Interview -

Peter Mertens: “Mensen wakker schudden en organiseren, dat gaan we nooit verloochenen”

In de laatste rechte lijn naar 14 oktober ging DeWereldMorgen.be langs bij enkele partijvoorzitters om het te hebben over hoe zij de stad van de toekomst willen vormgeven. Geen kort en vluchtig interview, maar een poging om voorbij de slogans te gaan.

vrijdag 5 oktober 2018 15:18
Spread the love

Nu de peilingen uitwijzen dat PVDA voor het eerst verkozenen kan krijgen in tal van grote en middelgrote steden, zou het raar zijn mocht Peter Mertens op 14 oktober niet de handen in de lucht kunnen steken. Mertens is opvallend relaxed tijdens het interview. Dat de campagne door N-VA hard en vuil gespeeld wordt, verbaast hem ook niet.

“Ik heb het gevoel dat de strijd rond de inzet van de verkiezingen nog niet gestreden is. De rechterzijde – N-VA en VB, zeg maar de Vlaamse alt-right – stuurt het debat richting veiligheid, identiteit, vluchtelingen en de war on drugs. De actiegroepen zoals Ringland en Ademloos en Café Filtré proberen terecht dat te doorbreken door gezonde lucht en mobiliteit op de agenda te zetten. De media probeert die strijd vooral te koppelen aan Groen, terwijl alle linkse partijen dat mee op de agenda zetten. Als het over de sociale thema’s gaat zoals wonen, armoede en de pensioenen, komen wij in beeld. Vanuit helikopterperspectief zijn er dus drie thema’s die geclaimd worden door drie partijen. Dat correspondeert met wat wij aanvoelen bij de huis-aan-huisbezoeken. Het ligt nog niet vast wat het thema van de verkiezingen zal zijn. Wij komen heel wat mensen tegen die vorige keer op N-VA stemden, maar die nu afhaken. Ik vind het interessant om te zien dat de meeste van die mensen hun probleem als sociaal definiëren. ‘De Wever heeft just niets veranderd’ of ‘het zijn allemaal zakkenvullers terwijl wij 2000 euro moeten ophoesten voor een kamer in een rusthuis van het OCMW’. Een deel van hen beslist om deze keer op ons te stemmen. Een ander deel keert wegens het racisme terug naar het Vlaams Belang. Maar ook die laatste groep heeft het opvallend vaak over hun sociaal-economische problemen. Afhankelijk van of die mensen naar boven schoppen of naar onder komen ze bij de PVDA terecht of bij het Vlaams Belang.”

Volgens u gaat N-VA stemmen verliezen?

“[Het interview werd afgenomen vóór de peilingen uitkwamen, nvdr] N-VA zal zo’n 6 procent verliezen. 3,5 daarvan gaat naar VB en 2,5 naar ons, zo schat ik. Volgens mij gaat N-VA elders wel nog stemmen winnen. Het kan zijn dat we aan de andere kant ook wat verliezen. De meeste mensen die wij tegenkomen, hebben een degout van de traditionele politiek en dat vind ik eigenlijk begrijpelijk. Ons plaatsen ze daar niet bij. ‘Jullie zijn tenminste eerlijk’, is wat we het vaakst horen. Ik kan mij voorstellen dat iemand als Kris Peeters wel eens andere reacties hoort als hij over de markt loopt.”

Peeters zal ook wel af en toe slikken als hij de krant openslaat. De manier waarop hij aangepakt wordt, is redelijk ongezien.

“Ik schrik eigenlijk nog het meest dat journalisten daar verbaasd over zijn. In mijn ogen is die breuk met een – zeg maar – normale manier van aan politiek doen er gekomen in 2013. Vanaf de eerste dag van deze coalitie in Antwerpen kregen we een politiek op anabole steroïden: het afblaffen van tegenstanders, het gescheld, Bart De Wever die als voorzitter van de raad zucht en steunt en ostentatief verveeld op zijn gsm tokkelt. En altijd op de man spelen. Of liever op de vrouw. De manier waarop hij Mie Branders, Meyrem Almaci en Yasmine Kherbache afblafte en intimideerde, is ongezien. Nu past hij die tactiek ook toe op Kris Peeters, de vice-premier van zijn eigen regering. Dat is een beetje nieuw, ja. Ik heb zelf een heel mooi compliment gekregen van een oudere man: ‘mijnheer Mertens, ik ben het niet eens met u, maar u hebt wel fatsoen en bij u gaat het altijd over inhoud’. Dat klopt.”

N-VA heeft nu toch een versnelling hoger geschakeld.

“Vlak na de vorige gemeenteraadsverkiezingen mochten wij voor de vorm ook eens langskomen bij De Wever. Hij oreerde toen tegen ons: je kan de stad besturen op twee manieren, als de burgervader boven het gewoel of zoals in Orange in Frankrijk. Die uitspraak viel mij toen keihard op. Ik ben opgegroeid tijdens de antifascistische acties van de jaren 90. Orange was de eerste grote stad waar het extreemrechtse Front National aan de macht kwam. Vanaf dag één was het dus zonneklaar dat dit zijn strategie zou worden. Bullying tegen de Berbers, tegen heel Borgerhout, tegen de jongeren, tegen de sociaal werkers, tegen de PVDA. Hij denkt: als ik 40 procent van de kiezers tevreden hou, maakt het totaal niet uit dat die andere 60 procent mij haat. Hij trekt dat nu door in de kiescampagne met als enige doel deze coalitie verder te zetten.”

Dat zal toch moeilijk gaan als hij ook nog eens zijn coalitiepartners schoffeert.

“Ach, de CD&V kust de voeten van iedereen die hen enkele bestuursmandaten aanbiedt. Dat zit er blijkbaar diep in bij hen. Geef aan de keizer wat de keizer toekomt. Zo cynisch zijn politici wel. Als ze opnieuw een speeltuin krijgen, zijn ze content. Er is in Antwerpen ook nooit een coalitie geweest. Er was N-VA die alles besliste en daarnaast waren er twee andere partijen die elk een speeltuin kregen. Hij wil ook geen evenwaardige partners. Als hij de ruggengraat van CD&V kan breken, is dat straks mooi meegenomen. Dan krijgt hij de volgende keer een lappenpop. Dat is trouwens ook de reden van die afgezaagde debatfiches over de vermaledijde PVDA. Daarmee zet hij Peeters en Beke klem. Als zij met ons weigeren in zee te gaan, kunnen ze nog enkel bij N-VA terecht. Puur strategie en ze lopen er gewoon in.”

Maar de peilingen wijzen toch op een mogelijke blokkering. Het wordt moeilijk een coalitie te vormen zonder PVDA én zonder N-VA en het VB.

“We zullen zien hoe heet de soep gegeten wordt. Wij voeren een inhoudelijke campagne. We hebben een vraaggesprek van 20 minuten gevoerd met 9000 Antwerpenaren. Daaruit kwamen drie thema’s naar voren: armoede, wonen en mobiliteit. We hebben op basis daarvan 499 concrete voorstellen geformuleerd. Waar we de kans krijgen om ze uit te leggen, slaan die aan. We zien dat andere partijen die thema’s ondertussen ook overnemen. CD&V is nu ook plots voor sociale woningen of voor openbaar vervoer naar de haven. Armoede wil nu iedere partij bestrijden. Thema’s waar wij al zes jaar op hameren in én buiten de gemeenteraad. Mooi zo, de motor zijn op links is precies onze bedoeling.”

De manier waarop u aan politiek doet – met acties, met het betrekken van de bevolking – staat wel haaks op beleid voeren. Dan zal u verantwoordelijkheid moeten nemen en keuzes maken.

“Het is net de uitdaging om die rol door te trekken naar een visie op stedelijk niveau. Landen als Spanje, Frankrijk en Italië hebben een lange traditie van marxistische burgemeesters. De belangrijkste les is dat als ze dat model van actieve democratie loslaten ze dan worden als alle andere partijen. Ik geloof heel sterk in het model dat burgemeester Ada Colau toepast in Barcelona. Ik ken ook de beperktheden van dat model. Sommigen beweren dat je de wereld kan veranderen in een stad, maar dat is larie en apekool. De energiemultinationals en de banken kan je op dat niveau niet aanpakken. Op alle politieke niveaus bots je altijd weer op de problematiek van het kapitalisme en de winsthonger. Maar in een stad kan je wel een aantal radicale democratische principes doorvoeren.”

Oorverdovende eensgezindheid

Volgens u voeren zowel Gent als Antwerpen of Mechelen een beleid van city marketing. Er is toch een enorm verschil tussen de manier waarop Antwerpen en Gent bestuurd worden?

“Er is een oorverdovende eensgezindheid rond de ontwikkeling van steden in heel Europa. Antwerpen is daar gewoon het meest extreme voorbeeld van. Volgens De Wever bestaat een stad uit vier b’s: bewoners, bezoekers, brains en bedrijven. Hij voegt er openlijk en arrogant aan toe: wij willen in Antwerpen brains, bedrijven en bezoekers aantrekken. Dat zou volgens De Wever moeten leiden tot een zogenaamde geographic profit fall. Dat is het geografisch equivalent van de trickle down theory. Simpel gezegd: als je veel geld aantrekt naar je stad, dan zal dat beter zijn voor de hele stad. Maar, dat klopt natuurlijk niet. Veel geld aantrekken, daar is op zich niks tegen. Maar als je niet investeert in een stad voor de minder kapitaalkrachtigen, maak je de sociale tweedeling in de stad alleen maar groter. Het is waanzin om te denken dat je door geld aan te trekken alles kan oplossen. Integendeel, zo creëer je een stad voor de happy few.”

“Als je gewoon de sleutels van de stadsontwikkeling aan de grote private spelers geeft dan ontwikkelen die naar hun eigen normen en standaarden. Kijk naar het Nieuwe Zuid in Antwerpen, dat is volledig gericht op de betere verdieners. Op het Eilandje heeft dat proces zich al voltrokken. Daar vind je bijna niemand van de oude bewoners nog terug. De gewone mensen die worden gewoon uit die buurten geprijsd.”

Hoe kan je dat proces tegengaan?

“De sleutel om het anders aan te pakken is de woningmarkt. Als je de verplichting creëert dat er bij iedere nieuw project één derde sociale woningen moeten zijn en één derde betaalbare woningen, dan kun je een dergelijk proces een halt toeroepen. En de gronden moeten ook in eigendom van de stad blijven. Wij hebben dus niks tegen betere verdieners, maar je moet wel je woningmarkt goed regelen. Als je dat niet doet, krijg je getto’s van rijken en worden de armere bewoners weggeduwd uit de stad.”

En dat is realistisch?

“Bob Cools slaagde er indertijd wel in om achter het Antwerpse stadhuis een hele hoop sociale woningen te realiseren. En dat op een zeer centrale en aantrekkelijke plaats. Daar wonen nog altijd mensen met een bescheiden inkomen of gepensioneerden. Het is dus perfect mogelijk om in het centrum van de stad sociale woningen te hebben en een sociale mix te creëren. Maar als je daar niet op inzet en als je dat afbouwt dan worden die mensen naar de rand van de stad verdreven. Tegenstanders verwijten ons wel eens dat we enkel sociale woningen willen en dat we getto’s zouden willen creëren. Maar daar zijn we net tegen. Wij willen geen stad zoals Parijs waar de rijken in het centrum wonen en de armen in de rand. Dat werkt niet. Je moet gaan voor die mix.”

Hoe ziet die mix er dan precies uit?

“Je moet inzetten op leefbare wijken. Een leefbare wijk dat is een wijk waarin een school is, een ziekenhuis, een bibliotheek, sportinfrastructuur, groen, wijkgezondheidscentra, een buurthuis, speeltuinen. Je zou eigenlijk moeten evolueren naar een geheel aan kleine dorpjes in de stad waarin mensen elkaar kennen. Dat is gewoon beter voor iedereen. Het is ook veiliger omdat je meer sociale controle hebt.”

“Je ziet trouwens dat zo’n concept van wijken leidt tot minder racisme en een meer open houding ten aanzien van vluchtelingen. Als je een wijk hebt waarin er voldoende sociale voorzieningen zijn, dan is de afgunst minder. Racisme is deels het gevolg van concurrentie rond schaarste en als je die concurrentie kunt verminderen neem je ook een deel van de voedingsbodem voor racisme weg. De sfeer in Wenen is veel toleranter en verdraagzamer omdat die stad ook meer op mensenmaat is ingericht.”

Maar zullen die leefbare wijken niet onvermijdelijk opnieuw tot gentrificatie leiden?

“Inderdaad, hoe leefbaarder een stad wordt, hoe groter ook de potentie om winst te maken. Daar komen dus speculanten en investeerders op af. Hoe hou je die tegen? Door maximum huurprijzen op de private markt, wooncontroles, genoeg sociale woningen. In een stad als Wenen lukt dat dus. Wenen is al drie keer uitgeroepen tot beste woonstad van Europa.”

“Investeringen verdomme”

Groen is voor een goedkoop en toegankelijk openbaar vervoer en wil het voor sommige groepen ook gratis maken. Hoe zit dat bij jullie?

“Wij pleiten voor gratis openbaar vervoer. In de 56 steden in Europa die het nu doen, zie je dat de deelname aan het openbaar vervoer sterk toeneemt. De basismobiliteit van de mensen vergroot en de mobiliteitsarmoede neemt af. Er komen meer mensen naar het centrum van de stad waardoor de lokale economie groeit. Gratis openbaar vervoer is dus economische gezien een win-win situatie. Het is een investering natuurlijk, maar één die opbrengt.”

“Mijn schoonvader heeft een klein pensioen van 800 euro per maand. Hij woont op linkeroever. Vroeger pakte hij gewoon de tram om naar zijn stamcafé in de stad te gaan. Maar tegenwoordig moet hij daarop besparen. Voor mensen die veel verdienen kan dat raar lijken, maar de prijs voor de trein of van een tramrit is voor veel mensen wel degelijk een drempel. Door de het gratis openbaar vervoer voor 65plussers af te schaffen, werden heel wat mensen in de vervoersarmoede geduwd. En dan komen diezelfde paljassen nog eens zeggen dat ze campagne willen voeren tegen eenzaamheid terwijl dit soort beleid net de eenzaamheid vergroot.”

“Maar, en dit wil ik er toch echt aan toevoegen, Antwerpen zit met een zeer specifieke situatie. Enkel gratis openbaar vervoer zal hier het probleem niet oplossen. Daarvoor is de knoeiboel van Kennis, Weyts en Descheemaeker veel te groot.”

En wat lost die knoeiboel dan wel op?

“Investeringen verdomme. Dat men nu het plan heeft liggen bij de Vlaamse regering om nog eens voor 117 miljoen te besparen bij De Lijn, dat is toch ongehoord. De trams rijden op dit moment gemiddeld aan twaalf kilometer per uur in Antwerpen. De paardentram van honderd jaar geleden reed sneller. Ik vind de afkeer van N-VA van openbaar vervoer, en dus ook van een ecologische toekomst, enorm.”

Ook de afkeer om racisme te benoemen en aan te pakken lijkt nog steeds betrekkelijk groot bij het stadsbestuur.

“Het bestuursakkoord van de stad Antwerpen telt 1400 pagina’s, daar komt niet eenmaal het woord racisme in voor. Een half jaar na het tot stand komen van dat bestuursakkoord komt Homans, die toen nog schepen was, aanzetten met haar uitspraak dat racisme relatief is. Nog eens zes maanden later zegt De Wever dat de Berbers het probleem zijn in Antwerpen. Nog eens zes maanden later wordt Borgerhout helemaal gecriminaliseerd. En dat is zo maar blijven doorgaan. Het Antwerps stadsbestuur heeft altijd een vrijgeleide gecreëerd voor racisme. En dat geldt eigenlijk ook voor de regeringen op hogere niveaus.”

“De resultaten zijn er naar. De cijfers die nu onlangs werden bekend gemaakt rond discriminatie op de huurmarkt tonen aan dat vier op de tien mensen met een migratieachtergrond geen woning vinden, puur omwille van hun naam. Dat is onvoorstelbaar. En wat is het antwoord van N-VA? ‘Praktijktesten lossen het probleem van het racisme niet op’, zeggen die. Dat is natuurlijk een totaal sofisme. Niemand beweert dat racisme zal opgelost worden met praktijktesten, maar het lost wel het probleem op van discriminatie op de huurmarkt. Dat de racistische immobiliënmakelaar niet meteen overtuigd is van die testen, ja dat zal wel zijn. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling van praktijktesten.”

Niet met het vingertje zwaaien

Uw partij gaat er prat op dat ze stemmen weet te heroveren op het Vlaams Belang. Maar dat betekent ook dat je die kiezers moet tegemoet treden. Leidt dat niet tot het soort ongemakkelijk spreidstand waar bijvoorbeeld ook sp.a in terechtgekomen is: antiracisme prediken maar er ook strategisch over zwijgen indien nodig?

“Ik denk dat iedereen weet dat wij een antiracistische partij zijn. Dat is historisch zo en mensen die voor ons stemmen weten dat omdat we er ook heel duidelijk over communiceren. We weten heel goed dat we met ons openlijke antiracisme een deel van onze achterban mogelijk afstoten. Maar voor ons is antiracisme een principieel punt waar niet op af te dingen valt. Het neemt niet weg dat we de mensen die ons niet meteen volgen in ons antiracisme wel steeds proberen te betrekken.”

Hoe doe je dat?

“Wat keihard marcheert, is mensen met verschillende achtergronden in contact brengen met elkaar, ze laten babbelen. Als mensen elkaar ontmoeten in sociale actie dan zie je dat vooroordelen verdwijnen op het moment dat er samen gevochten wordt voor een gemeenschappelijk doel. Er zijn dus praktijktesten nodig, discriminatie moet hard aangepakt worden, er moet sensibilisering en representativiteit zijn. Allemaal juist. Maar wat ook zeer belangrijk is, is om op de werkvloer en in de wijken ervoor te zorgen dat mensen kunnen strijden voor een gemeenschappelijk doel zodat ze het wantrouwen ten opzichte van elkaar kunnen overstijgen.”

“Het is ook belangrijk dat we niet met een vermanende vinger wijzen naar de mensen die racistische vooroordelen koesteren. Met de PVDA gaan wij nooit de moral high ground innemen. Wij luisteren naar de mensen. Want er bestaat een heel groot verschil tussen de professionele haatspuiers zoals Theo Francken of Filip De Winter en gewone mensen. Veel mensen hebben het gewoon moeilijk en die schreeuwen hun onmacht uit. Jammer genoeg schreeuwen ze soms in de verkeerde richting. Naar de mensen naast of onder hen, en niet naar de mensen die de touwtjes in handen hebben. Maar het is niet omdat die mensen valse oplossingen hebben dat we hun reële problemen moeten negeren. Antiracisme moet met de voeten op de grond staan en niet pedant zijn of met het belerende vingertje staan zwaaien.”

We zien wel dat sommige linkse partijen steeds vaker bij rechts aanleunen als het om migratie gaat. Dat is het geval met bijvoorbeeld Sahra Wagenknecht in Duitsland. Kriebelt het ook niet bij jullie?

“Nogmaals, wij hebben intern beslist dat we antiracistisch zijn en dat we dat willen blijven. Wij kunnen tactisch zijn rond veel zaken, maar rond principes niet, of dat nu gaat over sociale standpunten of over antiracisme. Het is te nemen of te laten bij ons. Het combineren van een sociale politiek met een vorm van nationalisme is wat ons betreft heel gevaarlijk. Ik heb heel veel respect voor Sahra Wagenknecht en ik heb er ook mee gesproken in de voorbereiding van mijn boek Hoe durven ze. Op sociaal-economisch vlak neemt ze heel correcte standpunten in. Ze behoort eigenlijk tot de linkervleugel van Die Linke. Maar als je dat gaat combineren met een nationalistisch verhaal van Duitsland voor de Duitsers dan ben je een heel gevaarlijke cocktail aan het brouwen. Het is zeker niet onze aanpak.”

Jullie zijn een relatief jonge partij die groeiend is. Wat zijn de ambities voor de komende verkiezingen?

“Wij hebben nu vijftig mandatarissen in gemeenteraden in Wallonië, Vlaanderen en Brussel, we willen dat opvoeren tot 150 mandatarissen. We willen dus voor het eerst in Gent, Verviers, Turnhout, Hoei, Namen, Doornik en Brussel-stad verkozenen halen. In Gent, Leuven, Mechelen en Hasselt zitten we ook nog niet in de gemeenteraad. Daar willen we ook doorbreken.”

“In Vlaanderen is het de bedoeling om in de provincie Antwerpen in 2019 de sprong te kunnen maken naar het federaal en Vlaams parlement. Vorige keer hebben we dat net gemist. Dat lag niet zozeer aan de stad Antwerpen, maar wel aan het feit dat we in steden als Boom of Turnhout te weinig voet aan de grond hadden. Dat hebben we proberen te keren de voorbije jaren, en ik denk dat het deze keer zal lukken.”

Straat-raad-straat

Zeker in Franstalig België ogen de peilingen veelbelovend. Levert dat geen groeipijnen op?

“In Wallonië zijn we op een bepaald moment heel hard ‘overpeild’ geweest. Dat was bijzonder negatief. Gelukkig was er in het middenkader van de partij een reflex om niet op die peiling af te gaan. We zijn met onze voeten op de grond gebleven omdat we wisten dat het niet correspondeerde met onze reële inplanting. Onze electorale groei moet onze organisatorische inplanting in de volkswijken en de werkvloeren weerspiegelen. We zijn ook heel streng geweest in het vastleggen van criteria om te kunnen opkomen.”

Wat zijn die criteria?

“De afdelingen moeten minstens één jaar werken, waardoor we sowieso al in heel veel plaatsen niet kunnen opkomen. Je moet ook vorming volgen en weten waar de PVDA voor staat. We willen niet dat mensen ons volgen zoals je het laatste modefenomeen volgt. In Franstalig België waren er volledige afdelingen van de PS die plots naar ons wilden komen, maar dat hebben we niet toegestaan. Veel mensen vonden dat heel raar, maar het is gewoon omdat we niet op een te snelle manier willen te werk gaan. Ik denk zelf dat dat verstandig is, zeker op de iets langere termijn.”

Dreigen jullie door het electorale succes niet een politieke partij zoals vele andere te worden? Hoe vermijd je volledig meegezogen te worden in het klassieke politieke spel?

“Ons principe blijft straat-raad-straat. Wij maken de beweging vanuit de werkvloeren en de wijken naar het politieke niveau en koppelen vervolgens terug. Maar de basis blijft de straat en de werkvloer. In onze statuten staat heel duidelijk: wij zijn een partij die het niet zal oplossen voor jou, wij zullen het samen moeten oplossen door te sensibiliseren, te organiseren en te mobiliseren. Onze bedoeling is om mensen wakker te schudden, ze te organiseren. Dat moet onze cultuur blijven. Als we daarvan afstappen, dan worden we een klassieke, reformistische partij. En dat willen we dus niet.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!