Bart Buysse, directeur van Verbond van Belgische Ondernemingen.
Opinie, Economie, Politiek, België -

Beste werkgevers, wat met een performant werkbeleid?

Maandag 1 oktober stopte Bart Buysse als directeur van het Verbond van Belgische Ondernemingen. In zijn afscheidsbetoog vat hij naar eigen zeggen de rode draad samen van de boodschap die het VBO de afgelopen jaren uitdroeg en ook na zijn vertrek moet uitdragen: verhoog het activeringsbeleid van werkzoekenden, verlaag de werkloosheid en schaf de uitkeringen af in de tijd. Deze missie is helaas alleen rationeel te noemen vanuit de winstoptiek van de aandeelhouders. Blijkbaar valt er vooral winst te halen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

dinsdag 2 oktober 2018 09:27
Spread the love

De schrik zit er goed in bij de patroons. In tijden van economische groei, spectaculaire stijging van de winstmarges en dalende werkloosheid mag je volgens de logica van de klassieke economie een loonsverhoging verwachten. Zo kunnen de werkende mensen ook meegenieten van de meerwaarde die ze realiseerden. Maar die loonsverhoging vereist strijd. In de VS bijvoorbeeld, waar vakbonden zwak staan, zien we onder dezelfde omstandigheden de lonen zelfs dalen: nog meer flexwerkende armen als reserveleger voor de arbeidsmarkt.

Het betoog van Buysse illustreert treffend hoe het VBO als drukkingsgroep kiest voor de strijd via een perceptiecampagne in de media. Lage werkloosheidscijfers? Leid de aandacht af door de vacaturegraad te problematiseren: heel wat vacatures geraken niet ingevuld en dat zou de economische groei (lees: de winsten) in gevaar brengen! Het VBO zoekt de oplossing in een performant werkloosheidsbeleid: minder werkloosheidsverzekering, nog meer activering van werkzoekenden door de overheid. De jacht op werklozen, zeg maar.

Lagelonenpolitiek

Buysse betreurt het zelfs dat er in ons land ‘nauwelijks degressiviteit voor de laagste uitkeringen’ bestaat. Nochtans, mensen die onder de armoedegrens zakken, vinden nog moeilijker werk bijvoorbeeld vanwege geen geld voor vervoer, opleidingen of opvang voor de kinderen.

De uitkeringen voor langdurig werklozen liggen in ons land nu al 10 procent (voor alleenstaanden) tot 30 procent (voor samenwonenden) onder de Europese armoedegrens. Voor hen is ondanks alle vereiste flex vooral de wanhoop een constante. Het cultiveren van die wanhoop rendeert weliswaar, als offercultus voor een lagelonenpolitiek.

Werkbeleid

145.000 oningevulde vacatures, dat is het hoofdargument van de werkgevers. Maar ook als al die knelpuntberoepen ingevuld raken, blijven er met de 355.000 werkzoekenden in ons land nog ruim 200.000 mensen zonder job over. Niet de vacatures, maar het algemene tekort aan banen blijft het grootste probleem. Daar is een werkbeleid voor nodig, eerder dan werkloosheidsbeleid.

De vraag die VBO weigert door te denken is waarom die vacatures eigenlijk niet ingevuld geraken. Dat komt – afgezien van de slechte kwaliteit van heel wat van de aangeboden jobs inzake uren, loon, stress, enzovoort – omdat werkgevers verwachten dat personeel tegen de aangeboden condities kant en klaar met de nodige opleidingsvereisten én ervaring aan de deur beschikbaar staan. Lukt dat niet, dan kan je natuurlijk ook het loon aantrekkelijker maken en zelf investeren in opleidingen.

Of vraag de overheid om meer werk te maken van beter onderwijs. Voor sommige beroepen, zoals dokters en ingenieurs, is er inderdaad een tekort aan geschoolde werkkrachten. Toch blijft de regering vasthouden aan de numerus clausus, ingangsexamens en een verhoging van het inschrijvingsgeld.

Meer working poor?

Het VBO vraagt precies het tegenovergestelde aan het beleid: zorg er voor dat werkzoekenden niet anders kunnen dan slecht betaald en stressvol werk aannemen – callcenters is een van de grootste knelpuntberoepen dat vanwege de onhoudbaarheid van de job voor 70 procent uit interim bestaat. Dwing mensen jobs te aanvaarden die onder hun competenties liggen.

Werkgevers willen ook meer activering, wat in veel gevallen neerkomt op een verdoken subsidiebeleid met gratis werkkrachten. In sommige bedrijven wordt elke nieuwe medewerker de eerste drie maanden als geactiveerde door de overheid betaald. Trouwens, vorig jaar geraakte 93 procent van de 228.000 openstaande vacatures in Vlaanderen na verloop van tijd ook effectief ingevuld – dikwijls pas nadat werkgevers hun aanwervingseisen hadden bijgesteld.

‘Er zijn amper 5 procent working poor in België tegenover gemiddeld bijna 10 procent in Europa’, merkt VBO-baas Buysse tussendoor in zijn betoog op. Bedoelt hij daarmee dat wij nog groeimarge hebben en Griekse toestanden als rolmodel kunnen nemen? De werkloosheid bij de Griekse jongeren bedraagt 40 procent. Hun uitkering afnemen, voor zover die nog bestaan, verandert daar vrijwel niets aan.

Zelfs als je onze werkloosheidsuitkeringen met de helft (!) zou verlagen, dan nog verhoog je de tewerkstellingskansen maar met een half procent, blijkt uit recent onderzoek. Dat is ook logisch. Want het is niet omdat je mensen hun inkomen afneemt dat je hen meer kansen geeft op de arbeidsmarkt. Ook: zieken armer maken gaat hen niet sneller doen genezen om werk te kunnen zoeken. En zullen Mohammed en Fatima plots wél aangenomen worden door discriminerende uitzendkantoren als we hun uitkering knippen?

Dealen in armoede

Voor de patroons gaat de arbeidsdeal van deze regering, die al vergaande maatregelen nam om de werkgevers tegemoet te komen in naam van de flexibiliteit, nog niet ver genoeg. Ze willen vooral de redelijke vraag naar hogere lonen vermijden. Daarom worden werkende mensen tegen elkaar opgezet. Ook zieken, minder validen, gepensioneerden en studenten moeten nu de arbeidsreserve op de jobmarkt vervoegen tot er terug een comfortabel hoge werkloosheidsgraad voor de werkgevers is.

Jobs, jobs, jobs? Laten we niet vergeten dat de kost voor de taxshift voor de belastingbetaler kan oplopen tot een niet gedekte factuur van 7,5 miljard euro aan voordelen voor de werkgevers. Dat komt neer op 80.000 euro per job, in de veronderstelling dat de geschatte jobs ook worden gerealiseerd. Met dat geld kan je als overheid gegarandeerd evenveel mensen aannemen in de publieke dienstverlening en daarbovenop investeren in een sociaal-ecologische samenleving.

Baas Buysse spreekt in zijn betoog graag in termen van ‘rechten en plichten’, van ‘collectieve maar ook van eigen verantwoordelijkheid, als evenwichten die we moeten bewaren als we ons systeem duurzaam willen houden.’ Dat evenwicht is inderdaad zoek, met nog meer sociale achteruitgang tot gevolg, met arbeidsomstandigheden die voor almaar meer mensen steeds ondraaglijker worden.

Menselijke grondstof

Want de nieuw gecreëerde jobs zijn dikwijls burn-outjobs, voor tijdelijke werkkrachten, op de bodem van de arbeidsmarkt. Socioloog Herman Loos omschreef dat treffend op basis van eigen ervaringen in zijn Menselijke grondstof (2018):

Je bent letterlijk human resource, menselijke grondstof. Je bent een schroef die even aangedraaid moet worden, een bezemwagen die even over de vloer passeert en dan naar een ander bedrijf verhuist. Het mag geen wonder heten dat mensen in tijdelijke contracten na verloop van tijd wanhopig worden. En dat lijkt de bedoeling, want wanhoop doet werken tegen de minst wenselijke en de minst menselijke voorwaarden, de voorwaarden die concurrentieel zijn. Pleiten voor meer flexibiliteit is pleiten tegen de mens.”

Kortom, het is niet zomaar dat vakbonden steeds opnieuw actie moeten voeren. Het is, beste VBO en bevriende beleidsvoerders, echt niet ok om mensen schrik aan te jagen, ook die met een vaste job, zodat ze uit angst voor armoede geen betere lonen en arbeidsomstandigheden durven eisen. De regering mag vanwege haar houd-de-lonen-laag-politiek die de arbeidsdeal is, terecht een electorale afstraffing vrezen.

 

Robrecht Vanderbeeken, verantwoordelijke cultuurwerkers, ACOD cultuur.

take down
the paywall
steun ons nu!