te brengen, maar ook door verhullend gebruik van de criminaliteitsstatistiek? Enkele bedenkingen bij de uitspraken van politiechef Koekelberg door Jan Hertogen.

donderdag 15 april 2010 11:00
Spread the love

Waarom komt politiechef Fernand Koekelberg naar voren met andere cijfers en statistieken dan de criminaliteitsstatistiek die de federale politie trimestrieel online publiceert?

Waarom verzwijgt Koekelberg sinds maanden de gunstige evolutie die zich in Brussel globaal heeft gemanifesteerd in 2009: 12 procent minder criminaliteit voor de eerste drie trimesters in 2009 in vergelijking met 2008 en zelfs een daling met vijf procent in vergelijking met 2000.

Waarom heeft Koekelberg het in zijn verklaringen, zoals die verschenen in La Dernière Heure van 14 april 2010, over ‘gewapende overvallen’ in plaats van de door de federale politie gehanteerde ‘officiële’ categorie ‘Diefstallen gewapenderhand’ en wat is dan precies het verschil tussen beide?

En hoe kunnen deze cijfers voor 2009 met 20 procent stijgen tegenover 2007 als de ‘Diefstallen gewapenderhand’ voor de eerste drie trimesters in 2009 maar een stijging met 10 procent laten zien?

In De Standaard van 15 april 2010 komt een gedeeltelijk antwoord: “In 2007 werden in heel België 2.189 gewapende overvallen op commerciële doelwitten gepleegd. Vorig jaar zaten we aan 2.662. Dat is een gevoelige stijging”, zo stelt Eddy De Raedt (nvdr: directeur eigendomscriminaliteit bij de federale politie), maar dan moet er ook een gevoelige daling geweest zijn van de gewapende overvallen op niet-commerciële doelen.

Is het omdat de ‘Diefstallen gewapenderhand’ in België sinds 2000 met 30 procent zijn afgenomen, ondanks een stijging met 10 procent in 2009 in vergelijking met 2007?

De ‘Diefstallen gewapenderhand’ zijn daarbij in Brussel het laatste decennium stabiel gebleven en ze laten in 2009 (over de eerste drie trimesters) maar een stijging met 7 procent zien, terwijl dit cijfer in Vlaanderen steeg met 13 procent en in Wallonië met 11 procent (zie eerste grafiek).

In de Tabel ‘Diefstal gewapenderhand’ worden alle gegevens op een rijtje gezet. Uiteraard kan een situatie op een trimester tijd veranderen, maar een drastische verandering op jaarbasis kan dat niet geven. Dan moeten alle gegevens beschikbaar worden gesteld. En niet met andere maten gewogen.

Het overzicht van de ‘Diefstallen gewapenderhand’ voor de eerste drie trimesters van 2009 laten een ander beeld zien dan wat Koekelberg nu de publieke opinie en de media wil doen geloven.

De ‘Diefstallen gewapenderhand’ waren tot 2000 vooral een zaak van Wallonië waar tot de helft van de gewapende diefstallen gebeurde tegenover 20 procent in het Brussels gewest (zie tweede grafiek) en 30 procent in Vlaanderen.

Er is evenwel in de periode 2000-2009 een afname geweest van ‘Diefstallen gewapenderhand’ met 30 procent, vooral in Wallonië. Door deze afname en het gelijk blijven ervan in Brussel, is het Brusselse aandeel gestegen van 20 tot 30 procent, hoewel het in 2009 opnieuw tot 27,2 procent is gedaald (eerste drie trimesters).

Nu doen alsof het fenomenaal is dat het aandeel van Brussel 30 procent bedraagt, getuigt tegen deze achtergrond van een ‘andere’ agenda.

Of 2010 op weg is naar een nieuw record, moet nog blijken. Het eerste semester is altijd het ‘drukste’ (zie derde grafiek). En de aandacht voor deze ernstige misdaadvorm zal toenemen en de Estse hit-en-run- avonturiers en anderen zullen misschien meer runnen dat hitten.

Ook omdat de bevolking alert reageert als je kijkt naar de wijze waarop de Esten door de bewoners ongewapend bij de kraag zijn gevat. De Brusselse bevolking stelt meer en meer zelf de nul-tolerantie in, zowel tegenover de externe als de ‘interne’ criminaliteit.

Ook de normalisering van het politiewerk, d.w.z. meer politie op straat waar ze hoort, in respect voor de bevolking, en vooral ook de gestadige verhoging van het aantal ‘allochtonen’ in het politiekorps zal de toestand stabiliseren en op een almaar hoger ‘veiligheids’peil brengen. Nu al is de stabilisering in de criminaliteitsstatistiek voor Brussel merkbaar. Aandacht voor de pijnpunten is evenwel belangrijk.

En of het  zin heeft om over ‘verloren generaties’ te spreken, is maar de vraag. De jongeren zelf inprenten dat ze ‘verloren zijn’, getuigt op zich al van een ondeskundige aanpak. Kan je dat wel over een mens zeggen zonder in onmenselijkheid te vervallen?

En hoeveel leeftijdsjaren zijn dat, twee ‘verloren generaties’: twee maal 25 jaar, want één generatie is de duur om van kind volwassen te worden. Of twee ‘schoolcohortes’, d.w.z. twee leeftijdsjaren, of maar meteen een hele  ‘secundaire’ groep, of enkel twee keer de hoger secundaire leerlingen, dus zes leeftijdsjaren.

En tellen we de migranten die de komende zes jaar zullen toekomen en die zich in dezelfde leeftijdscategorie bevinden ook al bij de ‘verloren generaties’? Wie zal het onderscheid maken?

Of zal het de nieuwe migratie zijn die mee de oude, in de problemen verkerende, de weg zal wijzen? En als we van ‘verloren generaties’ spreken bij de Brusselse jongeren moet er dan ook niet gesproken worden over verloren generaties in de politiek, minister Turtelboom (Open VLD) op kop?

Johan Leman maakt in De Standaard van 15 april 2010 korte metten met dit soort politieke kortzichtigheid waar niemand mee gediend is.

take down
the paywall
steun ons nu!