500 rechtszaken over mensenrechtenschendingen in Argentinië

In Argentinië lopen maar liefst vijfhonderd rechtszaken over mensenrechtenschendingen tijdens de laatste dictatuur. Het wijst op grote ijver bij justitie maar ook op grote vertragingen. Mensenrechtenorganisaties eisen meer middelen.

maandag 22 januari 2018 18:29
Spread the love

In 2003 werden de gerechtelijke onderzoeken naar mensenrechtenschendingen tijdens de laatste dictatuur  (1976-1983) hernomen. Sindsdien werden 200 vonnissen geveld: 856 mensen werden veroordeeld, 110 vrijgesproken.

Het wijst op grote ijver bij justitie maar er zijn ook grote vertragingen. Over 140 vonnissen loopt nog een beroepsprocedure. En 393 andere zaken zijn nog hangende. Een groot deel daarvan – 247 zaken – zitten nog in de onderzoeksfase.

Voorbeeld voor de mensheid

“De rechtszaken over de misdaden van de dictatuur in Argentinië zijn een voorbeeld geweest voor de mensheid, geen enkel ander land ter wereld deed zoiets”, zegt Santiago Cantón, voormalig uitvoerend secretaris van de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie. “Het is goed dat de overheid het signaal geeft dat de rechtszaken voortgaan.”

“Toch zijn de vertragingen ernstig. We hebben het hier over beklaagden die meestal ouder dan zijn tachtig jaar”, zegt Cantón, nu verantwoordelijk voor Mensenrechten in de provincie Buenos Aires.

“Het is voor iedereen belangrijk dat er een einde komt aan de rechtszaken. De beklaagden mogen niet sterven zonder dat de twijfel over hen is weggenomen. Aan de slachtoffers en de samenleving moet recht worden gedaan.”

Generaal Jorge Videla

Volgens mensenrechtenorganisaties was de laatste militaire dictatuur verantwoordelijk voor 30.000 vermisten en doden. Ze verdwenen of stierven in clandestiene detentie-, martel- en uitroeiingscentra.

Na het herstel van de democratie maakte president Raúl Alfonsín (1983-1989) vaart met het onderzoek en de bestraffing van de misdaden.

De meeste aandacht kreeg de rechtszaak tegen negen topmilitairen, onder wie generaal Jorge Videla en admiraal Emilio Massera. Zij waren de spilfiguren van de eerste fase van de dictatuur, toen de repressie het brutaalst was. Videla en Massera kregen levenslang.

Militaire druk

Onder militaire druk keurde het Congres in 1986 en 1987 twee wetten goed die de mogelijkheden om de mensenrechtenschendingen te onderzoeken en bestraffen fors inperkten. De cirkel werd gesloten door president Carlos Menem (1989-1999), die in 1990 Videla, Massera en de andere militaire leiders vrijliet.

Pas in 2001 verklaarde een rechter de twee wetten ongeldig. Het ging om misdaden tegen de menselijkheid, en daarvoor was geen amnestie mogelijk, was zijn argument.

Het was het begin van een nieuwe fase. In 2003 annuleerde het Congres de twee wetten. Het gerecht hernam zijn onderzoeken. Het Hooggerechtshof verwijderde in 2005 het laatste obstakel: verjaring of strafkwijtschelding was niet langer mogelijk voor misdaden tegen de menselijkheid.

Operatie Condor

“Het is zeer belangrijk dat er van 2003 tot vandaag 200 rechtszaken hebben plaatsgevonden, dankzij de inspanningen van slachtoffers en familieleden”, zegt Luz Palmás Zaldúa. Ze is advocate van het Centrum voor Juridische en Sociale Studies (CELS), de organisatie die in 2001 campagne voerde tegen de amnestiewetten.

Palmás Zaldúa wijst op enkele belangrijke processen, zoals dat over Operatie Condor, waarbij in 2016 vijftien mensen werden veroordeeld. “Daarin werd bewezen dat er bij verschillende dictaturen in de Zuidkegel (de zuidelijke landen van Zuid-Amerika, IPS) een politiek repressieplan bestond.”

Vluchten des doods

Ook het proces over de gebeurtenissen in de beruchte ESMA-school deed heel wat stof opwaaien. In november werden daarin 29 mensen tot levenslang veroordeeld. “Daar werden de zogeheten vluchten des doods bewezen, waarbij onder meer de oprichters van de Moeders van het Meiplein (de zogeheten Dwaze Moeders, IPS) in de rivier werd gegooid.”

Maar momenteel beleven al die onderzoeken en processen “uiteenlopende moeilijkheden”, zegt Palmás Zaldúa, die overheid met de vinger wijst.

Het CELS was een van de dertien mensenrechtenorganisaties die in oktober 2017 klacht indienden tegen de Argentijnse regering bij de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie. Ze verwijten de regering dat ze de instanties die de documenten over de dictatuur moet beheren, verzwakt of ontmanteld heeft. Die documenten spelen een belangrijke rol in de bewijsvoering in de verschillende processen.

Aantal vrijspraken gestegen

Bovendien, zo klagen de organisaties aan, heeft het Congres de commissie die de economische collaboratie met de dictatuur moet onderzoeken, nog altijd niet geïnstalleerd. Nochtans moest dat volgens een wet uit 2015 gebeuren.

Sinds Mauricio Macri in december 2015 president werd, wordt bespaard op de onderzoeken en “lopen de gerechtelijke instanties die deze zaken behandelen leeg”, zegt socioloog en onderzoek Daniel Feierstein.

Bovendien “lijkt er een nieuw gerechtelijk klimaat te zijn gecreëerd waarin veel rechtbanken makkelijk huisarrest toekennen in genocidezaken, waarin het aantal vrijspraken aanzienlijk is gestegen en waarin preventieve opsluitingen geweigerd worden terwijl die voor minder ernstige misdrijven net stijgen.”

Huisarrest

Volgens het gerecht werden sinds 2003 2979 mensen aangeklaagd. Daarvan zijn er 1038 aangehouden, zijn er 1305 op vrije voeten en 37 voortvluchtig. 599 beklaagden zijn overleden: 100 stierven na de uitspraak in hun proces, 499 ervoor.

Het is opmerkelijk dat 549 veroordeelden – meer de helft van het totale aantal in deze zaken – de gunst van het huisarrest kregen.

Maar “ook al gaan ze naar huis, ze blijven veroordeeld voor de geschiedenis, de samenleving, en in sommige gevallen zelfs hun eigen familie”, benadrukt Norma Ríos, hoofd van de Permanente Raad voor Mensenrechten (APDH).

“Tot enkele jaren geleden hadden we ons dit allemaal nooit kunnen voorstellen. En misschien is het belangrijkste wel dat uitvoerig is aangetoond dat we niet liegen wanneer we zeggen dat we de misdaden tegen de dictatuur aanklagen.”

take down
the paywall
steun ons nu!