Boekrecensie, Wereld, Samenleving, Politiek -

Invloed van religie en internationale roots van de civil rights movement

Het is een open deur intrappen: Gandhi’s opvattingen over geweldloos verzet hebben de Burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten beïnvloed. Minder bekend is hoe deze ideeën zich daar hebben kunnen verspreiden en ontwikkelen. Het is die vraag die Sarah Azaransky zich in haar boek “This Worldwide Struggle. Religion and the International Roots of the Civil Rights Movement” stelt.

donderdag 22 februari 2018 17:03
Spread the love

Om die te beantwoorden heeft zij de voedingsbodem van die beweging in de periode van 1935 tot 1959 onderzocht: gaande van de studiereizen van Afro- Amerikaanse intellectuelen en activisten naar India tot hun latere werk en acties. In het bijzonder verdiept zij zich in het werk van mensen zoals Howard Thurman, Benjamin Mays, James Farmer en Bayard Rustin.

De belangrijkste les is volgens haar dat discussie, onenigheid en zichzelf in vraagstellen van belang zijn om ethisch denken en handelen te ontwikkelen. Ontmoetingen met mensen uit andere delen van de wereld en met andere religieuze tradities kunnen de eigen opvattingen helpen onderzoeken en verrijken. De auteur benadrukt daarbij de rol van wat zij “interreligieuze dialoog” noemt.

Het blijkt dat de vermelde figuren tijdens studiereizen hebben ontdekt hoe een politieke beweging als de Indische onafhankelijkheidsbeweging inspiratie en energie uit religieuze overtuigingen heeft geput. Toen hebben zij zich de pertinente vraag gesteld of dit soort religieus geïnspireerde sociale actie raciale gerechtigheid in de VS zou kunnen bevorderen? Hun antwoord: “Ja”.

Intellectuelen zoals Thurman en Mays hebben over hun ervaringen in India, hun ontmoetingen en vooral ook hun verworven inzicht geschreven. Hierdoor hebben zij het pad geëffend voor het gebruik van Gandhi’s opvattingen in de Verenigde Staten.

Howard Thurman heeft dit bijvoorbeeld in het werk Jesus and the Disinherited gedaan. Daarin beschrijft hij de leer van Gandhi en toont hij zijn lezers hoe het christendom volgens hem technieken kan aanbieden om racisme en discriminatie te bestrijden. Zo is dit boek een basiswerk voor de latere burgerrechtenbeweging geworden. “Martin Luther King Jr. koesterde het zelf zo dat het een van de twee boeken was, die hij overal meedroeg. De andere was de Bijbel”, aldus de schrijfster.

Ook Benjamin Mays heeft zijn inzichten neergeschreven in artikels en boeken zoals “The Negro’s God” en “The Negro’s church”. In het eerste boek geeft hij zijn bevindingen weer van zijn onderzoek over hoe Afro-Amerikanen sinds de achttiende eeuw in de Verenigde Staten in prediken, gebeden, toespraken, literatuur en allerlei andere teksten over God hebben geschreven en gesproken.

Mays stelt vast dat wat de Afro- Amerikanen over God zeggen een reactie vormt op de sociale omstandigheden waarin zij leven en ontdekt twee grote stromingen. De ene houdt de Afro- Amerikanen een beeld voor van een God dat hen voor hun lijden op aarde in de hemel zal belonen. De andere richt zich op gerechtigheid in het hier en nu en is een oproep om sociale verandering te verwezenlijken. Mays merkt op dat gelovigen in hun gedrag gehoor geven aan deze oproep als zij geloven dat God dit goedkeurt.

Belangrijk voor het ontstaan van de burgerrechtenbeweging is dat hij wijst op het bestaan van historische en morele bronnen van een Afro- Amerikaanse theologische traditie voor sociale gerechtigheid.

In zijn tweede boek benadrukt Mays het belang van de kerk voor de Afro- Amerikanen. Gezien de beperkingen die zij in hun dagelijks leven ondergaan, biedt de kerk een toevluchtsoord voor expressie, verzet en vorming van zwarte Amerikanen. In de praktijk zijn ze voor hem de enige beschikbare fora waar de Afro- Amerikanen zich met politieke en sociale zaken kunnen bezighouden.

Naast geschriften hebben georganiseerde netwerken een rol gespeeld in de verspreiding van de ideeën van Thurman en Mays. Azaransky focust zich daarbij op de Howard Universiteit in Washington, de vredesorganisatie FOR (Fellowship of Reconciliation), de YMCA (Young Men’s Christian Association), en de YWCA (Young Women’s Christian Association).

De YMCA en de YWCA zijn beide oecumenisch-christelijke jongerenorganisaties en zijn voor Azaransky belangrijke netwerken in de ontstaansgeschiedenis van de burgerrechtenbewegingen, omdat kandidaten voor de uitwisselingsreizen daar zijn gerekruteerd en omdat beide organisaties zwarte intellectuelen en activisten organisatorische ervaring hebben geboden. Het volgende netwerk is Howard Universiteit. In de schoot waarvan de School of Religion ruimtes voor ontmoeting, samenwerking en uitwisseling van ideeën over hoe sociale problemen aan te pakken zijn ontstaan.

Het laatste netwerk is FOR. Deze organisatie heeft een institutioneel tehuis voor studie en een oefenterrein voor het toepassen van de ideeën van geweldloos verzet geschapen.

Binnen FOR zijn Farmer en Rustin actief. Beiden hebben banden met Thurman en Mays gehad: de eerste al als student en de tweede als personeelslid van FOR (Fellowship of Reconciliation) met Thurman als bestuurder. Belangrijk voor de rode draad van het boek is dat Farmer en Rustin hun acties, protesten en praktijk begrepen als een verlengstuk van hun christelijk geloof en dat ook zij hebben verwoord in geschriften en toespraken.

Met dit boek levert Azaransky historisch inzicht over de verspreiding van opvattingen voor sociale verandering. Het is toegankelijk en meeslepend geschreven en is een absolute aanrader voor wie wil weten hoe intellectuelen en activisten ideeën van gerechtigheid – geduldig – kunnen verspreiden en welke belangrijke rol zij kunnen spelen als zij de middelen, die zij voor handen hebben, weten te benutten.

Sarah Azaransky. This Worldwide Struggle. Religion and the International Roots of the Civil Rights Movement. Oxford University Press, 2017 296p. ISBN:9780190262204

take down
the paywall
steun ons nu!