Samenleving, Politiek, België -

Politiegeweld transmigranten: “Kettingreactie op huidig politiek beleid”

“Als de zaken in het onderzoek kloppen, dan moeten ze ermee naar de rechtbank. Als er mistoestanden zijn, dan moeten die bestraft worden.” Dat is de reactie van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) op het rapport dat Dokters van de Wereld woensdag 24 oktober heeft uitgebracht. Dat rapport legt bloot dat 1 op de 4 transmigranten in België geconfronteerd wordt met politiegeweld dat illegaal en buitensporig is van aard. Hiermee richt de organisatie zich in het bijzonder juist tot de beleidsmakers.

zondag 4 november 2018 14:41
Spread the love

‘De politie gratuit beschuldigen van geweldpleging. Bewijslast: 0,0. Linkse ngo’s mogen alles’, tweet staatssecretaris van Asiel en Migratie Theo Francken zodra de ngo Dokters van de Wereld zijn onderzoek uitbrengt. Deze tweet weergeeft het politieke discours dat Dokters van de Wereld aanklaagt met de resultaten van hun onderzoek als concreet beeld van het directe gevolg ervan. Ook Jambons eerste afwachtende reactie toont hoe een grote verantwoordelijkheid voor het politiegeweld op transmigranten bij het huidige politieke beleid ligt.

De erkenning van menselijkheid van migranten neemt af en dat leidt tot een oplopende druk bij politie-eenheden op het terrein, vindt Dokters van de Wereld. Dat heef volgens hen een impact op het gedrag van sommige politieagenten.

Vernederende naaktfouilleringen

440 migranten heeft Dokters van de Wereld van mei tot en met juli dit voorjaar bevraagd om hierover een concreter beeld te krijgen. Het gaat hier om mensen die na een lange, barre tocht op de vlucht voor oorlog, vervolging of uitzichtloze armoede in Brussel zijn terechtgekomen en bij Dokters van de Wereld langskwamen in de humanitaire hub voor medische zorg en informatie. Of ze op hun parcours door België zijn geconfronteerd met politiegeweld? ‘Ja’, verklaren 110 van hen.

59 van de 110 gingen vervolgens akkoord hierover langdurig te worden geïnterviewd. 51 daarvan waren uiteindelijk bruikbare getuigenissen om te dienen als een valide steekproefonderzoek. Daaruit blijkt dat meer dan de helft van de ondervraagden, 58 procent, tijdens de arrestatie door de politie zijn geslagen met handen, voeten of matrakken. “De helft hiervan verklaart dat dit geweld zelfs plaatsvond op het moment dat zij reeds waren geïmmobiliseerd”, vertelt Nel Vandevannet, directeur Belgische projecten bij Dokters van de Wereld. 

Het meeste geweld vond plaats op het commissariaat, voor de opsluiting in een cel. 66 procent van de gearresteerde respondenten verklaart op dat moment geconfronteerd te zijn geweest met psychologisch en fysiek geweld. Misbruik vond vooral plaats tijdens naaktfouilleringen en tijdens de afname van vingerafdrukken.

“Dat terwijl politieagenten enkel naaktfouilleringen mogen uitvoeren om te controleren of iemand verboden middelen op het lichaam draagt en alleen als daar ernstige aanwijzingen en sterke vermoedens voor zijn”, zegt Vandevannet. Toch is 6 op de 10 van de gearresteerde personen gedwongen tot een naaktfouillering. En in 72 procent van de gevallen ging dit gepaard met vernederend gedrag zoals uitlachen, bespotten, ondergoed met geweld verwijderen, of zelfs tegen de muur worden geduwd terwijl een andere agent het ondergoed uittrekt.

Volgens het Istanbul-protocol – een officieel VN-document met internationale richtlijnen voor de beoordeling van personen die zeggen gemarteld of mishandeld te zijn – is gedwongen naaktfouillering gelijk aan marteling. De getuigenis van een 29-jarige Libische man aan Dokters van de Wereld doet begrijpen waarom: “Toen we in het commissariaat aankwamen moesten we een ruimte binnengaan, waar we werden afgeranseld. (…) Toen ik hun vroeg waarom ze me als een beest behandelden, sloegen ze me nog meer. Daarna moesten we ons volledig uitkleden en achter elkaar gaan staan, zodat ze ons konden fouilleren. Toen ik niet wilde, trokken 4 politieagenten hardhandig mijn kleren uit. (…) Er waren ook vrouwelijke politieagenten. Zij deden niets, maar lachten ons uit.” 

Fridge house

Niet alleen naaktfouilleringen, maar ook het afgeven van vingerafdrukken was voor sommige agenten een moment om geweld te gebruiken. 33 procent van de gearresteerde personen weigerde zijn vingerafdrukken te geven. Ieder van hen is toen geconfronteerd met ernstig fysiek en psychologisch geweld. Vuistslagen, trappen, wapenstokken, slaap- en voedseldeprivatie, verbod op gebruik van sanitaire voorzieningen, een geboeid persoon voor enkele uren laten zitten in een pijnlijke positie en het plaatsen van personen in T-shirt of ondergoed in een erg koude cel, een zogenaamde fridge house.

Een minderjarige man uit Eritrea vertelde aan Dokters van de Wereld: “De agent schreeuwde erg hard tegen me, zodat ik ermee zou instemmen mijn vingerafdrukken te laten afnemen. Die wilde ik niet geven, dus zeiden ze me dat ik er 48 uur zou moeten blijven. Mijn armen zaten bijna al die tijd vast op mijn rug. Ze duwden me met geweld de cel in. Omdat ik geboeid was, viel ik op de grond en heb ik mijn arm bezeerd. De handboeien gingen enkel los als ik naar het toilet moest. Ik had het erg koud in de cel. Ik had ook enkel een T-shirt aan en een onderbroek, terwijl een ventilator aan stond. Toen ik om mijn kleren vroeg, weigerden ze me die te geven. Ik had ook gevraagd om mijn handen los te maken, omdat ik te veel pijn had. Maar ze antwoordden me in het Engels: ‘Keer gewoon terug naar je land. Vraag daar maar om je los te maken.’” 

Iedereen die omwille van welke reden ook in een cel belandt, heeft recht op water, sanitair en een maaltijd, zo staat in de Belgische wet, vertelt Vandevannet. Toch heeft 41 procent van de gearresteerde personen 15 uur of langer niets te eten of te drinken gekregen. Vier personen verklaarden zelfs niet gebruik te mogen maken van het toilet. Eentje vertelde dat hij zijn behoefte 48 uur in een emmer moest doen.

En ook bij de vrijlating bleef problematisch gedrag bij agenten niet uit. 40 procent van de gevallen kreeg de gsm, geld, juwelen, of documenten niet terug en ook medicatie en medisch materiaal werd niet teruggegeven. “Tussen februari en juni 2018 kwam een vijftiental patiënten de arts raadplegen in de humanitaire hub in Brussel, nadat hun geneesmiddelen – van antibiotica tot behandelingen voor chronische aandoeningen zoals epilepsie – in beslag waren genomen. Een hiv-patiënte kreeg na haar arrestatie haar tas niet terug en had bijgevolg geen medicijnen meer. Bij aankomst in de humanitaire hub moest ze met spoed in het ziekenhuis worden opgenomen”, vertelt Louisa Ven Abdelhafidh, medisch coördinator bij Dokters van de Wereld. 

Minderjarigen 

“In het bijzonder zijn we getroffen door het feit dat minderjarigen op dezelfde manier worden aangepakt als meerderjarigen en dat hun specifieke rechten als minderjarigen niet worden gerespecteerd”, benadrukt Ri de Ridder, voorzitter van Dokters van de Wereld. Bijna 1 op de 3, 27,5 procent, van de getuigen was minderjarig op het moment van de bevraging en 29 procent van het in dit onderzoek gemelde geweld werd gepleegd op hen.

“Zorgwekkend en onaanvaardbaar”, vindt Dokters van de Wereld. “Momenteel dolen duizenden onbegeleide minderjarige vluchtelingen en migranten rond in Europa. Een erg kwetsbare groep en makkelijk doelwit voor mensenhandelaars en clandestiene netwerken.” 

Volgens de wet moet een politieagent die vermoedt dat een persoon minderjarig is, meteen contact opnemen met de Dienst Voogdij. “Uit ons onderzoek blijkt dat deze beschermende maatregelen niet worden genomen. Integendeel: de minderjarigen in ons rapport worden op dezelfde – soms extreem gewelddadige – manier behandeld als volwassenen.”

Vier minderjarigen getuigden bij Dokters van de Wereld over de immense vernedering toen ze naakt gefouilleerd werden in het politiecommissariaat. Twee van hen werden met geweld gedwongen om hun ondergoed uit te trekken. Eén minderjarige werd in onderbroek en T-shirt opgesloten in een koude cel met de airconditioning aan. Twee anderen werden het slachtoffer van chantage. Ze moesten hun vingerafdrukken laten afnemen in ruil voor eten en drinken of hun vrijlating. 

Realiteit die tot hiertoe verborgen bleef 

“Dit onderzoek onthult een realiteit die tot hiertoe verborgen bleef”, stelt De Ridder, namelijk “een aanzienlijk deel van de zogenaamde transmigranten wordt in België geconfronteerd met buitensporig fysiek en psychologisch politiegeweld en 1 op de 3 van deze slachtoffers is bovendien minderjarig.” Met dit rapport wil Dokters van de Wereld de aandacht vestigen op de realiteit van politiegeweld tegen migranten en ervoor zorgen dat het migratiebeleid opnieuw ter discussie wordt gesteld.

De Ridder: “We willen dat dit geweld wordt stopgezet. Dit is niet aanvaardbaar. Dit is een ernstige inbreuk op de rechten van de mens, op de waardigheid van de mens. Er is geen enkele reden waarom geweld op een persoon gerechtvaardigd kan worden bij het nagaan van de identiteit. We vragen dat het verdrag van de Rechten van de Mens wordt gerespecteerd. Dit zal ongetwijfeld gepaard moeten gaan met een grotere inspanning op vlak van opleiding bij de politie.” 

Dokters van de Wereld heeft het rapport overgemaakt aan chefs van politiezones, burgemeesters en politiek verantwoordelijken. “Om kennis te nemen van wat er gebeurt en te erkennen dat het moet aangepakt worden”, zegt De Ridder.

“Op korte termijn vragen we dat elke vorm van politiegeweld onmiddellijk stopt en dat zij die zich aan dergelijke parktijken schuldig hebben gemaakt veroordeeld worden. Maar daarnaast is er nood aan een fundamenteel debat over het migratiebeleid. Dit geweld is symptomatisch voor en het gevolg van een migratiebeleid dat tot nu toe eenzijdig heeft ingezet op repressie en criminalisering van migranten.” 

“Politieke discours leidt tot erosie van menselijkheid van migranten” 

Met de uitkomsten van dit onderzoek richt Dokters van de Wereld zich dan ook in eerste instantie tot de beleidsmakers. Zij zijn verantwoordelijk voor wat zich op het terrein afspeelt. De Ridder: “We hopen en rekenen erop dat de voogdijministers, vicepremier Jan Jambon en de staatssecretaris Theo Francken hier met aandacht naar kijken, want het politieke discours speelt hier echt wel een rol.” De eerste reacties van Francken en Jambon tonen alleen maar hoe belangrijk het is dat dit gebeurt.

“Het is niet onze bedoeling om de politie aan de schandpaal te nagelen”, gaat De Ridder verder. “Onze bedoeling is om onder ogen te zien dat er een ernstig probleem is, dat in conflict is met de waarden van onze samenleving zijnde dat fundamentele respect voor de rechten van de mens.” 

“Niet alleen de migranten, maar ook de lokale en federale politiediensten worden al maanden onder een onhoudbare druk gezet en zijn een speelbal van een dure, zinloze en schadelijke jacht op migranten. Het politieke discours heeft langzaam maar zeker geleid tot een erosie van de menselijkheid van migranten en geleid tot een oplopende druk en gevoel van uitzichtloosheid bij de politie-eenheden op het terrein. Die realiteit heeft uiteindelijk een impact gehad op het gedrag van sommige politieagenten.” 

“Wij interpelleren de manier waarop vandaag de politieke keuzes worden gemaakt”, vult Vandevannet aan als antwoord op Jambons eerste reactie dat ze maar naar de rechtbank moeten stappen. “De politie zal ook beamen dat zij veel te veel onder druk worden gezet om de jacht te openen op transmigranten. Dat zien we bij de lokale politie. Ook vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen was dat sterk zichtbaar. Een soort ‘opkuisactie’. Maar uit respect voor het politiemetier is dat onhoudbaar om dat zo in de hand te houden. Dus het heeft duidelijk ook met politieke richtlijnen te maken.” 

“Dit gaat niet alleen over misbruik, gaat Vadevannet verder. “Dit gaat over de vraag: hoe gaan we om met die groep mensen? Er is geen enkel demografisch onderzoek naar deze groep. Het gaat over een groep van 700 tot 900, pak 1.000 mensen. Maar hoe kan dat een probleem zijn in een land met 11 miljoen mensen. De vraag is: ga je die blijven marginaliseren, ga je die blijven opjagen? Of ga je er anders mee om? Voor ons is het daarom ook een politiek probleem.” 

“Daarnaast”, stelt Vandevannet, “is deze groep zo kwetsbaar, dat die door hun opgejaagde situatie helemaal geen vertrouwen hebben in ons gerechtelijk bestand. Dus hoe kunnen we hen dan ertoe overhalen om een klacht neer te leggen?” 

De bewering van een politiebron in De Morgen dat het niet eenvoudig zou zijn om op basis van het rapport uit te maken of het gaat om ‘gelegitimeerd geweld’, weerlegt Vandevannet ook direct. “In de bevraging hebben we ook vragen opgenomen die duidelijk maken of ze het geweld in de hand hebben gewerkt. Acht van de ondervraagden hebben we vervolgens niet in rekening gebracht, omdat we twijfelden over de initiatie van het geweld. We hebben ons dus echt beperkt tot de gegevens die in het kader van de bestaande regelgeving vallen.”

Wat betreft de behandeling van minderjarigen, hoort Dokters van de Wereld van politiemensen het argument dat ze niet systematisch een botscan kunnen laten uitvoeren om te achterhalen of iemand werkelijk minderjarig is of niet. “Maar in geval van twijfel zou de Voogdijdienst van Justitie moeten kunnen optreden en daar zit volgens mij ook een probleem”, zegt Vandevannet. 

“Deze dienst werkt namelijk niet 24/7 waardoor de politie niet op ieder moment beroep kan doen op deze dienst. Dus er is sowieso een probleem bij de aanpak van minderjarigen waarbij zij met de handen in het haar zitten. En door fout gedrag van sommige politiemensen wordt het alleen maar erger. Want omgaan met minderjarigen die volgens de wetgeving beschermd zouden moeten worden, maar waar de verantwoordelijke dienst niet voldoende werkzaam is, zorgt ervoor dat er een druk op politiemensen wordt gelegd. De vraag is hier ook: waarom worden zij opgejaagd? En dat is weer een politieke verantwoordelijkheid. Wij zijn ervan overtuigd dat het een kettingreactie is op het politieke beleid dat gevoerd wordt.” 

Hoop op Comité P

Belangrijk om te benadrukken is dat het hier niet enkel om de Brusselse politie gaat. Vandevannet: “Wij hebben in Brussel de enquêtes gedaan, maar de getuigenissen gaan over misbruik door politie zowel in het noorden als het zuiden van het land. Ook zijn we ervan overtuigd dat één rotte appel soms een heel corps in verlegenheid kan brengen, dus we gaan hier zeker niet veralgemenen.” Maar het zijn systematisch terugkerende getuigenissen en daarom moet het probleem volgens Dokters van de Wereld op structureel niveau worden aangepakt.

Op de eerste plaats hoopt Dokters van de Wereld daarom alsnog op een signaal van minister Jambon over wat hij gaat doen met dit rapport en of hij actie gaat ondernemen. “Daarnaast rekenen we zeker en vast op het parlement en dat parlementairen vragen gaan stellen hieromtrent”, zegt De Ridder. “En we hopen dat Comité P – die een toezichtonderzoek doet naar de controle en opsluiting van transmigranten door de politie – ten aanzien van ons onderzoek ook deze problematiek bekijkt, ook vertrekkend vanuit de gegevens die wij hebben. Wij hebben rechtstreekse getuigenissen van de migranten, hetgeen zij kunnen aanvullen met getuigenissen van de politie. We hopen dat zij in hun aanbevelingen naar het parlement ook op deze problematiek de nadruk gaan leggen.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!