Zoon Ali (14) in Sint-Joris-Weert. Bron: Waldo Dekeyser
Nieuws, Samenleving, Politiek, België - Waldo Dekeyser

Dorp Sint-Joris-Weert eist dat uitgewezen vader Aziz en zoon Ali uit Afghanistan mogen blijven

Wij begeleiden in ons dorp, Sint-Joris-Weert, twee Afghaanse vluchtelingen, Ali (14) en Aziz (37). Vorige week kregen ze het bericht dat ze definitief worden uitgewezen. Helemaal uitgeprocedeerd, het ziet er hopeloos uit. We kennen hen nu al bijna drie jaar en heel wat dorpsgenoten kunnen dit niet geloven: Aziz en Ali doorlopen namelijk een vlekkeloos "integratieparcours". Alle rechtsmiddelen zijn uitgeput, binnen dertig dagen moeten ze het land uit, maar we willen toch hun verhaal vertellen. Dat is het minste wat we kunnen doen.

vrijdag 28 september 2018 14:42
Spread the love

Aziz Heidari (37) en zijn zoon Ali Heidari (14) wonen nu al bijna drie jaar in Sint-Joris-Weert. Aziz is een Hazara, geboren in Afghanistan. Op zijn dertiende vlucht hij met zijn familie naar Iran, uit schrik voor de Taliban, die zijn vader hebben vermoord. In Iran leert hij zijn vrouw kennen, ook een Afghaanse, en ze krijgen twee kinderen, Ali en Sara. De kinderen zijn nog nooit in Afghanistan geweest, ze leven al hun hele leven in ballingschap in Iran. Zonder enige burgerrechten. 

In oktober 2015, in volle vluchtelingencrisis, belanden Ali en Aziz in België na een vlucht uit Iran. Tijdens hun vlucht worden ze aan de Turkse grens gescheiden van vrouw en dochter tijdens een gewelddadig politieoptreden. Vrouw en dochter moeten terugkeren naar Iran, Ali en Aziz trekken verder.

Aziz en Ali krijgen een woonst toegewezen in Sint-Joris-Weert en dienen een asielaanvraag in. Ali belandt in de lagere school van Sint-Joris-Weert, in het zesde leerjaar. Enkele ouders van zijn klasgenoten, onder wie ondergetekende, willen Ali en zijn vader helpen.

Ali wordt lid van de scouts, de basketclub en de voetbalclub. Nu zit hij al in het tweede middelbaar, in een ASO-richting, hij doet het goed. Aziz, zijn vader, volgt ook Nederlandse les. Hij vindt een job in de lokale Delhaize (waarbij hij ook belastingen betaalt zoals iedereen) en behaalt zijn rijbewijs. Hij past zich hier uiterst soepel aan.

In maart 2018 komt het eerste negatieve verdict op hun asielaanvraag. Daartegen gaat hij in beroep. Tijdens de zomer stelt de advocaat voor om ook al met een regularisatieprocedure te beginnen, omdat hij hier nu toch al bijna drie jaar woont. Zo heeft hij nog een extra kans mocht het beroep negatief zijn. Zijn dossier bevat getuigenissen van dorpsbewoners, inclusief de school, de bakker, de Delhaize, de scouts, de plaatselijke politici, de voetbalclub, het OCMW … Het is een sterk en hartverwarmend dossier.

Begin september krijgt hij te horen dat zijn beroep wordt verworpen. Enkele weken later volgt het nieuws dat ook zijn asielaanvraag om humanitaire redenen (zijn regularisatiedossier dus) negatief wordt beoordeeld. Zijn laatste kans. 

De argumenten die aangehaald worden om zijn verblijf hier te weigeren zijn ronduit absurd. Het feit dat hij hier werk heeft gevonden, toont volgens Dienst Vreemdelingenzaken aan dat hij een plantrekker is en dat hij dus in Afghanistan, waar hij al meer dan twintig jaar niet meer heeft gewoond, ook wel zijn weg zal vinden.

Letterlijk alles wordt tegen hem gebruikt. Zo kun je nooit winnen. Niets van de noodzaak tot bescherming wordt geloofd. Integendeel, hij wordt van de allereerste letter beschouwd als een potentiële crimineel.

Niets van zijn inzet en verwezenlijkingen worden gewaardeerd. Terwijl dat door politici wel steeds benoemd wordt als de sleutel om tot onze Belgische gemeenschap te mogen horen. 

Ondertussen vertellen Amnesty International en Unicef dat Afghanistan onveilig is. Buitenlandse Zaken raadt alle reizen naar Afghanistan ten zeerste af, “de veiligheidssituatie in Afghanistan is uiterst problematisch … Niet alleen buitenlanders maar ook burgers vormen een doelwit”, staat er op hun website.

Kortom, we kunnen dit niet zomaar laten voorbijgaan en willen aan de rest van het land laten weten dat we dit een volstrekt inhumaan asielbeleid vinden. Alle hulp hierbij is welkom.

 

Volg dit verhaal en meer informatie via https://www.facebook.com/Hoop.voor.Ali.Aziz

Getuigenis #1 van een dorpsbewoner

“Aziz Heidari vluchtte op 13-jarige leeftijd met zijn ouders en mentaal gehandicapte broer naar Iran vanuit Afghanistan omwille van de Taliban. Nadien vertrok zijn vader terug naar Afghanistan om tegen de Taliban te vechten. Zijn vader keerde nooit terug, een lichaam hebben ze nooit gezien, maar volgens vrienden van de vader is hij daar omgekomen. Sindsdien moest Aziz voor een inkomen zorgen, soms moest hij voor een jaar lang weg van huis om aan de andere kant van Iran wat geld te verdienen dat hij dan naar huis stuurde.

Op de leeftijd van 20 leerde hij zijn huidige vrouw kennen, ook een Afghaanse die met haar familie vluchtte en in Iran woonde, en kregen ze twee kinderen: Ali en Sara.

Als gezin wonen ze illegaal in Iran: geen rechten, geen degelijk onderwijs, geen geldige paspoorten, elke keer weer zoeken naar zwart werk tegen een kleine loon. Aangezien hij illegaal is, wordt hij twee keer opgepakt en terug naar Afghanistan gevoerd, waarna hij weer de vluchtroute moet nemen naar Iran, niet zonder gevaar.

In 2015 met het openstellen van de grenzen wagen ze hun kans om naar Europa te komen. Ze verkopen hun inboedel, trouwring, … lenen een bedrag bij vrienden en geven het volledige bedrag (6.000 euro) aan mensensmokkelaars.

Ze gaan te voet door de bergen, in de koffer van een auto, …. Maar in Turkije loopt het mis. De politie komt in de mensenmassa tussenbeide en voordat Aziz het weet zit hij samen met zijn zoon Ali al op een trein die klaarstaat om de vluchtelingen te vervoeren en zijn vrouw en dochter niet. Zijn vrouw en dochter Sara worden naar Afghanistan gebracht, Aziz en Ali kunnen niets anders dan hun reis verder zetten: het is hun enige kans op een leven in Europa en al hun geld is weg. Zijn vrouw en Sara keren weer naar Iran waar de rest van de familie is.

Uiteindelijk komt Aziz in Brussel terecht. Hij krijgt een woning toegekend in de Beekstraat te Sint–Joris–Weert en verblijft daar nu sinds november 2015.

Van zodra hij Nederlandse les mag volgen gaat hij naar school en volgt ook een inburgeringscursus. Aangezien zijn droom is om buschauffeur te worden, wat hier een knelpuntberoep is, bereiden enkele Belgische vrienden zijn theoretisch rijexamen voor, waarvoor hij slaagt bij de eerste poging. Sinds dan oefenen Aziz en zijn twee vrijwillige begeleiders voor het praktisch examen. Hij slaagt in juni 2018.

Hij vindt in 2016 werk in de plaatselijke winkel Delhaize te Sint–Joris–Weert en is volgens zijn werkgevers een fijne en goede werkkracht. Hij woont ook alle oudercontacten van zijn zoon bij en neemt deel aan activiteiten van de jeugdbeweging en voetbalclub, waarin zijn zoon actief is.

De voorbije drie jaren waren voor Aziz erg zwaar: voortdurend de stress van het wel of niet in België mogen blijven speelt hem parten en ook het leven hier is erg eenzaam. Alle Belgen zijn ’s avonds in huis, niemand is buiten, maar om zijn geest gezond te houden gaat hij iedere avond wandelen in het dorp. Toch is hij blij dat hij in Sint-Joris-Weert kan wonen, hij wil niet naar Anderlecht of Roeselare waar veel Afghanen wonen en het leven veel minder eenzaam zou zijn. Aziz is een alleenstaande papa die werkt, naar school gaat en toch vanaf de eerste dag beetje bij beetje probeert vooruit te gaan. 

Ali komt in het zesde leerjaar terecht in Sint–Joris–Weert en wordt er goed opgevangen. Vrijwillige ouders geven hem extra Nederlandse lessen, een ouder contacteert een basketploeg waarin Ali gratis mag meespelen en hij gaat naar de scouts.

Nadien volgt hij de Okan-klas in het HHH, het eerste middelbaar ASO, wat hij nu met een goed rapport heeft beëindigd. Ondertussen speelt Ali al voor het derde jaar in de voetbalploeg van Huldenberg.

Aziz geeft iedere maand 75 procent van zijn inkomen af aan Fedasil, is enorm spaarzaam en stuurt twee maal per jaar 1.000 euro op naar zijn vrouw in Iran en 1 keer 1.000 euro naar zijn gehandicapte broer die bij zijn oom verblijft in Pakistan.

Vele dorpsgenoten kennen Aziz en Ali ondertussen, hebben hen ook heel gul gesponsord toen we een bedrag probeerden bijeen te krijgen voor de betaling van de advocaat. Vele dorpsgenoten hopen dat ze onder ons mogen blijven. Met Aziz en Ali is het dorp weer een beetje “kleurrijker”.”

 

Getuigenis #2 van een dorpsbewoner

“In het najaar van 2015 kwam Ali in de zesde klas van ons dorpsschooltje te zitten, bij onze dochter. We vernamen dat deze jongen Iran ontvluchtte en dat hij hier terechtkwam met zijn vader. Omdat we tijdens onze reis door Centraal Azië, 15 jaar eerder, overal zo gastvrij onthaald werden, voelden we weinig schroom om hen uit te nodigen. Een vriend, die dezelfde taal spreekt als zij, vertaalde de gesprekken tijdens onze eerste ontmoeting.

Vader en zoon getuigden hoe zij de hachelijke tocht ondernamen, hoe ze een deel van het gezin bij de grens met Turkije kwijtraakten, hoe ze met een bootje de oversteek waagden en hoe ze de rest van de tocht over land en via vluchtelingenkampen maakten tot ze in België geraakten.

We waren allen erg onder de indruk. We besloten te kijken hoe we deze mensen konden helpen. Met Ali’s ontwapenende lach, was het ijs snel gebroken. Dat maakte dat veel ouders van klasgenootjes, elk op hun manier, een handje probeerden toe te steken. Dat verliep heel natuurlijk.

We dachten dat contact in een ongedwongen sfeer met leeftijdsgenoten Ali het best kon helpen om de nieuwe taal op te pikken. Hij startte met klasgenootjes te basketten in een club en later koos hij voor de voetbalclub. Op de lagere school waren er ouders die zich vrijwillig enkele uren per week met hem bezig hielden om individueel met taal bezig te zijn. Ali startte ook bij de scouts. Hij nam ook deel aan het scoutskamp. Een absurde situatie deed zich voor toen we de reistas klaarmaakten voor het kamp: Ali had meer bij zich om op kamp te vertrekken dan toen hij hier aankwam …

Ondertussen heeft Ali een jaar Okan-klas achter de rug en heeft hij het eerste middelbaar mooi afgerond. Ali’s vriendenkring breidt zich uit, zoals dat bij tieners gaat. Voor Ali is dit een ingrijpende tijd: hij mist zijn moeder en zusje erg, maar toch blijft hij er elke dag voor gaan.

Vader Aziz volgde de ene na de andere taalles en sloeg er geen enkele over. Hij was zich bewust van de noodzaak om de taal onder de knie te krijgen, om deel uit te kunnen maken van deze maatschappij. Een ouder van een klasgenoot van Ali stelde hem voor aan de eigenaars van onze dorpswinkel en hij mocht er starten met werken. Aziz’ droom is om buschauffeur te worden. Ouders van Ali’s klasgenootje ondersteunden hem hierin intensief en hielpen hem bij het halen van het theorie-examen. Sinds kort heeft Aziz ook zijn rijbewijs gehaald!

Alle hulp kwam spontaan en met veel plezier. Dat was niet moeilijk: Aziz en Ali namen elke gelegenheid met beide handen aan om vooruit te gaan. Aziz werkt elke dag hard. Het is moeilijk om ons voor te stellen hoe iemand, met verantwoordelijkheidszin voor zijn gezin dat deels in België en deels in Iran woont, moedig elke dag doorzet. We bewonderen zijn geduldig en wijs karakter dat de zeurende onzekerheid van zijn toekomst in dit onbekende land blijkt aan te kunnen.

Aziz is zijn hele leven al op de vlucht: op zijn dertiende vluchtte hij met zijn ouders en broer voor de Taliban van Afghanistan naar Iran. Omdat hij op zijn beurt zijn gezin daar ook de veiligheid en rust niet kon bieden, vluchtte hij naar Europa.

Hij kwam per toeval in een dorp terecht en niet in een asielcentrum. Hierdoor kreeg hij de kans om het hier op een natuurlijke manier te leren kennen. Stapje voor stapje, via de vele ontmoetingen die hier spontaan ontstonden. Het vertrouwen dat hij schonk heeft hem ver gebracht. Hij voedt betrokken zijn zoon op. Hij is enorm flexibel. En nu zijn taal beter wordt, leren we ook zijn gevoel voor humor kennen. En dat is nodig om het vol te houden.

Terwijl hij in Afghanistan afgerekend werd op zijn Hazara zijn, in Iran op zijn Afghaan zijn, bleek hij in Sint-Joris-Weert uiteindelijk wel welkom. In dit dorp leven vele mensen met Ali en Aziz mee.

Ondertussen beperkt deze groep zich niet enkel tot de ouders van de klasgenootjes uit het 6de leerjaar. Ali’s en Aziz’ vriendenkring breidt zich uit. Aziz is een bekend gezicht in het dorp en in de dorpswinkel. Hij wordt gewaardeerd om zijn vriendelijkheid en zijn inzet. Onbewust helpt hij ons ons leven in een ander perspectief te zien. Aziz brengt ons zoveel bij.

De beslissing om Ali en Aziz uit te wijzen en hen in Afghanistan een nieuwe start te laten nemen, kwam aan als een mokerslag. Voor Ali lijkt dit helemaal onmogelijk: een tiener naar een land sturen waar hij nog nooit verbleef. Een land dat zo anders is dan waar hij nu al bijna drie jaar opgroeit …

‘It takes a whole village to raise a child’. Ali heeft dat dorp gevonden en dat is hier. We hopen van ganser harte dat Ali en Aziz deel mogen blijven uitmaken van de gemeenschap. Hier kunnen ze een veilig en waardevol leven uitbouwen.”

Dit schreef ik op 24 juli 2018 als getuigenis voor bij Ali’s en Aziz’ aanvraag tot regularisatie om humanitaire redenen toe te voegen. Deze werd op 8 augustus 2018 ingediend en op 20 september 2018 kregen we te horen dat deze aanvraag bij de Dienst Vreemdelingenzaken niet ontvankelijk werd verklaard.

Ik ben verbijsterd. Niets van de noodzaak tot bescherming wordt geloofd. Niets van de inzet en verwezenlijkingen (integratie én werkwilligheid) worden gewaardeerd. Op deze manier is het onmogelijk om een regularisatie, een bescherming, te bekomen. Terwijl dit door politici wel steeds zo benoemd wordt als de sleutel om tot de Belgische gemeenschap te kunnen behoren. Dit is inhumaan en onrechtvaardig.

Afghanistan is een van de gevaarlijkste en meest instabiele landen ter wereld, waarbij willekeur de orde van de dag uitmaakt. Als Hazara is het leven in dit land nog moeilijker. De laatste jaren vielen er de meeste burgerslachtoffers ooit.

Wie komt er dan wel nog in aanmerking voor bescherming? De beoordeling lijkt een hypocriet schouwspel. Enkele jaren geleden werden deze mensen door Dienst Vreemdelingenzaken vanzelfsprekend beschermd – nog zonder de vraag naar integratie. Vandaag heerst er in ons land een achterdochtig klimaat waarbij elke vluchteling als een potentiële crimineel gezien wordt. Dat is niet realistisch en dit is onmenselijk.

Onschuldige mensen worden zonder pardon naar onveilige gebieden teruggestuurd. In dit concrete geval verbleven zij er de laatste 20 jaar zelfs niet meer wegens te gevaarlijk. Dit is absurd en dient benoemd te worden. Dit is geen humaan vluchtelingenbeleid.

Wie is in deze zaak eigenlijk wereldvreemd? Zo worden onze vrienden een tweede keer slachtoffer van willekeur.

 

Waldo Dekeyser is een inwoner van Sint-Joris-Weert.

take down
the paywall
steun ons nu!