Een nieuwe wetenschappelijke revolutie voor de bescherming van de biodiversiteit

Een nieuwe wetenschappelijke revolutie voor de bescherming van de biodiversiteit

De Internationale Dag van de Biodiversiteit, 22 mei, is een unieke kans om de balans te maken van de huidige discussies binnen het IPBES (Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten). Deze discussies gaan namelijk over de veranderende kijk van de wetenschappelijke gemeenschap op de natuur – en daarmee ook op de vereiste oplossingen voor de huidige ecologische crisis.

maandag 22 mei 2017 13:01
Spread the love




We vieren vandaag, 22 mei, de Internationale Dag van de Biodiversiteit. Biodiversiteit krijgt  steeds meer aandacht bij het grote publiek, vooral bij jongeren. Velen denken hierbij spontaan (en alleen) aan het behoud van planten en dieren. Maar sedert enkele jaren bepleit de wetenschappelijke wereld een heel andere kijk op biodiversiteit en op haar relatie met ons dagelijks leven.

De productie van zuurstof in de atmosfeer, de bestuiving van onze gewassen en onze groentetuinen, het zuiveren van ons water, het reguleren van het klimaat zijn voorbeelden van diensten die geproduceerd worden door de natuur. Deze zogenaamde ecosysteemdiensten voorzien ons van voedsel en medicijnen, zorgen voor de grondstoffen die nodig zijn voor economische activiteit en innovatie, laten een hele reeks vrijetijdsbestedingen toe, voeden onze spirituele behoeften, en inspireren onze artistieke creaties.

Dat biodiverseit in strikte zin gepercipieerd wordt binnen de publieke opinie heeft verscheidene factoren. De eerste is de te lange afwezigheid van een instelling die verantwoordelijk is voor de analyse en samenvatting van onze globale kennis over biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Een “IPCC van de biodiversiteit”, zeg maar, naar verwijzing met de organisatie die alle wetenschappelijke kennis rond de klimaatverandering bij elkaar brengt.

In april 2012 richtte de internationale gemeenschap daarom, onder leiding van Frankrijk, het IPBES op, het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten. Het platform werkt momenteel haar eerste syntheserapporten af inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten op regionaal en mondiaal niveau.

De andere reden ligt aan de aard van de biodiversiteit zelf, en aan de complexiteit van de oplossingen voor haar bescherming. Op het gebied van klimaatverandering is de oplossing relatief eenvoudig – verminder de uitstoot van broeikasgassen. Voor het beschermen van de biodiversiteit zijn de vereiste oplossingen even talrijk als het leven op aarde divers is. Over deze complexiteit gaan de discussies binnen het IPBES.

Ecosysteemdiensten werden lang omschreven als “voordelen die mensen rechtstreeks of onrechtstreeks krijgen van ecosystemen”. Maar in een artikel dat gepubliceerd werd in het wetenschappelijk tijdschrift Current Opinions in Environmental Sustainability door 48 experts van het IPBES werden ze onlangs omgedoopt tot “bijdragen van de natuur voor mensen” (‘nature’s contributions to people’).

Een wetenschappelijk revolutie

Dat is geen semantische discussie, maar een signaal dat de kijk van de wetenschappelijke gemeenschap op de natuur aan het wijzigen is – en daarmee ook haar visie op de vereiste oplossingen voor de huidige ecologische crisis. Door te opteren voor “bijdragen van de natuur voor mensen” zet het IPBES zich af tegen oude gedachten over realiteit en waarheid, over kennis en vaardigheden die tot nu toe gangbaar waren in de wetenschappelijke wereld.

Tot spijt van wie het benijdt, wil deze evolutie expliciet vraagtekens plaatsen bij de huidige kennisproductie. In een situatie van extreme onzekerheid, ingrijpende uitdagingen, en nood aan dringende besluitvorming – drie cruciale elementen bij de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten – pleit het IPBES onomwonden voor een “post-normale wetenschap”.

Deze vorm van wetenschappelijke benadering – voor sommigen niets minder is dan een nieuwe wetenschappelijke revolutie – impliceert dat in de productie van kennis heersende machtsverhoudingen worden blootgelegd en aangekaart. De wetenschapper wordt verondersteld de realiteit te zien als iets waar zelfs de feiten onzeker zijn, en open te staan voor interpretaties, die kunnen variëren naargelang van veranderende normen en waarden. Deze nieuwe wetenschap verwerpt de “verwetenschappelijking” van het publiek debat en bepleit het samenbrengen van empirische vaardigheden en wetenschappelijke kennis.

De kennisbasis openstellen voor “niet-wetenschappelijke” kennis biedt ons een ongeziene bron van innovatie en oplossingen voor de bescherming van de biodiversiteit. De biodiversiteit in de landbouw (de agrobiodiversiteit) biedt daar een goed voorbeeld van. Tijdens de XXe eeuw werden kennis en vaardigheden gestandaardiseerd en gecentraliseerd, samen met de modernisering van de landbouw. Het resultaat: een dramatische verdwijning van de diversiteit in onze velden en boerderijen.

De wederopbouw van deze diversiteit vergt dus om andere vormen van kennis, die andere belangen verdedigen, die rekening houden met de sociale en politieke context van de landbouw, en die geïnspireerd worden door andere normen en waarden dan die van de “laboratoriumlandbouw”. Dit is wat steeds meer boeren vandaag de dag ook daadwerkelijk beginnen toe te passen.

Dat betekent echter niet vervallen in een post-truth wereld, waar alle alternative facts aanvaardbaar zouden zijn. En al evenmin, in dit concrete geval, de realiteit van het verlies aan biodiversiteit in twijfel trekken. Het gaat erom dat we aanvaarden dat alle kennis niet alleen begrensd is, maar ook noodzakelijkerwijs geëngageerd, aangezien zij bijdraagt tot het beeld dat de maatschappij heeft van zichzelf, de wereld en de natuur.

De geschiedenis van het mondiale milieubeleid is rijk aan voorbeelden van verkeerde toepassingen en contraproductive “oplossingen”, die hun oorsprong vinden in de filosofie en sociologie van de wetenschap zelf. Bovendien spelen culturele representaties van natuur en milieu een belangrijke rol in het toeschrijven van waarde en waardering.  Ze beïnvloeden bijvoorbeeld de prioriteiten voor de bescherming van de biodiversiteit, of de manier waarop we het biodiversiteitsbeleid beoordelen. 

Het IPBES is zich bewust van deze erfenis, en heeft gekozen voor een veelzijdige wetenschap. Het beschouwt de wetenschappelijke gemeenschap niet als de hoeder van de waarheid, als enige in staat om nuttige kennis te produceren. Het ziet de wetenschap eerder als een soort Steen van Rosetta, die als raakvlak fungeert tussen verschillende kennissystemen en transculturele en transdisciplinaire oplossingen mogelijk maakt voor de bescherming van de biodiversiteit.

Deze feestdag biedt de gelegenheid om ook onze blik op de biodiversiteit te verruimen. Het is een warm pleidooi om open te staan voor de diversiteit van onze samenlevingen en voor de vele mogelijke houdingen ten opzichte van natuur en cultuur, en daarmee tevens voor de limieten van de kennis die ze voortbrengen.

Brendan Coolsaet is onderzoeker en docent aan de University of East Anglia (VK)

take down
the paywall
steun ons nu!