Elisa Badayos, ogenschijnlijk gedood las vermoedelijk drugdealer in de 'oorlog tegen de drugs' van Filipijns president Duterte. In werkelijkheid werd zij vermoord voor haar werk ten bate van arme boeren in hun strijd voor sociale rechtvaardigheid (butatlat.com)
Analyse -

Filipijnse ‘oorlog tegen drugs’ alibi voor politieke repressie

Op 10 december, Internationale Dag van de Mensenrechten, schrijft André Crespin van Geneeskunde voor de Derde Wereld een analyse van de niets ontziende 'strijd tegen drugs' door Filipijns president Duterte. In werkelijkheid is dit een campagne voor de onderdrukking van de sociale strijd van de arme bevolking. Drugsbaronnen blijven ondertussen in samenwerking met de politie ongedeerd doorgaan met hun misdadige handel.

zondag 10 december 2017 16:24
Spread the love

Toen Duterte verkozen werd in juni 2016 beloofde hij om het drugprobleem binnen de zes maanden op te lossen. Natuurlijk is hij daar niet in geslaagd. Enkele weken geleden gaf hij toe dat het waarschijnlijk nog drie tot vier jaar zou duren. In plaats van zijn dodelijke strategie stop te zetten, houdt hij echter voet bij stuk en gaat door.

De dodelijke slachtoffers zijn overwegend arme burgers die in de grote steden van het land wonen. Het doelwit zijn vooral de gebruikers en dealers in de kleine buurten. De hoge pieten zelf maken zich geen zorgen. Vaak spelen ze onder een hoedje met politie en legerofficieren. Corruptie tiert welig op alle niveaus van het staats- en veiligheidsapparaat.

Een beschamend dieptepunt is dat Filipino’s vandaag in brievenbussen anoniem de namen van vermoedelijke druggebruikers of dealers kunnen deponeren. Iemands naam achterlaten betekent bijna zeker deze persoon ter dood veroordelen.

Deze straffeloosheid, gehandhaafd tot op het hoogste niveau van de staat, schendt de mensenrechten dag na dag. De methoden van Duterte openen de deur voor misbruik omdat de ‘oorlog tegen drugs’ een uitgelezen kans biedt om elke vorm van oppositie het zwijgen op te leggen. In de periode sinds het aantreden van Duterte in juni 2016 tot eind oktober 2017 heeft KARAPATAN, een partnerorganisatie van Geneeskunde voor de Derde Wereld ter bevordering en bescherming van mensenrechten, 104 buitengerechtelijke – lees politieke – executies gedocumenteerd.

Dit zijn mensen die niet gedood werden vanwege hun vermeende banden met drugs maar omwille van hun sociale of politieke betrokkenheid. In meer dan 90 procent van de gevallen zijn het boerenleiders. In een land waar familiaal grootgrondbezit contrasteert met het feit dat 9 op 10 boeren géén land bezitten, is het logisch dat ze al tientallen jaren om een landbouwhervorming vragen.

De grootste slachtoffer van de straffeloosheid in het land zijn dus de progressieve sociale organisaties die strijden voor eerlijke toegang tot land, toegang tot goede gezondheidszorg, of zich verzetten tegen het verlenen van mijnbouwconcessies aan multinationals.

Nieuw dieptepunt

Een nieuw dieptepunt bereikte ons op 28 november. Toen werd Elisa Badayos vermoord. Zij was de regionale leidster van onze partnerorganisatie KARAPATAN. Elisa was op weg naar een afgelegen dorp om getuigenissen te verzamelen over de intimidatie en bedreigingen door gewapende milities tegens de bewoners.

Toen ze naar de politie ging om er de intimidatie en pogingen tot belemmering van haar werk door gewapende mannen eerder die ochtend aan te klagen, werd ze neergeschoten. Ook een lokale boerenleider stierf door de kogels. Wie vandaag deze criminele activiteiten en permanente straffeloosheid wilt aankaarten, betaalt dus zelf de prijs.

Het strijden tegen de interne vijand is sinds de dagen van dictator Marcos altijd het argument van de staat geweest om schendingen van de mensenrechten van activisten te rechtvaardigen. Het is echter symptomatisch dat deze ‘oorlog tegen drugs’ voor het eerst in 40 jaar expliciet ingeschreven staat in het beleid van de Filipijnse regering voor de komende vijf jaar.

In plaats van te luisteren naar de legitieme eisen van sociale organisaties omtrent landhervorming, toegang tot basisvoorzieningen of industrialisatie, heeft de Filipijnse regering kant gekozen en bevecht ze hen liever in naam van de strijd tegen drugs.

«Als de situatie van de Filipino’s niet verbetert, zal het drugprobleem blijven bestaan”

Natuurlijk is het druggebruik een groot probleem op de Filipijnen dat moet worden aangepakt. De aanpak van president Duterte is echter niet alleen crimineel, ze is ook inefficiënt. We moeten de wortels van het probleem aanpakken in plaats van de gevolgen ervan. Als de sociaaleconomische omstandigheden van de Filipino’s niet significant verbeteren, staat het vast dat het drugprobleem blijft bestaan, ongeacht welke repressieve maatregelen ook.

Een landbouwhervorming en de toegang tot basisvoorzieningen zouden Filipino’s in staat stellen hun dagelijks leven aanzienlijk te verbeteren. Het is onaanvaardbaar dat juist zij die deze progressieve maatregelen verdedigen slachtoffer zijn van buitengerechtelijke executies in het kader van de oorlog tegen drugs.




Gelukkig schrikken het geweld en de straffeloosheid de Filipijnse sociale organisaties niet af. Op 10 december, Internationale Dag van de Rechten van de Mens, steunen wij hun onvoorwaardelijke inzet om te blijven vechten voor het respecteren van hun rechten.


André Crespin is beleidscoördinator van de ngo G3W – Geneeskunde voor de Derde Wereld

take down
the paywall
steun ons nu!