Binnen dergelijke firma’s zijn de discussies over arbeidsorganisatie en werkdruk eigenlijk nooit van de baan. De etterbuil die nu opengebarsten is, dateert in essentie ook al van 2011. Toen werd een reeks afspraken over werkorganisatie in een cao vastgelegd. Echter, de inhoud van deze cao werd door de directie nooit in de praktijk gebracht. Gevolg: problemen bleven aanslepen. Al werd tussendoor wel aan crisismanagement gedaan, met tijdelijke bijsturingen en tussenoplossingen, als de nood het hoogst was. Quick wins, maar voor het personeel quick losses.
Het LIDL-filiaal van 7 jaar terug kan je niet meer vergelijken met de winkel van vandaag. Vandaag is de LIDL een aangename buurtwinkel met een uitgebreid productgamma. Precies daar wringt het schoentje. De personeelsinzet van de voormalige discounter wordt georganiseerd op een berekening op basis van de omzet. Maar, door de aanpassing in het productgamma in de winkels kunnen de processen ter plekke niet meer zo gestandaardiseerd verlopen. Er zijn veel meer manipulaties nodig, wat maakt dat er dus veel meer tijd nodig is dan vroeger om de winkel operationeel te houden. Personeelsinzet wordt per winkel berekend op basis van de verwachte omzet en niet op basis van de tijd die nodig is om alle processen volledig en correct af te werken. Met als gevolg dat het personeel bijna gedwongen wordt van hot naar her te lopen als een ‘kieken zonder kop’, door een veel te grote takenlijst waarvan het personeel reeds bij aanvang weet dat men die nooit afgewerkt krijgt. De directie bepaalt de spelregels, maar heeft niet het minste begrip voor de werknemer als de takenlijst niet afgewerkt geraakt. Want, ‘enkel perfectie is goed genoeg’.
Sinds 2016 wordt de meewerkende filiaalleider geleidelijk aan vervangen door een ‘filiaalmanager’. Winkelverantwoordelijken krijgen zo andere taken en zijn lang niet meer zoveel zelf bezig met de – noodzakelijke – operationele taken in de winkel. Die uren die zij voorheen besteedden in de winkel, in de rayons, bij de klanten, die worden nu gemist op de vloer. Hun handen zijn de handen die nu ontbreken. Concreet: de uitvoerende winkelbedienden zien de werkdruk zienderogen stijgen, maar ze zijn ze met minder.
Globaal kader
De food retail is een erg competitieve sector in een amper groeiende markt. Winst kan er enkel zijn door marktaandeel te winnen of op kosten te besparen. Bij Lidl is de grens bereikt, of beter, zwaar overschreden. De dienstverlening kan niet meer gegarandeerd worden.
Dit is een algemeen fenomeen binnen de sector. Al bevestigen ook hier uitzonderingen de regel. Maar algemeen gaat het personeel in de retail enorm gebukt onder de werkdruk, onder de gevraagde flexibiliteit, en geniet het bijzonder weinig erkenning voor het geleverde werk.
Met dit nieuwe akkoord is er een eerste opening gemaakt voor een beter werkklimaat.