Energiebedrijven blijven investeringen in vervuilende steenkoolcentrales verdedigen op de klimaatconferenties (IPS)
Opinie, Wereld, Economie, Milieu, Politiek -

Bedrijfslobbyisten maken oplossing van klimaatcrisis onmogelijk

Lobbyisten en sponsors van grote bedrijven hadden een onevenredig grote invloed op de afgelopen klimaatconferentie in Bonn en op eerdere klimaatgesprekken. Met name de energiesector lobbyt zeer krachtig. Dit is een situatie die echte klimaatoplossingen verhindert, stellen critici vast.

dinsdag 21 november 2017 16:49
Spread the love

De klimaatconferentie COP23 in Bonn werd op 18 november afgesloten en had een extreem technisch karakter. (Zie Wat zijn de VN-klimaatconferenties COP?). Het klimaatakkoord COP21 van Parijs was in feite een grondwet voor een nieuw regime en nu was het tijd om dat akkoord in bindende wetten te gieten. Waar wetgeving gemaakt wordt, zijn lobbyisten, van zowel niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) als het bedrijfsleven. Zij hebben tegengestelde belangen en botsen dan ook herhaaldelijk.

In zijn rapport Polluting Paris: How Big Polluters are undermining global climate policy stelt de organisatie Corporate Accountability International (CAI) de energiesector de machtigste lobbyisten heeft. “Grote vervuilers zoals olie-, gas-, en steenkoolbedrijven en transnationale agrarische bedrijven zijn niet alleen de grootste uitstoters van broeikasgassen, ze vormen ook de grootste hinderpaal voor een gezond klimaatbeleid op lokaal, nationaal en internationaal niveau”, staat in het rapport.

Bedrijfslogo’s

Al bijna zo lang als de VN-Kaderconventie over de klimaatverandering (UNFCCC) bestaat, sponsoren deze bedrijven de klimaatgesprekken, poneren de auteurs van het rapport. Dit is al lange tijd een omstreden kwestie, want het geeft sommige bedrijven de mogelijkheid cheques uit te schrijven ter ondersteuning van het COP-budget, diensten te leveren zoals auto’s voor de afgevaardigden of zelfs de onderhandelingsaccommodaties te leveren of te bouwen waar de wereldleiders samenkomen.

Tijdens de COP17 van 2011 in Durban bijvoorbeeld gaf de Zuid-Afrikaanse regering bedrijven de mogelijkheid te kiezen wat ze wilden sponsoren: jazzconcerten, galadiners of een loungeruimte. Mijnbouwbedrijf Anglo American sponsorde een aantal belangrijke lezingen, inclusief de officiële openingsceremonie, en was gastheer bij een cocktailreceptie. De CEO van het bedrijf waarschuwde daar dat een energietoekomst zonder steenkool volgens zijn bedrijf geen optie is.

Het voetbalstadion waar de gesprekken plaatsvonden tijdens COP19 van 2013 in Warschau hing vol logo’s van bedrijven, waaronder steenkool- en oliebedrijven PGE en Lotus. Niet alleen organiseerde de Poolse regering een “Internationale Steenkool- en Klimaattop” samen met de steenkoollobby World Coal Association, ook werd de officiële website van de COP19 gebruikt om te pleiten voor olieboringen in het poolgebied. Polen wordt tevens gastland van de COP24 in 2018. Tijdens die top moeten afspraken gemaakt worden over de richtlijnen en procedures voor implementatie van het Klimaatakkoord van Parijs.

PR-strategie van bedrijven

Burgerorganisaties oefenen al lange tijd druk uit om op de COP-klimaatconferenties niet langer partijen uit de nodigen die handelen in strijd met de doelstellingen van het UNFCCC. Toen Fiji dit jaar de klimaatconferentie voorzat en een trustfonds in het leven riep voor de financiering van COP23 en daarvoor om financiële steun vroeg, kreeg het geld van verschillende rijke landen en bedrijven die grotendeels afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.

Onder meer de nationale luchtvaartmatschappij Fiji Airways gaf geld, om vervolgens het logo van COP23 op een van zijn vliegtuigen aan te brengen. Ook Australië, Japan, de EU deden financiële beloftes, zelfs de Verenigde Staten, die zich nochtans terugtrokken uit het Klimaatakkoord COP21 van december 2015.

“De ergste vervuilers gebruiken hun sponsoring van de klimaatgesprekken al lange tijd als onderdeel van hun pr-strategie, om de indruk te wekken dat ze deel zouden zijn van de oplossing”, zegt Pascoe Sabido van Corporate Europe Observatory. “Door deze gesprekken te sponsoren kan een grote vervuiler zichzelf neerzetten als legitieme speler, wat politici ontvankelijker maakt voor hun lobbypraktijken.”

Dat, zegt hij, zet de deur nog verder open voor grote vervuilers om hun invloed op het klimaatbeleid uit te breiden. Exxon Mobil, BP en Chevron bijvoorbeeld hebben allemaal hun steun toegezegd aan het Klimaatakkoord van Parijs en zelfs verklaringen uitgegeven waarin ze stellen het niet eens te zijn met het besluit van de Amerikaanse president Trump om zich terug te trekken uit het akkoord.

Oekraïne ten dienste van steenkoollobby

De fossiele industrie weet al decennia dat haar producten en praktijken een gevaar voor de planeet zijn. Slechts 25 producenten van fossiele brandstoffen zijn verantwoordelijk voor de helft van alle wereldwijde emissies van schadelijke stoffen, volgens een rapport van Carbon Majors.

Deze bedrijven zijn echter altijd zeker van een zetel aan de tafel waar het klimaatbeleid gemaakt wordt, zegt het CAI-rapport. Aangezien deze bedrijven op effectieve wijze die aanwezigheid zeker stellen bij belangrijke klimaatconferenties, geeft hun sponsoring hen tevens direct de lobbymogelijkheden om het klimaatbeleid te ondermijnen. Volgens het CAI-rapport kapen ze de gesprekken, smoren ze de ambities, promoten ze valse oplossingen en blokkeren ze de financiering van echte oplossingen.

Tijdens de COP23 van 2017 bijvoorbeeld stelde Oekraïne tijdens een rondetafeldiscussie voor om voor de implementatie van het klimaatakkoord een nieuw, permanent orgaan te creëren waarbij energiebedrijven de schakel zouden worden tussen de internationale klimaatonderhandelingen en de nationale parlementen Dit ‘Committee for Future’ zou directe participatie van de energiebedrijven mogelijk maken. In de aanloop naar COP23 sloot de Amerikaanse ministers van Energie Rick Perry een overeenkomst met Oekraïne om voor het einde van 2017 80 miljoen dollar steenkool naar Oekraïne te verschepen.

Gijzeling

De regering van president Trump is het meest relevante voorbeeld van hoe dit marionettenspel werkt. “Wie twijfelt er immers nog aan dat het falen van de VS om binnenlandse klimaatwetgeving of het Kyoto-protocol of Akkoord van Parijs te ratificeren, grotendeels het gevolg is van bemoeienis van de industrie?”, staat in het CAI-rapport.

Niet alleen de VS, ook veel bij de UNFCCC geaccrediteerde organisaties spreken in brede zin publiekelijk hun steun uit voor het Klimaatakkoord van Parijs, maar als gekeken wordt naar de samenstelling van hun besturen en de geldstromen, blijkt iets anders.

De lobbyorganisatie Business Council of Australia (BCA) telt bijvoorbeeld 127 CEO’s van de grootste en rijkste bedrijven van Australië en tot de leden van de Europese lobbyorganisatie Business Europe behoren veel vervuilende bedrijven. Allebei frustreren ze het klimaatbeleid al jaren op agressieve wijze.

De enige manier waarop het UNFCCC echte oplossingen kan implementeren voor de klimaatverandering is het de fossiele brandstoffenindustrie onmogelijk maken om de klimaatrichtlijnen waaraan regeringen wereldwijd momenteel werken, te verzwakken.

“Fossiele brandstoffen moeten onder de grond blijven en grote vervuilers mogen geen invloed hebben op de klimaatgesprekken, zegt Nnimmo Bassey van milieuorganisatie Health of Mother Earth. “Er moet een einde komen aan de gijzeling van het UNFCCC door de industrie.”

Lobbying & Sponsorships at COP23 Corrupted Climate Talks

take down
the paywall
steun ons nu!