Ortega, president van Nicaragua. Bron: Wikipedia
Analyse, Wereld, Economie, Politiek -

Voortdurende onrust in Nicaragua

De onrust neemt sinds midden april in Nicaragua steeds verder toe. De NYT van 27 april sprak onmiddellijk van een "democratische lente (…) de jeugd van Nicaragua heeft zijn eigen versie van de Arabische lente ingezet (…) Ortega heeft zijn greep op de massa’s verloren". Wat is er aan de hand?

dinsdag 26 juni 2018 17:30
Spread the love

Zware onlusten en regelrechte gevechten houden aan

Een voorstel van de regering, om de verliezen (sinds 2013) van de sociale zekerheid in te dijken vormde de aanleiding voor protesten die zeer snel op zwaar geweld uitliepen.

De Ortegaregering stond onder druk van het IMF en de COSEP (het plaatselijke VBO) om tot een veel verdergaande afbouw over te gaan. In het veel mildere regeringsvoorstel zouden werkgevers- en werknemersbijdragen verhoogd worden terwijl er 5 procent zou bespaard worden in de gezondheidszorg en de pensioenen. Ook zouden de hoogste salarissen niet langer op een bijdrageplafond kunnen rekenen en dus aanzienlijk meer moeten betalen, wat de solidariteit van het systeem zou verhogen. Nicaragua is één van de weinige landen in de regio dat over een Sociale Zekerheid beschikt die naam waardig. 

Na twee dagen van straatveldslagen tussen groepen met artisanale vuurwapens en de politie – waarbij in verschillende steden gelijktijdig overheidsgebouwen en partijhuizen van de Sandinisten in brand werden gestoken, winkels en voedselmagazijnen werden geplunderd en een twintigtal doden vielen, niet alleen bij de ‘opposanten’ maar ook bij passanten, Sandinistische tegenbetogers en een journalist van het regeringskanaal Canal 6 – trok President Ortega het voorstel in.

Dit leidde echter niet tot een einde van het straatgeweld, integendeel het gaat nog steeds door. De rechtse oppositie vraagt nu openlijk om de afzetting van de president en wil het verder regeren van de Sandinisten onmogelijk maken door de onveiligheid op straat, de economische chaos en de sociale onrust in stand te houden. Tot voor kort weigerden ze botweg elk overleg met de overheid. Vrijdag 15 juni werd door de kerk een tweede poging ondernomen om met alle sectoren een onderhandelde oplossing te vinden maar ‘de oppositie’ neemt die eigenlijk niet ernstig.

Links protest? 

Ongetwijfeld zijn, zeker in het begin van de protesten, veel gewone Nicaraguanen uit onvrede met de koers van de regering (die bestaat uit het afbouwen van sociale steun en uitkeringen, soms verregaande toegevingen aan het patronaat) en wellicht vooral bij gebrek aan goede informatie en democratische discussie over de hervormingen, de straat opgetrokken. Vele sympathisanten raakten ontgoocheld in het sandinistisch beleid dat naar hun oordeel te traag en te weinig de noden van de bevolking weet te beantwoorden. Een links geïnspireerd protest tegen een in naam linkse regering die te veel compromissen sluit met de nationale en internationale investeerders waarvan de Nicaraguaanse economie teveel afhankelijk is, zo leek het toch in de buitenlandse pers.

De regering en de politie reageerden wellicht te fel op de aanvankelijk vrij beperkte protesten en wakkerde daardoor allicht de gewelddadige reactie aan. Toch stelt zich steeds urgenter de vraag wat de ware doelstellingen zijn van diegenen die nu al twee maanden het land lamleggen met barricades, brandstichtingen – meer dan 60 gebouwen al – zelfs op voedselopslagplaatsen, moorden ook op Sandinisten en donderdag 14 juni ook een nationale ‘staking’ die eigenlijk vooral een lock-out was van bepaalde industriëlen.

Is kritiek op de verrechtsing van de Sandinistische regering inderdaad de drijfveer van de studenten die het protest leidden? Vreemd is dan wel dat de eerste zaterdag na het uitbreken van de zware ongeregeldheden de studenten van de Universidad Politécnica een zekere Piero Coen hartelijk ontvingen. Hij is de rijkste man van Nicaragua en de 7e rijkste man van de regio volgens Forbes. “COSEP (dat toen aan Ortega’s kant stond) vertegenwoordigt mij niet, ik sta aan jullie kant, jongens”, sprak hij.

Privatisering van de Sociale Zekerheid met zijn vele nieuwe poliklinieken en hospitalen, de landhervorming ten gunste van vele kleine boeren omdraaien, … dat zijn de doelstellingen van die man en zijn omgeving. Verschillende protesterende studenten van de eerste dagen hebben dat trouwens goed begrepen en verlieten uit onvrede met die alliantie met extreemrechts de beweging. 

De gelijktijdige vernielingen overal ten lande en het gebruik van vuurwapens zijn zeker niet toe te schrijven aan ontevreden Nicaraguanen en ook een deel van de Sandinistische achterban die de straat opgingen. Georganiseerde infiltratie door goed voorbereidde gewapende groepen is overduidelijk. Bestaande criminele bendes die de chaos gebruiken om voor eigen rekening te plunderen worden geïnstrumentaliseerd voor andere doelen.

Gelijktijdig woedt op de sociale media een georkestreerde campagne – inclusief fake foto’s van andere landen, op zijn Venezolaans – die liet geloven dat de politie ‘meer dan 100 doden’ veroorzaakte in die eerste dagen, terwijl de vreselijke dodentol op dat moment wellicht rond de 25 lag, inbegrepen tegenbetogers, passanten en een journalist. Bovendien zijn intussen een aantal verklaarde doden van toen, weer levend aangetroffen, één daarvan in Spanje. Een ander ‘slachtoffer van de politie’ stierf in feite in zijn bed aan een hartaanval … 

Hoewel de Sandinisten zeker niet alle sectoren weten te mobiliseren, zijn er wel verschillende steunmanifestaties geweest, o.m. in Managua op 30 april en zowat overal waren er betogingen om het geweld te veroordelen. Ook op 30 mei verzamelden de Sandinisten voor een zangfeest ten aanzien van moederdag. Tegelijk werd er elders in de stad een grote vreedzame concentratie gehouden voor de moeders van de (anti- Sandinistische) slachtoffers. 

Een buskaravaan op weg naar het zangfeest werd door gemaskerde mannen onder vuur genomen met als resultaat een dode en 22 gewonden. Na de vreedzame mars, zakten gemaskerde groepen naar het nationaal stadion af waar ze met vuurwapens het complex en de aanwezige politiemacht aanvielen. Tijdens het langdurige vuurgevecht stierven mensen aan beide kanten, vele vreedzame betogers – van beide kanten – vluchtten in de nabijgelegen universiteitsgebouwen van de UCA. 

Op de sociale media wordt eenzijdig verteld dat het over de zoveelste slachting door de politie zou gaan. Nogmaals worden ontevreden Nicaraguanen als kanonnenvlees gebruikt door gewapende bendes die alleen de val van de verkozen regering willen.

Het geweld blijft doorgaan en na een op zondag 17 juni afgesproken wapenstilstand en een afspraak om alle barricades die overal ten lande verkeer onmogelijk maken op te breken, werd die meteen aan flarden geschoten en ontvoerden bendes nu ook familieleden van een Sandinistische parlementair, de kerk kreeg die gelukkig snel vrij. Op 22 juni liep het totale dodencijfer op tot 173. 

Verval van het Sandinisme? 

De volkssteun is wellicht niet meer wat het geweest is en over het beleid van Ortega kan zeker van alles worden gezegd. Ook over de presidentsverkiezingen van nog geen twee jaar geleden zijn er twijfels. En de dialoog met de basis is minstens zwak te noemen. Maar vriend en vijand erkenden toch dat Ortega met overgrote meerderheid van de uitgebrachte stemmen – en dat bij een opkomst van ongeveer 60 procent, een cijfer dat in veel Westerse democratieën niet gehaald wordt – werd herverkozen.

Sinds de (her)verkiezing van Ortega in 2006, werd het verarmde Nicaragua een van de eerste landen ter wereld die de Millenniumuitdaging van de VN hebben volbracht dat ten doel had om de armoede tegen 2015 met de helft terug te dringen. De regering verwezenlijkte een duurzame economische groei van 5 procent en stabiliteit in de arbeid door middel van het zogenaamde Tripartite Model waarin vakbonden en grote bedrijven een halfjaarlijkse verhoging van het minimumloon onderhandelden met de regering die tussenbeide kwam toen de twee andere partijen het niet eens konden worden.

Voor het pact met het binnenlands patronaat en de kerk is er weinig alternatief zolang de Sandinisten geen absolute meerderheid halen tijdens verkiezingen. De Wereldbank, het IMF en de Europese landen prezen Nicaragua allemaal voor het gebrek aan corruptie en het effectieve gebruik van subsidies en leningen. 70 procent van de werkgelegenheid komt van KMO’s en zelfstandigen in plaats van TNO’s. Tot slot bracht de participatie van Nicaraguaanse vrouwen in openbare en particuliere activiteiten Nicaragua naar de top vier van landen in de wereld voor gendergelijkheid. 

De Nicaraguanen hebben gratis onderwijs en gezondheidszorg en hoewel kwalitatief ter attentie van bijvoorbeeld Cuba nog een grote weg afgelegd moet worden, torenen de gezondheidsindicatoren van het land uit boven die van Guatemala, Honduras en El Salvador en vele andere landen in het continent. Ook met betrekking tot veiligheid en sociale en economische participatie van vrouwen gaat het in die landen veel slechter dan in Sandinistisch Nicaragua.

Inderdaad gaat het de laatste tijd economisch moeilijker door de teruglopende steun van de ALBA, vooral uit Venezuela dan, dat zelf met binnenlandse en buitenlandse economische sabotage te maken heeft en met een financiële blokkade.

Van de lente naar de winter?

Als solidaire beweging kunnen we ons zeker in de interne politieke ontwikkelingen van Nicaragua en het Sandinisme interesseren, maar het hoort het Nicaraguaanse volk toe mistoestanden van hun regering te beoordelen en bij te sturen via legale wegen en vreedzaam protest. Onze solidaire opstelling geeft ons niet het recht zelf aan de Sandinistische regering sterren uit te reiken of af te nemen na een soort onderzoek van ‘linksheid’. 

Het is onze solidaire plicht het Nicaraguaanse volk te steunen in hun strijd tegen gewelddadige pogingen om hun wettige regering omver te werpen. Pogingen die openlijk gesteund worden door de VS en die – bij succes – zeker niet zullen leiden tot een ‘verlinksing’ van het beleid, laat staan tot een lotsverbetering van de Nica’s, maar tot de restauratie van meedogenloze uitbuiting van voor de sandinistische revolutie.

Misschien verbaast het dat de VS nu op de kar van een links geïnspireerd protest springen, maar ook voor het imperialisme heeft de kleur van de kat weinig belang. In Syrië bewapent de VS zowel links georiënteerde milities tegen Assad als Jihadisten, ideologieën die ze geen van beiden op eigen grondgebied dulden. Al wie kan helpen een al dan niet verkozen regering die niet slaafs de belangen van de VS-bedrijven volgen af te voeren, is bruikbaar. 

Een van de fouten die de Sandinisten kunnen worden aangewreven is dat ze er niet in slagen de agentschappen van de VS-regering in hun land aan banden te leggen. Zo kreeg USAID, een notoire zogenaamde ngo die overal in de regio de belangen van de VS verdedigt alleen al in 2016 31 miljoen dollar toegeschoven voor het “verhogen van de weerbaarheid van de civiele samenleving”. De National Endowment for Democracy’ (NED) uit het Koude Oorlog tijdperk gaf in 2017 72.440 dollar aan de Comision Permanente de Derechos Humanos de Nicaragua (CPDHN, Permanent mensenrechtencomité). CPDHN is tegelijk een zeer belangrijke bron voor de westerse pers voor haar partijdige berichtgeving over de protesten en de regeringsreactie. Niet toevallig sprak VS-ambasadrice Laura F. Dogu in april onmiddellijk over “staatsgeweld van de Nicaraguaanse Regering” en loofde ze de ‘Nicaraguaanse lente’. 

Ortega’s regering is duidelijk verre van perfect maar zij die vandaag het gewelddadig protest ertegen steunen moeten beseffen dat ze een zeer gevaarlijk pad bewandelen, vooral als ze de aangeboden steun uit de VS aanvaarden. Washington rijdt nooit voor de (democratische) eisen van deo-groepen maar voor die van hun investeerders die vrijheid van uitbuiting willen, overal ter wereld.

De zonden die de VS Ortega aanrekenen zijn hele andere dan die de ontevreden Nicaraguanen en linksen in binnen- en buitenland zijn regering verwijten. Wat het Pentagon dwars zit is dat Ortega zich niet afhankelijk van hen opstelt maar zijn heil zoekt bij de ALBA-landen (Cuba, Venezuela, Ecuador) voor economische steun, bij Rusland voor de aanpak van de drugstrafiek en bij China voor de aanleg van het interoceanisch kanaal, de toekomstige concurrent van het Panamakanaal dat onder VS-controle is.

Het VS-establishment heeft het Nicaraguaanse volk de omverwerping van de door de Verenigde Staten gesteunde dictatuur van Somoza in 1979 nooit vergeven, ook de militaire nederlaag van de contra’s en het vervolgens opnieuw verkiezen in 2006 van de sandinisten niet.

Net als Cuba en Venezuela willen ze daarom ook Nicaragua onder blokkade leggen. Vorig jaar stemde het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden unaniem voor de ‘Nicaraguan Investment Conditionality Act’ die het land zal afschermen van leningen die door internationale financiële instellingen worden aangeboden. De NICA-Act vermocht de Senaat maar weinig te inspireren en bleef tot nog toe dode letter. De demonstraties van de ‘Nicaraguaanse lente’ zullen zeker als voorwendsel worden gebruikt om de NICA-Act in de Amerikaanse Senaat nieuw leven in te blazen om te proberen het land opnieuw in een eeuwige winter te duwen. 

Wat de VS zoeken is een ‘regime change’ waardoor hun bedrijven zoals elders in de regio en de wereld ongebreideld mens en natuur kunnen exploiteren, niet gestoord door investeerders uit andere continenten en zeker niet door een georganiseerd volk.

Evenzeer als Venezuela heeft Nicaragua nood aan onze solidariteit in de strijd tegen een zoveelste poging tot ‘zachte staatsgreep’ gedirigeerd door het Pentagon.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op Cubanismo.be.

take down
the paywall
steun ons nu!