Wat is er mis met je schuldig voelen?
Opinie -

Wat is er mis met je schuldig voelen?

Volgens moraalfilosoof Patrick Loobuyck kan je het klimaatprobleem niet oplossen door een beroep te doen op het individuele geweten. Dat zijn ‘symboolinspanningen, goed voor wie in een belonende God gelooft’. Zou het kunnen dat Loobuyk zelf moeite heeft met een ‘onwenselijke’ schuldvraag en die wil wegredeneren? Het helpt nochtans wel als mensen op individuele basis beslissen minder te vliegen. De optelsom van kleine inspanningen kan op termijn door­wegen. Die mentaliteitsverandering is ook een vertrekpunt voor politiek engagement.

donderdag 14 februari 2019 09:00
Spread the love




De klimaatcrisis dwingt ons om na te denken over oplossingen. Het is verdienstelijk dat Patrick Loobuyck het daarover wil hebben, zodat we geen tijd verspillen aan commotie over complottheorieën. Of aan de criminalisering van activisten, door een sms-campagne aan een doofstom beleid als ‘sms-bom’ te kapittelen.Toch vergist de moraalfilosoof zich wanneer hij in zijn opinie ‘Nee, ik voel me niet schuldig als ik vlieg(DS 12/02) stelt dat mensen aanzetten tot minder vliegen en minder vlees eten irrationeel en contraproductief zou zijn. Het persoonlijke is politiek.

Op Radio 1 zei Loobuyck al het moeilijk te hebben met klimaatwetenschappers die afgaande op hun inzichten consequent oproepen tot actie. Die zouden ‘aan politiek’ doen en dat zou ‘de neutraliteit’ in het gedrang brengen. Nochtans is wetenschap nooit neutraal: de feiten zetten je voor keuzes. Net daarom steken klimaatsceptici zoveel energie in het zaaien van wetenschappelijke verwarring. Thomas Decreus wees ons er op deze site al op: een streng onderscheid maken tussen wetenschap en politiek is zelf politiek van aard, omdat je zo de wetenschapper wil disciplineren, zelfs monddood maakt.

Op eenzelfde manier betoogt moraalfilosoof Loobuyck dat wie oproept tot individuele gedragsverandering ten onrechte culpabiliseert en maar beter zou zwijgen. Het zou allemaal niets uithalen, want de oplossing zit in beleidsverandering via marktsturing: ‘Door in te grijpen in de marktwerking, door nudging van koopgedrag, door regels, belastingen en voordelen die gelden voor producenten en consumenten.’

De wet van grote getallen

Loobuyck vergist zich twee keer. Individuele responsabilisering is niet irrationeel. Het helpt wel degelijk als mensen op individuele basis beslissen minder te vliegen of minder vlees te eten. De optelsom ervan kan op termijn doorwegen, dat is de wet van grote getallen. Vragen om minder te vliegen is evenmin asociaal, want je vraagt het aan iedereen.

Stellen dat je dan van mensen à la limite verwacht om kinderloos te blijven is een retorische hyperbool om niet te moeten meegaan met de kleine inspanningen die we dagelijks kunnen doen. Bovendien is mentaliteitsverandering een psychologisch vliegwiel voor actie. Dat sensibiliseert en mobiliseert. Zo zet je druk op het pomphuis van de politiek. Kijk hoe de kleine klimaatstaker Greta Thunberg een wereldwijde klimaatrevolutie triggerde.

Wat is er trouwens mis met je schuldig voelen? Beweren dat mensen op hun gedrag aanspreken politiek incorrect zou zijn, is ook een moreel vingertje. Wie wel moeite doet om duurzamer te leven, kiest voor morele zelfbeschikking. Dat gaat gepaard met een positieve ervaring. Loobuyck kiest voor marktwerking, waarom dan niet voor de psychologische wisselwerking tussen lusten en lasten? Je goed voelen kan weliswaar niet het doel zijn, het is ook niet verkeerd als stimulans. Wie dan meteen van een ‘ecodictatuur’ spreekt, zoekt naar effect om het gebrek aan betoog te compenseren.

Er zijn structurele veranderingen nodig, besluit Loobuyck terecht. Helaas ziet hij geen alternatief voor de marktwerking. Waarom de denkoefening afblokken over hoe we via een ambitieus klimaatplan tot een duurzame organisatie van onze samenleving kunnen komen via openbaar vervoer, publieke energieproductie en een economie die zich richt op onze noden, niet de winst?

Doel versus waarde

Filosofisch bekeken is het bovendien jammer dat Loobuyck geen oog heeft voor het onderscheid tussen doelethiek en waarde-ethiek. Bij een waarde-ethiek kies je ervoor te handelen volgens de waarden die je vooropstelt, ook al is het resultaat niet gegarandeerd. Je houdt een houding vast, omdat je zo een mentaliteit creëert die levensvreugde schept en mobiliseert.

Daartegenover staat een doelethiek waarbij alleen het resultaat telt en de ef­ficiëntie om dat resultaat te behalen. Het manco van die doelethiek is het kosten-batenpragmatisme: een instrumenteel denken dat ons alleen over de brug doet komen als er garanties zijn. In de woorden van Loobuyck: ‘Ik zou persoonlijk de gevolgen ervan ondervonden hebben, de werkelijke wereld niet.’ Dat leidt tot inertie en defaitisme, en dat is net het grote probleem.

Is zo’n houding waarbij we handelen vanuit de waarden die we vooropstellen op zich genoeg? Het is een vertrekpunt, je breekt met het cynisme en maakt een opening voor een alternatief dat navolging kan kennen. Parallel met de vele transitie-initiatieven die de voorbije jaren op het niveau van familie, wijk of stad zijn genomen, zie je hoe politiek engagement opborrelt. Want natuurlijk zijn individuele transitieprojecten geen excuus om niet meer na te denken over de politieke vraagstukken. Evenmin mag je de nood aan die vraagstukken als excuus nemen om dan maar je individuele verantwoordelijkheid te ontlopen. Over de ernst van de klimaatcrisis zijn we het gelukkig al eens.

Robrecht Vanderbeeken is filosoof en vakbondsverantwoordelijke ACOD Cultuur.

take down
the paywall
steun ons nu!