Klimaat: zelfs de doemdenkers zijn te voorzichtig

Een apocalyptisch artikel in een Amerikaans tijdschrift weekte een interessante discussie los. Is het wel nuttig om de duistere voorspellingen over de gevolgen van de klimaatverandering bekend te maken? Leidt dat niet tot apathie bij de lezers of kijkers? Maar wat als zelfs de doemartikels nog te voorzichtig zijn?

woensdag 19 juli 2017 10:53
Spread the love

Een journalist van New York Magazine veroorzaakte vorige week een kleine mediastorm met een lang artikel over de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering.  Journalist David Wallace-Wells baseerde zijn stuk op tientallen interviews met klimaatspecialisten, maar zijn aanpak is uitzonderlijk. Van de wetenschappers wou hij niet weten wat de wetenschappelijke consensus is die traditioneel naar voor komt in de rapporten van het VN-klimaatpanel IPCC, maar wel wat hun eigen worstcasescenario is. Wat is het ergste dat er kan gebeuren als we niet genoeg doen om de uitstoot van broeikasgassen in toom te houden?

Die scenario’s doen de gruwelijkste dystopische science fiction verbleken. Welke impact de klimaatverandering zal hebben op het leven van elke aardbewoner wordt schromelijk onderschat, volgens David Wallace-Wells. Trek de straat op en vraag ad random aan voorbijgangers wat zij zich voorstellen bij de mogelijke gevolgen van een hetere aarde en je krijgt ongetwijfeld antwoorden als een stijgende zeespiegel en misschien ook een verwijzing naar grotere droogtes in landen in het zuiden.

Wel, de zeespiegel zal stijgen. Maar het is slechts één van de talloze gevolgen van de klimaatverandering. En zelfs over die stijgende oceanen wordt te weinig alarm geslagen, zo blijkt. “De meeste mensen doen alsof er nog een kans is dat Miami en Bangladesh zullen blijven bestaan; de meeste wetenschappers die ik sprak gaan er vanuit dat we hen deze eeuw nog verliezen, zelfs als de komende tien jaar stoppen met het opstoken van fossiele brandstoffen”, schrijft David Wallace-Wells.

Niemand sparen

Het artikel maakt duidelijk dat niemand gespaard zal blijven van de klimaatverandering. 600 miljoen mensen leven in gebieden die minder dan tien meter boven die huidige zeespiegel uitsteken.  Die zullen nog deze eeuw allemaal een andere plek moeten zoeken.

Maar ver van de zee wonen, betekent niet dat je bespaard blijft van de klimaatverandering. Het binnenland dreigt veel te heet te worden. In de regio van El Salvador waar suiker geteeld wordt, lijdt een kwart van de mannen aan een chronische nierziekte. Dat is het gevolg van uitdroging door te werken op de suikerplantages. Nog geen twintig jaar geleden werd daar geoogst in comfortabele temperaturen.

In New York was het tot enkele decennia geleden gemiddeld 36 dagen warmer dan 30 graden. Tegen 2040 of 2050 zal die temperatuur overschreden worden op 30 procent van de dagen. Dit jaar werd de 32 gradengrens (90 graden fahrenheit) al op 18 mei overschreden. Op paasmaandag – een maand eerder – werd meer dan 30 graden opgetekend. De zomers in New York zullen binnen 30 jaar lijken op die van Bahrain nu. In Bahrain zelf zullen pieken boven de 50 graden niet ongewoon meer zijn.

Door die opwarming zullen tropische ziektes als malaria zich makkelijker kunnen verspreiden. De Wereldbank schat dat in 2050 meer dan 5 miljard aardbewoners geconfronteerd zullen worden met de kans om malaria op te lopen. Nu bedreigt de ziekte 3,2 miljard mensen.

Door het smelten van de permafrost komen er ook bacteriën vrij die in sommige gevallen al miljoenen jaren verborgen zitten onder het ijs. Vorig jaar stierf een jongen nadat hij besmet werd met antrax die vrijkwam toen een rendier dat de bacterie droeg, plots ontdooide. Twintig anderen raakten ook besmet.

Voldoende voedsel produceren wordt een uitdaging als de temperaturen stijgen. Elke graad opwarming doet de oogst van granen met 10 procent dalen. Dat is het laagste uiterste van de vork. Sommigen voorspellen een daling van 17 procent. Deze week publiceerde het Met Office, het Britse weerkundig instituut, een studie waaruit blijkt dat er vanaf nu om de tien jaar 6 procent kans is dat de oogst van maïs gelijktijdig mislukt in China en de VS. Dat zou rampzalige gevolgen hebben in grote delen van Afrika en Zuid-Oost-Azië. Zes procent kans, dat betekent dat we elk decennium Russische roulette spelen met een revolver met 16 kamers en één kogel die tegen het hoofd van een groot deel van de wereldbevolking wordt gezet.

Geen tijd voor doemdenken

Het artikel in New York Magazine bracht een stroom reacties op gang. Die volgden een opmerkelijk patroon. Niet de feiten werden bekritiseerd, wel de toon van het artikel. De reactie van klimatoloog Michael Mann is exemplarisch. Hij stipt een tweetal feiten aan die volgens hem genuanceerd moeten worden. Dat betekent dus dat hij de pakweg 98 andere feiten en cijfers aanvaardbaar vindt. Maar hij heeft vooral een probleem met de dreigende ondertoon van het artikel.

“Dergelijk retoriek is op veel manieren even verderfelijk als regelrechte ontkenning van klimaatverandering, omdat het ons op het zelfde pad van nalatigheid brengt”, schrijft Mann in een opiniestuk in de Washington Post. Het oplijsten van doemscenario’s leidt volgens Mann tot apathie.  

Dat is de teneur van de meeste reacties op het stuk van David Wallace-Wells. Angst is geen goede motivator. Wie de bevolking wil aanzetten tot actie, wijst beter op de vooruitgang die al geboekt werd en op de mogelijkheden die er zijn om snel van koers te veranderen.

Er zijn volgens de klimaatspecialisten die reageren op het doemartikel voldoende redenen om optimistisch te zijn. In 2011 schatte de meest voorzichtige studie dat zonne-energie in 2030 50 dollarcent per watt zou kosten. Door de steeds goedkopere zonnepanelen zitten we nu al aan 60 cent per watt. Zonne- en windenergie is nu al goedkoper dan steenkool als je de kosten van de gezondheidszorg veroorzaakt door de smog meetelt.

Die cijfers tonen inderdaad dat de klimaatcrisis kan aangepakt worden. Maar het feit dat dit te traag gaat, ligt niet aan de doemscenario’s die verlammend werken. David Wallace-Wells heeft gelijk als hij stelt dat te weinig mensen weten wat er ons echt boven het hoofd hangt. Gemakkelijk optimisme of de artikels waarin gesteld wordt dat het gewoon een kwestie is van wat anders te consumeren en minder kinderen te krijgen, kunnen even verlammend werken.

Beseffen wat er op het spel staat is één ding. De juiste analyse maken van de uitdaging is een tweede. Zo konden we vorige week lezen dat 100 bedrijven goed zijn voor 71 procent van de totale industriële uitstoot. Dat betekent dat 100 raden van bestuur – alles samen een 1000-tal multimiljonairs – het lot van de planeet in handen hebben. Als multinationals als ExxonMobil, Shell, BP en Chevron hun winstvoeten op hetzelfde niveau houden als de voorbije 30 jaar zal de temperatuur gemiddeld met meer dan 4 graden stijgen tijdens het leven van de kinderen die nu nog op school zitten. Zij en de regeringen die ze infiltreerden, moeten het echte doelwit zijn van klimaatactivisten.
Je zou zelfs kunnen zeggen dat David Wallace-Wells nog te voorzichtig is. Dat is ook de mening van klimaatspecialist Kevin Trenberth. “Wallace-Wells is nog te weinig paniekzaaier”, zei hij aan The New Republic. Hij had het vooral over de snelheid waarmee het onheil op ons afkomt. Het artikel in New York Magazine is heel voorzichtig op dat vlak en verwijst meestal naar 2050 en veel later.

Te voorzichtig

Maar er is nog een andere reden waarom David Wallace-Wells te voorzichtig kan genoemd worden. Hij heeft het zelden over de sociale, economische en politieke gevolgen van de klimaatverandering. Klimaatwetenschapper Michael Oppenheimer maakt op dat vlak een interessant onderscheid – naar analogie met de beruchte persconferentie van de voormalige minister van Defensie Donald Rumsfeld – tussen known unknowns en unknown unknowns. Klimaatspecialisten weten bijvoorbeeld dat het ijs op de polen zal smelten maar kunnen niet voorspellen welke impact dat precies zal hebben. Dat zijn de known unknowns. Maar er duiken ook voortdurend onbekende gevolgen van de klimaatverandering op. De politieke en sociale gevolgen vallen onder die categorie.

Volgens Oppenheimer heeft de verkiezing van Donald Trump de kans dat de doelstellingen van Parijs gehaald worden, doen halveren van 20 tot 10 procent. Is de onverwachte overwinning van Trump een gevolg van de klimaatverandering? Nee, maar de manier waarop multinationals de regering van de VS overnamen zoals ze vroeger overheidsbedrijven privatiseerden, kan je wel zien als een soort backlash ten opzichte van de vooruitgang die klimaatactivisten boekten.

Of kijk naar de oorlog in Syrië. Je kan de oprukkende droogte en watertekorten zien als één van de oorzaken van het conflict. In die chaos – gecreëerd door de oorlog in Irak – ontstond een monster als IS. Dat monster pleegt aanslagen in Europa wat dan weer rechtspopulistische tendenzen in Europese landen versterkt. In die keten van oorzaak en gevolg is er dus een link te leggen tussen klimaatverandering en de populariteit van Francken. Francken profileert zich de voorbije maanden trouwens nadrukkelijk op de vluchtelingen die Europa bereiken via de Libië-route. Een groot deel van die mensen zijn op de vlucht voor de ontwrichting door droogte en mislukte oogsten.

Dat zijn de unknown unknowns, de blinde vlekken in het klimaatdebat. De klimaatverandering treft elke wereldbewoner, zo blijkt uit het stuk van David Wallace-Wells. Maar de klimaatcrisis heeft niet op iedereen dezelfde impact. Een rijke bewoner in Europa of het Amerikaanse binnenland kan zijn eigen energie opwekken, kan overal airco plaatsen of kan zich verschansen in een versterkte burcht. Tal van miljardairs bouwen bunkers of kopen een hideout in Nieuw-Zeeland.

De shockdoctrine

Mensen in het zuiden hebben die middelen niet. Zij hebben zelfs het recht niet om het zelfde ontwikkelingspad als de rijke landen af te leggen: de natuur, de lucht en de ondergrond leegzuigen om de economische groei op gang te brengen.
De klimaatverandering vergroot de kans op schokken. Naomi Klein citeert dan altijd Milton Friedman, de peetvader van het neoliberalisme. “Only a crisis — actual or perceived — produces real change. When that crisis occurs, the actions that are taken depend on the ideas that are lying around. That, I believe, is our basic function: to develop alternatives to existing policies, to keep them alive and available until the politically impossible becomes politically inevitable.”

Dat gebeurde na de orkaan Katherina in New Orleans. De plannen om de stad te gentrificeren en te privatiseren lagen klaar. Het was enkel wachten op de verwarring na een schok om ze uit te voeren.  Het doorvoeren van een rits antidemocratische maatregelen in Frankrijk en België na aanslagen is ook een toepassing van de shockdoctrine.

Dankzij het werk van Naomi Klein zijn die politieke gevolgen van catastrofes die onder meer door de klimaatcrisis veroorzaakt worden, niet langer unknown unknowns. Het is nu alleen nog een kwestie van iets aan te vangen met die nieuwe kennis.

take down
the paywall
steun ons nu!