Concrete verhuis VS-ambassade naar Jeruzalem botst met eigen VS-wetgeving

Of Trump er in zal slagen om de Amerikaanse ambassade snel te verhuizen van Tel Aviv naar Jeruzalem is twijfelachtig. Het bouwterrein voor de ambassade is gestolen Palestijns land. 90 van die Palestijnse eigenaars zijn nu Amerikaans staatsburger. Zij beroepen zich op een Amerikaanse wet van 1996 om hun eigendom terug te eisen. Lucas Catherine schreef er dit artikel over op 20 januari 2017.

vrijdag 20 januari 2017 15:19
Spread the love

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op 20 januari 2017, toen de intentie van Trump om Jeruzalem te erkennen en de Amerikaanse ambassade te verhuizen nog niet genomen was (nvdr).

Na zijn eedaflegging vrijdag zal President Donald Trump een weekendje vrij nemen en drie dagen later beginnen met wat hij allemaal beloofd heeft om op dag één van zijn presidentschap te doen. En dat is veel, u heeft over de meeste beloftes gelezen. Eentje is in onze media niet aan bod gekomen. De Israëlische pers heeft er wel ruim aandacht aan besteed. Hij wil de VS ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem verhuizen. Onverwijld zoals zijn woordvoerster Kellyanne Conway het aan de Israël-lobby in de VS beloofde.

Dat zou wel belangrijke politieke en diplomatieke implicaties hebben, ook voor een eventuele oplossing van het conflict. Tot op vandaag is Tel Aviv de officiële hoofdstad van Israël en alle Westerse landen hebben daar hun ambassade, ook de VS.

Verhuisplannen

 Israël wou dit veranderen na de verovering van Oost-Jeruzalem in 1967. In 1988 selecteerde de zionistische staat een stuk land waarop de Amerikanen hun ambassade zouden kunnen bouwen. Het waren de terreinen van de voormalige Allenby-kazerne van de Britten.

Generaal Allenby was de man die op het einde van de Eerste Wereldoorlog Jeruzalem voor de Britten op de Ottomanen veroverde.



(foto Allenby Kazerne vroeger)

Tijdens de laatste dagen van zijn bewind (op 18 januari 1989) sloot president Ronald Reagan een huurcontract af voor 99 jaar tegen een symbolische één dollar met Moshe Gatt, leider van de Israël Land Authority. Dat organisme beheert alle in 1948 gestolen Palestijnse gronden in Israël. Het betrof een groot deel van de grond waarop de voormalige Allenby kazerne stond. Maar er gebeurde daar niets mee. In 1995 vaardigde president Clinton The Jerusalem Embassy Act uit. En er gebeurde weer niets. Daar waren telkens goede redenen voor. 

Grond van God

De Britten waren zachtere kolonisatoren dan de Israëli’s. Zij stalen geen grond maar huurden die van de Palestijnse eigenaars. Het ging om 109.774 m². Zo had de Allenby-kazerne op 15 mei 1948 toen het zionistische leger West-Jeruzalem en de Palestijnse wijk Talbia veroverde 67 eigenaars. Talbia werd omgedoopt tot Talpiot en de grond werd van de 67 Palestijnse eigenaars gestolen.

Volgens het internationaal recht zijn deze Palestijnen en hun erfgenamen nog altijd eigenaars. Een van die eigenaars is zelfs God. In 1724 had Sheikh Muhamed bin al sheikh Muhamad al Khalili zijn eigendom tot waqf laten verklaren. Waqf is een instelling die valt te vergelijken met onze kerkfabrieken. De schenker en zijn erfgenamen blijven formeel eigenaar maar alle opbrengsten gaan naar God en zijn goede doelen. In zijn geval waren dat een zawiya (gebedshuis) van de Qadiri soefi’s verbonden aan de al Aqsa moskee.

Toen de VS de verhuisplannen voor hun ambassade openbaar maakten schoten de erfgenamen van de rechtmatige eigenaars van de grond in actie. Dat waren er ondertussen 137 [1]. Was het de moeite om daar rekening mee te houden? Het respect voor het internationaal recht van zowel Israël als de VS kennende natuurlijk niet.

Erfgenamen in VS

Maar… toen bleken zo’n 90 van die erfgenamen in de VS te wonen als Amerikaans staatsburger. En bovendien was er een precedent. Op 12 maart 1996 was de Helms-Burton Act van kracht geworden. Die wet veroordeelde ‘the wrongful confiscation or taking of property belonging to US nationals and the subsequent exploitation of this property at the expense of the rightful owners.(de onterechte inbeslagname of toeeigening van eigendom van Amerikaanse burgers ten koste van de rechtmatige eingeaars). Die wet ging weliswaar over door Cuba inbeslaggenomen gronden van Amerikaanse burgers na de Cubaanse revolutie van 1959. Maar toch…



(foto Allenby-kazerne nu, vooral braakland)

Op 28 oktober 1999 lieten de Palestijnse erfgenamen van het terrein toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright weten dat ze op hun rechten als eigenaars stonden. Een mogelijk proces van Amerikaanse staatsburgers tegen hun eigen regering behoorde daardoor tot de mogelijkheden, naast problemen met het internationaal recht.

Vanaf de regeerperiode van president Bill Clinton zocht men sindsdien naar excuses om naar een andere locatie voor een toekomstige ambassade te zoeken. Een van de officiële redenen is dat er teveel hoogbouw rond het terrein staat en dat het daarom ongeschikt zou zijn.

Als je het lijstje overloopt van Amerikaanse presidenten die het voor Trump hebben geprobeerd: Reagan – Bush sr. – Clinton – Bush jr. en Obama dan rijst toch twijfel of Donald Trump dit zomaar onverwijld zal verwezenlijken.

Voetnoten:

[1] Een uitgebreid overzicht over hoe de erfgenamen hun eigendom konden bewijzen is te vinden in Walid Khalidi, The Ownership of the U.S. Embassy site in Jerusalem, pp. 80-101 van The Journal of Palestine studies Volume XXIX, number 4 (uitgegeven door the University of California Press, Berkeley, US.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!