Bron: Wikimedia Commons
Open brief, Wereld, Economie, Politiek, België - Alexander De Croo

De Croo reageert op kritiek tegen stopzetting Belgische ondersteuning van Palestijns ministerie van Onderwijs

In een vrije tribune afgelopen zaterdag betreurt Emeritus Professor Herman De Ley van UGent mijn beslissing om de Belgische ondersteuning van het Palestijnse ministerie van onderwijs stop te zetten zolang Palestijnse scholen worden vernoemd naar terroristen. Die beslissing heb ik inderdaad genomen. Waarom nam ik die beslissing?

dinsdag 25 september 2018 16:27
Spread the love

Heel concreet betekent deze beslissing dat de plannen om met middelen van het Belgische ontwikkelingsbeleid twee nieuwe scholen te bouwen in de bezette gebieden, worden afgelast. En het betekent ook dat België niet langer zal bijdragen aan een begrotingsfonds van internationale donoren dat het Palestijnse ministerie van onderwijs ondersteunt. 

Waarom nam ik die beslissing? 

Aanvankelijk omdat een school in het dorpje Beit Awwa dat met Belgisch geld was gebouwd, achteraf werd vernoemd naar een Palestijnse terroriste, Dalal Mughrabi. Toen ik daartegen protesteerde, tot bij de Palestijnse President Abbas toe, werd de oorspronkelijke naam van de school hersteld. Maar tegelijkertijd besliste het Palestijnse ministerie van Onderwijs om in datzelfde dorp twee andere scholen naar diezelfde terroriste te vernoemen. Het resultaat van mijn protest is dus dat er nu niet één maar twee scholen in dat dorp naar Mughrabi worden vernoemd. Als signaal kan dat tellen. 

Wie is dan toch die Dalal Mughrabi? 

Een jonge vrouw, twintig jaar, die op een zonnige morgen in maart 1978 aan het hoofd van een 11-koppig, tot de tanden gewapend commando, landde op de Israëlische kust. Een Amerikaanse natuurfotograaf die de zonsopgang wou vastleggen, werd prompt neergeknald. De terroristen kaapten vervolgens een taxi, waarbij de inzittenden genadeloos werden afgemaakt. Tot slot werd een bus gegijzeld, met 71 ongewapende Israëlische burgers. 38 onder hen werden neergeschoten, waaronder 13 kinderen. Het doel van de operatie was de vredesgesprekken tussen de Israëlische premier Begin en de Egyptische president Assad te torpederen.

De dodentol van deze operatie was ontstellend: een veertigtal onschuldige burgers vonden de dood, net als de elf zelfmoordcommando’s. Hun eigen dood hadden ze ongetwijfeld ingecalculeerd. De dood van een veertigtal burgers kon hen duidelijk niet veel schelen. Misschien was het zelfs hun bedoeling. 

In mijn woordenboek heet zoiets terrorisme van het zuiverste water, net zo verwerpelijk als de aanslagen in de luchthaven van Zaventem of in het metrostation van Maalbeek. Is er enige Emeritus Professor van UGent die begrip zou opbrengen indien een school zou worden genoemd ter nagedachtenis van een van die terroristen die in Brussel toesloegen?

Professor De Ley vergoelijkt de moord op veertig burgers door te verwijzen naar de vele terreurdaden die van Israëlische kant werden gepleegd in de aanloop naar de oprichting van de Joodse staat. Zo’n apologie, waarbij de ene terreurdaad wordt goed gepraat door te verwijzen naar een gelijkaardige daad van de andere partij, vind ik moreel verwerpelijk. Het heeft geen pas om kwaad met kwaad te bestrijden. Is dat niet precies de tragedie van de crisis in het Midden-Oosten? Beide partijen zitten vastgeklonken in hun eigen grote gelijk en morele verontwaardiging over de misdaden van de andere. Alleen in een dergelijke context van ethisch verval kan een vrouw die in koelen bloede 13 kinderen vermoordde, verheerlijkt worden als een vrijheidsstrijder.

In conflicten zoals deze, dient de Belgische diplomatie een principieel standpunt in te nemen, tegenover alle partijen. En dat doen wij ook, collega Didier Reynders en ikzelf. Wij veroordelen de vernieling door het Israëlische leger van het Bedoeïnenkamp Khan al-Ahmar op de Westelijke Jordaanoever. Deze gedwongen volksverhuizing heeft als doel de Westbank van Oost-Jeruzalem af te snijden. Wij veroordelen Israël wanneer Palestijnse scholen en infrastructuur worden vernietigd. We hebben een internationale coalitie rond ons verzameld om schadeloosstelling te eisen voor die vernielingen. Wij veroordelen President Trump wanneer deze UNWRA op droog zaad zet, de organisatie van de Verenigde Naties die zich het lot aantrekt van de Palestijnse bevolking. Trump wil er op die manier voor zorgen dat een half miljoen Palestijnse kinderen niet meer naar school kunnen. Hoe kortzichtig. Het is de beste manier om die kinderen in de handen te drijven van de islamfanatici en terroristen. Wij, Didier Reynders en ikzelf, hebben onze eigen bijdrage aan UNWRA verhoogd om de impact van de Amerikaanse beslissing te verzachten. België blijft daarmee een van de grootste Europese humanitaire donoren in de bezette Palestijnse gebieden.

Laat over één ding geen onduidelijkheid bestaan. België blijft solidair met het Palestijnse volk. De middelen die we niet gebruiken om scholen te bouwen, zowat vier miljoen euro, zullen we gebruiken om beroepsvormingen en e-learningprogramma’s te organiseren, in samenwerking met het Palestijnse ministerie van werk. We zijn daar trouwens goed in. Het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel ontving twee jaar geleden een prijs voor zijn innovatieve werk inzake e-learning in Palestina.

Het Belgische ontwikkelingsbeleid blijft intussen voor zowat elf miljoen euro projecten uitvoeren die werden afgesproken met de Palestijnse overheid. Het gaat onder meer om de ondersteuning van lokale overheden en van de lokale economie. Verder wil ik nog dit jaar nieuwe interventies lanceren ter ondersteuningen van de rechten van vrouwen en kinderen in Palestina, voor een bedrag van 4 miljoen euro, en een interventie van twee miljoen euro ter ondersteuning van de Palestijnse private sector via digitalisering. Op die manier blijft ons land een belangrijke ontwikkelingspartner van de Palestijnse bevolking, met een totaal engagement van 21 miljoen euro voor de volgende jaren. 

Alleen met het Palestijnse ministerie van Onderwijs wens ik niet meer samen te werken zolang dat ministerie geen paal en perk stelt aan de verheerlijking van terrorisme en geweld. Terroristen die in koele bloede 40 mensen, waaronder 13 kinderen, vermoorden, mogen nooit rolmodellen worden voor schoolgaande jongeren. Het Palestijnse miniserie van onderwijs moet dit begrijpen en ingrijpen.

Ben ik dan blind voor wat er gebeurt aan de andere kant? Neen, absoluut niet. Veroordeel ik het neerschieten van vreedzame betogers aan de grens tussen Israël en Gaza door het Israëlische leger? Ja. Veroordeel ik de vernietiging van Palestijnse dorpen en scholen? Ja. Wettigt dat het neerknallen van 13 kinderen die op een zonnige dag in maart de bus namen om naar school te gaan? Neen. Nooit.

Alexander De Croo

Vicepremier en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Post en Telecom

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!