Vooral lucht-lucht- en lucht-water-warmtepompen winnen aan populariteit. Het relatieve marktaandeel van warmtepompen die gebruik maken van warmte en koelte uit de bodem is wat teruggevallen.
De grootste recent gerapporteerde groei (2016) deed zich voor in Italië, maar qua geïnstalleerde volumes staat Frankrijk nog ruim op kop, gevolgd door Italië, Zweden, Spanje, Duitsland, Noorwegen en Finland. De toppositie van de mediterrane landen is te wijten aan het gebruik van warmtepompen voor koeling.
Noorwegen koploper
Sectororganisatie European Heat Pump Organisation (EHPA) berekende dat al deze pompen samen de uitstoot van CO2 met 26 miljoen ton per jaar verlagen.
Bij huishoudens zijn warmtepompen al het best ingeburgerd in de Scandinavische landen en in Estland. In Noorwegen – de koploper – gebruikt een derde van de gezinnen een warmtepomp. In België is dat slechts 2,8 procent, in Nederland 2 procent. De EPHA ziet vooral groeipotentieel in Duitsland (2 procent) en in het Verenigd Koninkrijk (0,65 procent).
Nieuwbouwwoningen
In Vlaanderen worden warmtepompen vooral geplaatst in nieuwbouwwoningen. Momenteel gebeurt dit in ongeveer een tiende van alle nieuwbouw- en renovatiewoningen.
Volgens cijfers van de Vlaamse overheid waren er in de eerste vier maanden van 2017 al bijna evenveel nieuwe warmtepompen geplaatst als de 3.728 stuks in heel 2016. Deze cijfers bieden echter geen representatief totaalbeeld omdat de Vlaamse overheid alleen de aantallen registreert waarvoor premies worden aangevraagd.
De fabrikanten hebben dan weer alleen cijfers voor heel België. Volgens hen hebben ze in 2016 7.062 warmtepompen verkocht, ruim het dubbele van 2010 en meer dan vier keer het volume van 2008.