Opinie, Samenleving, Cultuur, België -

Na de zaak Fabre: nood aan officiële safe spaces

De dansers die een open brief naar Jan Fabre schreven, hoopten op een constructief gesprek. Afgaande op de reacties wordt hun oproep ernstig genomen. Hoe moet het nu verder? Eén belangrijke stap is het uitbouwen van professioneel sociaal overleg tussen medewerkers en leiding. Elke organisatie verdient een MeToo-CAO! De coalition of the willing groeit aan.

vrijdag 14 september 2018 22:04
Spread the love

Het parket is een onderzoek gestart. De minister komt na de zaak De Pauw al met een actieplan, en dat kan nu een versnelling hoger. De sociale partners zijn al enkele maanden volop bezig om de arbeidsreglementen in organisaties te verbeteren, integriteitscodes uit te werken en de meldingsprocedure bij problemen verder te ontwikkelen.

Maar er is meer nodig. Klachten worden immers als individueel dossier opgevat. Hoe verander je daarmee de werking op de vloer van eerder kleine organisaties zonder vakbondsstructuur? Hoe zorg je ervoor dat medewerkers binnen organisaties de discussie open met directies kunnen aangaan? Dat ze recht op antwoord krijgen, zonder uitwijkmanoeuvres of doofpotten? Dat ze ondersteuning kunnen inroepen en bescherming krijgen? En dat er na zo’n interventie ook maatregelen volgen?

Die empowerment kan beter. Zeker in organisaties zonder een syndicale safe space. Zo tellen we er in de kunstensector toch een 500-tal. Vergeleken met de filmwereld en het sociaal-culturele werk lopen de kunsten achter.

Cao MeToo

Vandaag zit je al snel in een cirkel: slachtoffers worden doorverwezen naar de rechtbank, daar horen ze dat je eerst de interne procedure moet volgen. Die hapert. De vakbond heeft het arbeidsreglement van Fabres organisatie moeten opvragen via de sociale inspectie. De dansers hadden het niet. Dat bleek recent aangepast met bepalingen over ongewenst gedrag, zonder medeweten van het personeel. Afgaande op de getuigenissen in de open brief schendt Fabre zijn huidig reglement op meerdere vlakken.

Hoe vecht je dat aan als jonge, buitenlandse freelancer met een precair contract? Of als interim? Hoe zorg je ervoor dat je serieus wordt genomen? Vakbonden willen geen rechtszaken maar het professionele sociale overleg tussen medewerkers en werkgevers mogelijk maken.

Doorverwijzen naar de rechtbank is sowieso een zwaktebod en toont dat je als sector faalt. De open brief stuurt dus terecht aan op betere regelgeving in het geval van seksisme, zoals een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst.

De zaak Fabre kan als casus dienen op het paritaire comité van de sector: wat ontbreekt er? Hoe los je dat op? Hoe komt het dat deze excessen jarenlang kunnen gedijen? Want wat er bij Fabre gebeurde, was een publiek geheim.

Coalition of the willing

Goed nieuws: werkgeversfederaties herkennen het probleem en pleiten voor nultolerantie. Elk geval is er één teveel, klinkt het. Leen Laconte, directeur van de werkgeversfederatie kunstenorganisaties (oKo), reageerde weliswaar sceptisch op de bevraging grensoverschrijdend gedrag in media en cultuur die cultuurminister Gatz voor de zomer bekend maakte (DS 27/06). Begrijpelijk dat ze de grootte van het probleem wil relativeren.

Nochtans valt aan de wetenschappelijkheid en de ernst van het onderzoek niet te morrelen: alleen al in absolute cijfers gaat het over vele tientallen mensen die zelf zwaarwegende feiten signaleren. Er zijn intussen ook andere studies in binnen- en buitenland die de bevraging bevestigen. De bevraging had ook al zijn effect, want het stimuleerde de briefschrijvers om de zwijgcultuur te doorbreken en een publiek debat aan te gaan.

De sociale partners willen vooruit en maakten al afspraken rond sensibiliseren en opleidingen. Maar inzake sociaal overleg is er werk aan de winkel, ook de minister deelt die zorg.

Voor sommige werkgevers kan het niet snel genoeg gaan: ze sturen zelf aan op het faciliteren van meer transparantie en inspraak. Het moment is nu. Anderen zien de ‘MeToo-hype’ liever overwaaien: ze houden de deur dicht, de macht in eigen handen. Hun devies: zwijg om imagoschade voor de sector te vermijden. Nochtans: net die doofpot is een kweekvijver voor excessen die het imago besmeuren.

Old boys club

Een werkgeversfederatie kan op sectorniveau pas collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten als ze een mandaat krijgt. Staat een old boys’ club achter de schermen op de rem? Leden zouden hun bestuursraad daarop mogen aanspreken. Ook werknemers kunnen daar bij hun werkgever op aandringen.

We schieten niets op met sensatiezucht. Wat we nu nodig hebben is een constructieve dialoog die toont hoe de kunstwereld ook een voorhoede kan zijn in de wijze waarop ze problemen aanpakt en structurele oplossingen uitrolt.

Gelukkig geven enkele organisaties (o.a. een dansgezelschap, een schouwburg, een sociaalartistieke werkplek) het voorbeeld. Ze willen alvast over een CAO #MeToo onderhandelen binnen hun organisatie. Kunstenaars en publiek kunnen bij andere organisaties aandringen om deze best practices te volgen. Wie deze coalition of the willing wil vervoegen, welkom!

Robrecht Vanderbeeken, verantwoordelijke cultuurwerkers ACOD Cultuur/ABVV

Ine Hermans, verantwoordelijke cultuurwerkers LBC-NVK/ACV

Tommy Jonckheere, verantwoordelijke cultuurwerkers ACLVB

Bij vragen over geweld, bel de hulplijn 1712. Zij biedt een luisterend oor, verheldert uw vraag en verwijst u naar de geschikte hulpverlening.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!