President Mugabe in betere tijden met zijn toenmalig vice-president (nu zelf president) Mnangagwa (znbc.co.zm)
Opinie, Wereld, Politiek -

Opvolger president Mugabe is al evenmin een democraat

Drie belangrijke barrières weerhouden Zimbabwe ervan te breken met corruptie en het disfunctionele politieke systeem: de regerende partij Zanu-PF, de nieuwe president en het leger. James Hamill, expert aan de Universiteit van Leicester, ziet alleen blijvend verzet als mogelijke oplossing.

dinsdag 2 januari 2018 17:31
Spread the love

De nieuwe Zimbabwaanse president Emmerson Mnangagwa heeft even de voorzichtige hoop doen ontstaan dat Zimbabwe een meer democratische koers gaat varen. Hij sprak over de komst van een “nieuwe democratie” in het land. Maar dit is ijdele hoop.

Zowel zijn partij Zimbabwe African National Union – Patriotic Front (Zanu-PF) als de president zelf en het leger zitten echter niet te wachten op reële verandering. Het mogelij maken van een democratisch bestuur en een echte kiesstrijd om de macht zou immers het risico van electoraal verlies betekenen.

Dat brengt de netwerken in gevaar van zelfverrijking die in de afgelopen decennia zijn uitgebouwd. In plaats daarvan valt te verwachten dat de Zanu-PF, president Mnangagwa en het leger in de komende maanden elke democratische evolutie zullen blijven blokkeren, om de macht te houden.

1. De Zanu-PF

De regeringspartij Zanu-PF vormt een geweldig obstakel voor democratische vooruitgang in het land. Zimbabwe houdt sinds zijn onafhankelijkheid in 1980 de schijn op van een meerpartijendemocratiën maar is in feite een eenpartijdictatuur.

Politiek speelt zich altijd volgens hetzelfde scenario af: er moet gewonnen worden en opponenten moeten eerder verpletterd dan gefaciliteerd worden. Oppositiepartijen bestaan formeel wel, maar het wordt hen niet toegestaan verkiezingen te winnen. Als die mogelijkheid zich wel lijkt voor te doen, zoals in 2002, 2008 en 2013, worden de verkiezingen zodanig beïnvloed dat de status quo in stand blijft.

De Zanu-PF is een flagrant voorbeeld van een cultuur van exceptionalisme: het geloof in absolute heerschappij, de weigering zichzelf te zien als een gewone politieke partij, vermenging van partij en staat en het demoniseren van andere partijen als ‘vijanden van de bevrijding’ die het kolonialisme of het blanke minderheidsbewind zouden willen herstellen.

Door de manier waarop de Zanu-PF de staat bijna vier decennia gekoloniseerd heeft, is een uitgebreid netwerk van beschermheren ontstaan dat de natuurlijke rijkdommen van het land geplunderd heeft. Democratische verandering en een schone regering zijn een dodelijke bedreiging voor deze netwerken. Dergelijke privileges worden niet opgegeven zonder verzet.

2. De nieuwe president

President Mnangagwa’s onheilspellende reputatie maakt het moeilijk te geloven dat hij zou staan voor een nieuwe start. Hij was tot november 2017 onder president Mugabe de belangrijkste uitvoerder van diens beleid en speelde een essentiële rol bij het instorten van de rechtsstaat en de implosie van de Zimbabwaanse economie.

Daarnaast stond hij centraal bij de grove mensenrechtenschendingen die het bewind van de Zanu-PF kenmerkten. Hiertoe behoren ook de moordpartijen van de jaren 1980 in Matabeleland in het westen van het land aan de grens met Botswana. Voor dit verleden weigert de president elke verantwoordelijkheid. Zijn verzoenende taal komt tevens niet overeen met zijn daden. Eenmaal president benoemde hij enkel vrienden, militaire hardliners en ‘oorlogsveteranen’ in de regering.

Deze benoemingen lijken de macht te consolideren van de momenteel dominante groep binnen de Zanu-PF: de oude garde van invloedrijke personen die achter de net zo schadelijke G40-groep van presidentsvrouw Grace Mugabe stonden en die op weinig democratische wijze steunden. President Mnangagwa heeft, zo lijkt het, eindeloos lang moeten wachten om zijn huidige toppositie te krijgen. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat hij deze zo moeizaam veroverde plek zomaar zal overleveren aan een proces van democratisering.

3. Het leger

De rol die het Zimbabwaanse leger speelde bij het vertrek van vorig president Robert Mugabe, toont dat het zich eigenmachtig een plaats heeft toebedeeld als politieke actor en toezichthouder op het hele politieke systeem. Het leger is echter nooit neutraal geweest. Het was altijd al een zeer gepolitiseerde tak van de regerende partij ZANU-PF, in feite is het een partijmilitie.

Zijn rol was het onderdrukken van opponenten van de regerende partij en het handhaven van de éénpartijdominantie. Het principe van een burgerregering werd naar de vorm gerespecteerd, ook al voldeed dit model van burgerlijk-militaire relaties aan geen enkele redelijke democratische standaard. Met de recente coup tegen Mugabe overschreed het leger een grens. Het besloot zelf de uitkomst van de interne machtsstrijd binnen de partij te bepalen.

Op dezelfde manier waarop het leger gepolitiseerd is, is het politieke systeem zwaar gemilitariseerd. Dat is te zien aan de benoeming van diverse militaire veteranen in het kabinet, en het feit dat president Mnangagwa de favoriete kandidaat van het leger was. In feite is hij het burgergezicht van een quasi-militair bewind in Zimbabwe.

Het leger heeft het leiderschap van de regerende partij veilig verankerd, evenals het bredere politieke proces. Het behoudt zich ook het recht voor om verkiezingsresultaten te verwerpen of actie te ondernemen om te voorkomen dat ze überhaupt leiden tot enige verwezenlijking.

Wie het door het leger afgedwongen vertrek van Mugabe als een belangrijke positieve ontwikkeling ziet, negeert daarmee het feit dat het hier niet gaat om een strijd voor het nationale belang, maar bevestigt dat het leger ‘nationaal belang’ gelijkstelt met zijn eigenbelang en dat van de Zanu-PF.

Het is gevaarlijk naïef te verwachten dat een dergelijke kracht een oprechte democratische transitie zou mogelijk maken, wanneer zijn enige bestaansreden het in stand houden is van het eenpartijbewind (onder een leider naar eigen keuze) is, het uitschakelen van elke politieke oppositie en het in stand houden van de eigen corrupte netwerken.

Verontrustend vooruitzicht

Werkelijke democratisering – in tegenstelling tot het handhaven van procedurele vormen van een democratische regering – is niet wat de Zimbabwaanse regerende partij, zijn president en het leger willen.

Partij, president en leger hebben daarom een welomschreven drievoudige opdracht. Ze moeten politieke vijanden arresteren op beschuldiging van corruptie in plaats van corruptie zelf aan te pakken, en een rookgordijn optrekken van grotendeels lege democratische retoriek.

Hun hoop is dat dit genoeg zal zijn om hulp, investeringen en goedkeuring van externe donoren veilig te stellen, terwijl ondertussen praktisch niets verandert aan de daadwerkelijke machtsverhoudingen in het land. Iedereen die toegewijd is aan democratie in Zimbabwe – in het land of daarbuiten – moet zich daartegen moeten verzetten. Hoe eerder, hoe beter.

take down
the paywall
steun ons nu!