cc dxspace

 

Nieuws, Wereld, Politiek, Tmd, Libanon, Hezbollah -

Met Hezbollah aan de frontlijn met Israël

Libanon maakt zich op voor een nieuwe confrontatie met Israël. Aan weerskanten van de grens is een massieve wapenwedloop gaande. Volgens waarnemers is een nieuwe veldslag in de maak die de politieke kaart van het Midden-Oosten grondig zou kunnen hertekenen. Ludo De Witte brengt een bezoek aan de Libanese hoofdstad Beiroet en het zuidelijke grensgebied.

dinsdag 6 april 2010 11:55
Spread the love

Beiroet, hoofdstad van Libanon. Tot aan de grens met Israël, in het zuiden, is het amper 100 kilometer rijden. In het oosten, 60 kilometer verder, begint Syrië al. In die kleine rechthoek, waar overwegend sjiieten wonen, opereert Hezbollah. De ‘Partij van God’ is berucht voor haar militaire successen op het Israëlische leger: de verzetsgroep verjoeg in 2000 het Israëlische leger uit Libanon en kwam versterkt uit de oorlog van 2006, een replay zeg maar.

Volgens de VS is de sjiitische Hezbollah een ordinaire terreurorganisatie, maar alsmaar populairder bij Arabieren en moslims die het Libanese verzet als een dam tegen de Israëlische expansiedrift waarderen. De Joodse publicist en professor Noam Chomsky heeft het over een van de efficiëntste en meest legitieme politieke bewegingen van de Arabische wereld; zijn evenknie Norman Finkelstein bepleit onomwonden solidariteit met Hezbollah.

Het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken raadt een bezoek aan de bolwerken van het verzet met grote stelligheid af, maar dat kon ons niet tegenhouden om in februari op zoek te gaan naar een organisatie die Washington en Tel Aviv slapeloze nachten bezorgt.

Beiroet

De hoofdstad heeft alles weg van andere mediterrane grootsteden; alleen is het hier allemaal nog chaotischer, drukker en luidruchtiger. De uitlaatgassen snoeren je keel dicht, autorijden is pure acrobatie. Libanezen springen namelijk heel origineel met het mobiliteitsprobleem om. Waar drie rijvakken zijn, rijdt men met vier of soms vijf voertuigen naast elkaar, bijna tegen elkaar aan schurkend, en files zet men een neus door als spookrijders de baanvakken bestemd voor rijden in de omgekeerde richting te gebruiken.

De noordelijke wijken van de stad, zoals Hamra, zijn levendig en welgesteld. Een onderhuidse spanning is er wel voelbaar. Her en der bemant het Libanese leger roadblocks, maar er wordt niet echt gecontroleerd. Op drukke plaatsen worden tassen gescreend op explosieven. Niet bizar: af en toe ontploft er nog een bom, al wordt het de laatste tijd almaar rustiger. Afgezien van die 14de februari 2005 dan: toen werd de invloedrijke oud-premier Rafik Hariri opgeblazen, een moord die in de schoenen van Syrië werd geschoven en tot de aftocht van het Syrische leger uit Libanon leidde.

Zwitersland van het Midden-Oosten

Er lopen veel toeristen rond, vooral uit de golfstaten. De 33-daagse oorlog in de zomer van 2006, toen Israël Libanon aanviel nadat Hezbollah twee Israëlische soldaten had gekidnapt en er tien had gedood, heeft even het toerisme een halt toegeroepen, maar sindsdien zijn Beiroet (uitgaan), Faraya Mzaar (skiën op een uurtje rijden van de hoofdstad) en de luxueuze villadorpen ten noorden en oosten van de hoofdstad weer erg in trek. In de betere shopping malls worden auto’s gecontroleerd op de aanwezigheid van springstof. Daar zien we nogal wat vrouwen met een gezichtssluier – geen Libanese dames, maar vrouwen van oliesjeiks uit de golfstaten.

Ten noorden van de hoofdstad, in en rond Jounieh, liggen een pak ‘Super Night Clubs’, bordelen waar vooral Oost-Europese meisjes werken. Een levendige stad, maar de hoofdstad van het Zwitserland van het Midden-Oosten is Beiroet allang niet meer. Daarvoor heeft het land de afgelopen decennia te veel militiegeweld, burgeroorlogen, bezettingen en oorlogen gekend.

Zuid-Libanon

We willen de vinger aan de pols van het verzet houden en doorkruisen de zuidelijke, sjiitische wijken van Beiroet, bolwerken van Hezbollah. In een van die wijken, Dahiyeh, liggen nogal wat braakliggende terreinen met veel puin, open wonden van de Israëlische bombardementen van 2006. Tel Aviv vernietigde in de wijk 200 gebouwen: geen enkel gebouw met een vingerafdruk van Hezbollah op bleef gespaard, of het nu sociaal-culturele centra en vergaderzalen of woningen van partijleiders bevatte.

De kantoren van Al Manar, het tv-station van het verzet, waren een van de eerste doelwitten van de Israëlische bombardementen, maar de directeur ervan vertelt niet zonder fierheid in de stem dat de uitzendingen vanop geheime locaties ononderbroken bleven doorgaan. (In Knack van volgende week staat een interview met A. Kasir)

Er wordt veel heropgebouwd: overal staan grote appartementsgebouwen in de steigers. Veel vrouwen met een hoofddoek op straat, maar een gezichtssluier, zoals we in de rijkere stadsdelen bij toeristen uit de golfstaten zagen, vind je hier niet. Behoorlijk wat vrouwen dragen zelfs geen hoofddoek, en in de winkelstraten tref je naast erg traditionele kledingzaken lingeriewinkels aan met outfits die niets aan de verbeelding overlaten. Pluralisme en openheid, iets wat je niet verwacht van een verzet dat in het Westen als fanatiek en onverdraagzaam wordt gekapitteld.

Paspoortcontrole

Militanten van Hezbollah, in bruine uniformen en met legerbottines aan, regelen het verkeer – een sociale dienst in een land met een zwakke overheid, en een middel om het contact met de bevolking te onderhouden. Ik vraag er eentje of ik hem mag fotograferen, maar dat mag enkel na een grondige identiteitscontrole. Ik besluit het maar zo te laten en loop door.

Amper honderd meter verder komen vlak voor me twee auto’s tot stilstand. Vier mannen omringen me: paspoortcontrole. Dwingend, maar heel correct. Terwijl ik wacht, krijg ik een kop koffie en kauwgom aangeboden. Achteraf hoor ik vertellen over aanslagen en geheime operaties van de Israëlische geheime dienst Mossad en zijn lokale handlangers, die zelfs in de top van het Libanese leger en administratie zitten. Ook in tijden van niet-oorlog is de vijand actief.

Houmin El Tahta

Ik logeer bij Youssef, een melkboer uit Houmin, een dorp halverwege tussen Beiroet en de grens met Israël. Dit is het heuvelachtige actieterrein van de kleine, uiterst mobiele eenheden van Hezbollah. Bij het begin van de Israëlische bezetting, medio jaren 80, sneuvelden er voor elke Israëlische soldaat vier verzetslui; eind jaren 90 was dat een verhouding van twee Israëli’s tegenover drie Libanezen. In Houmin richtten de Israëli’s en hun handlangers van het South Lebanon Army (SLA) in 1985 een slachting aan. Twintig mensen werden vermoord, als represaille voor een aanslag.

In de oorlog van 2006 verloor Youssef de helft van zijn veestapel. Hij was verplicht grond te verkopen om het hoofd boven water te houden. Wat doet dat met een mens, wil ik weten. Kijkt hij nu anders tegen het verzet aan? “Neen”, zegt hij beslist, “in een oorlog geldt een andere rekenkunde. Iedereen steunt het verzet hier.” Geen rancune tegenover ‘collaborateurs’? Youssef reageert filosofisch: vrede vereist een grote dosis vergeving. En hij citeert de Palestijnse auteur Edward Saïd: echte vrede ontstaat niet tussen regimes, maar tussen volkeren; men moet de mens bevrijden, en niet het land. Ook zijn vriend Mahmoud, die in het grensdorp Rabb Et Talatine woont en 1 jaar in een gevangenis van het SLA zat, wijst wraak af: “Wij vergeten snel”, zegt-ie.

Niet snel vergeten

Wellicht ligt de voornaamste reden voor de grote vergevingsgezindheid precies in het feit dat men niet snel mag vergeten. De burgeroorlog die Libanon van 1975 tot 1990 verscheurde, kostte tienduizenden het leven. In Beiroet getuigen uitgebrande en gebombardeerde gebouwen nog altijd van die vreselijke periode. Een heropleving van de sektarische gevechten zou een catastrofe betekenen. Men kan zich gewoon geen intern Libanees conflict veroorloven, want het land is een smeltkroes van etnisch-religieuze gemeenschappen.

Het noorden wordt gedomineerd door christenen; het zuiden en de Bekaavallei in het oosten door sjiieten, maar Beiroet is gemengd soenni-sjia-christelijk en overal wonen belangrijke minderheden van soennieten, sjiieten, alawieten, protestanten en druzen.

De angst voor een terugval zit er nog goed in. Voetbalmatchen worden nog altijd zonder publiek gespeeld, om te voorkomen dat soennitische en sjiitische supportersclubs elkaar in de haren zouden vliegen. Terecht? Er was grote beroering onder sjiieten toen christelijke scholen het dagboek van Anne Frank als lesmateriaal wilden gebruiken, maar geen woord veil hadden voor de Palestijnse en Libanese slachtoffers van de Israëlische invasies – tot vandaag zijn het er vijf, en de bloedigste ervan kostte aan 15.000 tot 20.000 mensen het leven.

Het land is een etnografisch lappendeken en dat pluralisme is in het straatbeeld van het zuiden dominant aanwezig. Overwegend sjiitisch, maar hier en daar staan een moskee en een kerk broederlijk naast elkaar. In Saida, een stad met 100.000 inwoners, lopen nonnetjes voorbij meisjes met hoofddoek terwijl hun vriendinnetjes op hoge hakken strakke jeans showen. Geen gezichtssluiers, nauwelijks een djellaba.

Van Saida naar Houmine is het amper 20 kilometer. Even buiten Saida rijden we langs Ein El Helwe, een kamp waar 100.000 Palestijnen wonen. Ze werden in 1948 door de Israëli’s uit hun dorpen verjaagd. Het zijn soennieten. Een eind verder ligt een cluster van sjiitische dorpen, met in het midden Maghdouche, dat overwegend christelijk is. Ik fotografeer een wegkapelletje, de kerk en enkele kerkgangers. Is dit Zuid-Libanon, het bolwerk van fanatieke moslimterroristen?

Raad, Zelzal en Khaybar

Youssef is boer maar ook een selfmade veearts. Ik doorkruis met hem het zuiden, op bezoek bij boeren met problemen met hun veestapel. Hier heerst het verzet: elk dorp is getooid met vlaggen van Hezbollah en Amal, de twee grote sjiitische partijen. Foto’s van gevallen strijders (‘martelaren’) domineren het straatbeeld. Ukjes van drie, geboren tijdens of na de oorlog van 2006, dragen namen als ‘Raad’ (donder), ‘Zelzal’ (aardbeving) of ‘Khaybar’, naar raketten van het verzet.

In Kfar Kila, aan de Poort van Fatima, de grens met Israël, overdenk ik dat die afscheiding voor de Libanezen een koloniaal product is, ooit door de Fransen ingevoerd toen ze in hun mandaatgebied Syrië de administratieve enclave Libanon oprichtten. De biotoop van de Libanezen in de grensstreek strekte zich uit tot diep in het huidige Israël. Toen dorpelingen naar de stad trokken, gingen ze niet naar het noorden, naar Saida bijvoorbeeld, maar naar wat nu Israëlische steden zijn: Akko en Haifa.

Het valt me te binnen dat Edward Said hier ooit, ten tijde van de eerste Palestijnse intifada (opstand), met zijn kleinzoon stond en uit eerbetoon voor het vreedzame verzet van zijn landgenoten – stenen gooien naar tanks – een kei naar de overkant smeet. Het leverde hem jarenlange verwijten van terrorisme en antisemitisme op. Ik neem een steen in de hand en Youssef neemt het fototoestel. Langs deze kant van de grens houdt een Spaanse blauwhelm me in de gaten. Geen probleem, maar dan merk ik dat aan de overkant, amper 10 meter van me verwijderd, een Israëlische soldaat in een minibunker ligt. Ik laat de steen vallen.

Blauwhelmen

De UNIFIL-blauwhelmen zijn met 12.000. Ze komen uit een 30-tal landen, waaronder België, Frankrijk, Spanje en Italië, maar ook China, Indonesië en Turkije. Officieel, zo staat het in een resolutie van de Veiligheidsraad die na de oorlog van 2006 is aangenomen, helpen ze het Libanese leger zich in het zuiden van het land te ontplooien. Ze coördineren hun acties met de Libanese en Israëlische regeringen.

In 2006 moest Israël zich terugtrekken zonder het beoogde resultaat: Hezbollah werd niet uitgeschakeld en de ontvoerde soldaten werden niet bevrijd. De resolutie van de VN moest de pil vergulden, want ze had de bedoeling het zuiden te vrijwaren van paramilitaire activiteiten, lees: Hezbollah stokken in de wielen steken. UNIFIL-steun voor het Libanese leger hindert Hezbollah echter niet het minst, want het nationale leger is zwak en telt bovendien veel soldaten in zijn rangen die sympathiseren met het verzet. Soldaten en boeren wantrouwen UNIFIL, getuige de incidenten met dorpelingen, vooral bij huiszoekingen van blauwhelmen.

Belgen ruimen clusterbommen

De Belgische blauwhelmen zijn wél populair, en dat is te danken aan hun werk als ontmijners van clusterbommen en blindgangers. Israël gooide net voor zijn aftocht uit Libanon honderdduizenden clusterbommen uit. De tuigen veroorzaken onder boeren en spelende kinderen dood en mutilatie. Het opruimwerk heeft het Belgische leger al vier gewonden (ten gevolge van bommen) en vier doden (waaronder drie in een verkeersongeval) gekost.

We bezoeken Ali, een geitenboer uit Maifadoun, even buiten Nabatiyeh, in het centrum van Zuid-Libanon. Hij vertelt dat onlangs in het dorp nog een clusterbom is gevonden, hoewel het terrein al drie keer op niet-ontploft wapentuig is onderzocht. Een vriend van Ali is op een dag zo onthoofd: het tuig zat in een druivelaar vast en bij de pluk was het in de man zijn nek gevallen.

Ali vertelt dat Israël in de streek enorm veel bommen heeft uitgegooid, vooral in het gebied tussen Nabatiyeh en de Litani, de rivier die een kilometer of 10 ten zuiden van de stad ligt. De Israëli’s hebben de Litani steeds als hun noordgrens beschouwd. De rivier is een belangrijke bron van water, wat in het Midden-Oosten van strategisch belang is. (Israël vertikt het tot vandaag zijn staatsgrenzen vast te leggen, een unicum in de moderne diplomatieke geschiedenis). Wou Tel Aviv met het onleefbaar maken van het gebied ten noorden van de Litani zijn claim op de stroom en het gebied ten zuiden ervan bevestigen?

Ali wijst er nog op dat Tel Aviv tot vandaag weigert om de stafkaarten te overhandigen met daarop de mijnenvelden die Israël ten tijde van de bezetting in de jaren 90 in het zuiden heeft aangelegd. Als we naar het zuiden rijden, passeren we het kasteel van Beaufort, dat op een hoge, strategisch gelegen rots ligt. Het is in de twaalfde eeuw door de kruisvaarders ingenomen. In de jaren 70 werd het een bastion van de PLO van Yasser Arafat, en van 1982 tot 2000 een uitvalsbasis van het Israëlische leger.

Hezbollah

We rijden door heuvelachtig, rotsachtig gebied, hier en daar doorsneden met diepe dalen, uitstekend terrein voor een guerrilla. Terwijl het Libanese leger de andere kant opkijkt, bouwt Hezbollah in de heuvels discreet maar gestaag een formidabel wapenarsenaal uit. Opslagplaatsen en lanceerplatforms worden ingegraven en hightechraketten worden aangevoerd, zonder dat blauwhelmen er zich mee moeien of er weet van hebben. Almaar gesofisticeerdere wapens worden Libanon binnengesmokkeld.

Youssef kijkt veelbetekenend wanneer we een vrachtwagen voorbijrijden: het verzet wordt bevoorraad. Sinds de oorlog van 2006 beseffen Syrië en Iran dat wapenleveringen aan Hezbollah een goede ‘investering’ zijn. Ik schrijf ‘Hezbollah’, maar lees ‘de dorpen’: elk dorp is omgevormd tot een verzetspost, logistiek en militair selfsupporting, in staat om wekenlang zonder steun van buitenaf een guerrillaoorlog te voeren. Quads zijn hier niet ongewoon: er wordt gezegd dat ze moeten dienen om bij een volgende Israëlische invasie een tegenaanval op Israëlisch grondgebied uit te voeren. Wie zal het zeggen? Militaire strategie is een goed bewaard geheim. In 2006 zijn Hezbollahcommando’s al speldenprikken in Israël zelf gaan toedienen. Wil het verzet bij een volgende oorlog het oorlogstheater naar Israëlisch grondgebied uitbreiden?

Formidabele slagkracht

Het rapport ‘Lebanon: The Israel-Hamas-Hezbollah Conflict’ ten behoeve van het Amerikaanse Congres wijst op de formidabele slagkracht van het verzet: een breed netwerk van ondergrondse basissen; hightechwapens, inclusief computergestuurde raketlanceerplatforms en efficiënte antitank- en antischipraketten, uiterst mobiele, goed getrainde eenheden, actieve steun van de bevolking.

Vandaag ontbreekt het niet aan strijders. De successen van 2006 hebben een toevloed van wapens én jihadi’s op gang gebracht. Waarnemers schatten dat het verzet nu meer dan 50.000 man onder de wapens heeft. Worden mensen onder druk gezet om zich bij het verzet aan te sluiten? Youssef ontkent. Men is hem komen vragen of zijn oudste zoon, 12 jaar, lid mag worden van de jeugdbeweging, op termijn een opstapje naar een partijlidmaatschap, maar hij heeft geweigerd en dat is zonder problemen aanvaard.

Nasrallah

’s Avonds kijken we tv: Hassan Nasrallah, de secretaris-generaal van Hezbollah, speecht op een massameeting in Beiroet. Nasrallah heeft een boodschap voor Israël, na de dreigende taal van Tel Aviv aan het adres van Syrië, Iran en Libanon: Hezbollah wil geen oorlog, maar als er een oorlog komt, dan kijkt het verzet uit naar de confrontatie.

De militaire suprematie van Tel Aviv is verleden tijd, zo waarschuwt hij: “Wanneer we zeggen dat als de Israëli’s Dahiyeh [in Beiroet] bombarderen, wij Tel Aviv zullen bombarderen, dan zouden ze kunnen denken dat we misschien een kras op hun muren zullen veroorzaken. Neen. Ik zeg de Israëli’s vandaag het volgende: als je Dahiyeh bombardeert, dan bombarderen wij Tel Aviv. Als je de luchthaven van Beiroet bombardeert, dan bombarderen wij de luchthaven van Tel Aviv. Als je onze havens bombardeert, dan bombarderen wij jullie havens. Als je onze raffinaderijen bombardeert, dan bombarderen wij jullie raffinaderijen. Als je onze fabrieken bombardeert, dan bombarderen wij jullie fabrieken. Als je onze krachtcentrales bombardeert, dan bombarderen wij jullie krachtcentrales.”

Wanneer?

Volgens goed geïnformeerde waarnemers is de vraag niet of er een nieuwe oorlog komt, maar wel wanneer dat zal gebeuren. En het ziet er niet goed uit voor Israël. De recente speech van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton op de conferentie van AIPAC, de machtigste zionistische lobbygroep van de VS, is ontnuchterend voor Tel Aviv:

‘De status quo is onhoudbaar, heeft geen langetermijnveiligheid gebracht en versterkt de rejectionisten (…) het is onmogelijk om onze hoop in Israëls toekomst toe te vertrouwen aan de status quo van vandaag. (…) de immer evoluerende oorlogstechnologie maakt het alsmaar moeilijker om Israëls veiligheid te garanderen. Ondanks pogingen om die in te dammen, geraken in de regio raketten met grotere nauwkeurigheid in de sturing, met een verder bereik en een grotere destructiekracht verspreid.’

(Eerder gepubliceerd op Apache.be)

 

take down
the paywall
steun ons nu!