Minister van Financiën Van Overtveldt laat vandaag een ballonetje op. Hij wil de fiscale aftrek van het pensioensparen verhogen tot maximum 1.200 euro. Hij beweert dat het nodig is om ‘investeringen aan te zwengelen’. Gwendolyn Rutten staat ongetwijfeld al te trappelen van ongeduld om het voorstel te kunnen steunen.

Momenteel bedraagt die aftrek max. 940 euro. Maar het fiscaal voordeel is helemaal niet zo onschuldig. Enkel degenen die de financiële mogelijkheden hebben om aan pensioensparen te doen, profiteren ervan. En dat terwijl het wettelijk pensioen vaak niet volstaat om de eindjes aan mekaar te kunnen knopen.

In 2014 pleitte ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw er in De Standaard voor om het belastingvoordeel af te schaffen. Met het vrijgekomen geld zou dan het wettelijke pensioen kunnen versterkt worden. De Leeuw ging daarmee toen ook in tegen het voorstel van gewezen SP.A-voorzitter Bruno Tobback die het had over een beroepsloopbaan van 42 jaar voor iedereen.

Enkele jaren eerder had ook Luc Cortebeeck, de toenmalige voorzitter van het ACV, de moed om de belastingaftrek van het pensioensparen in vraag te stellen. Hij kreeg toen de banbliksems van verkavelingsvlaanderen over zich heen. Zijn voorstel om de fiscale aftrek voor het pensioensparen te beperken, oogstte een storm van kritiek. Die kwam zelfs aanwaaien uit eigen rangen: ook Servais Verherstraeten (CD&V) “wou niet raken aan de belastingaftrek”. Bij de Open Vld gebruikten ze het woorden als “waanzin”, “kortzichtig” en “simplistisch” – maar al wat ze daar zeggen zijn ze natuurlijk zelf. Ook Cortebeeck had nochtans overschot van gelijk. “Het is vanzelfsprekend dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen”, stelde hij en dat is ook zo.

Het pensioensparen verbreedt de inkomenskloof.